DE STEVENSON-ROUTE: GR 40

In 1878 liep Schotse auteur Robert Louis Stevenson twaalf dagen door de Franse Cévennen. Ruim een eeuw later treden we opnieuw in zijn voetsporen. We lopen door het Parc National des Cévennes en de Cévense gehuchten, die sinds 1878 niet wezenlijk veranderd zijn en waar de tijd lijkt stil te staan.

Als wandelaar loop je geen dag in hetzelfde landschap. Je wandelt over dorre, hoge kalkplateau's en door diepe canyons, langs glooiende akkers en door dichte kastanje- wouden. Koele dennenbossen gaan over in rotspartijen met watervalletjes. En het Parc National des Cévennes in het zuidelijk deel van het Centraal Massief laat je elke dag een ander gezicht zien.

Wij beginnen onze tocht in Le Monastier-sur-Gazeille op het dorpsplein met afgeknotte wilgen, een raadhuis, een 11 de eeuwse abdijkerk en smalle straatjes, waar het Mémorial Stevenson bij de Mairie aan de muur hangt. Een kabeltouw langs ingelijste tekeningen van de dorpen onderweg symboliseert de 215 kilometer lange Stevensonroute. Ook bij het postkantoor zien we zo'n postuum eerbewijs aan de Schotse schrijver. Dan gaan ook wij op pad.

De weg voorbij de St. Jeankapel voert het rivierdal van de Gazeille in. Gure windvlagen willen ons terugsturen naar het dorp. Maar we steken de stroom over en beginnen aan een pittige klim door het bos. Achter de dennebomen ligt een panorama van golvende weidevelden, goudgele akkers en rode daken. Sommige bomen in het veld hebben een blauwe of gele verfstreep. Merktekens van het Stevensonpad.

Het is anderhalf uur lopen naar St. Martin-de-Fugères. Een kerk, een café en een bakkerswinkel. Aan de gevel van de Mairie wappert de Franse driekleur. Bij het monument voor oorlogsslachtoffers spelen kinderen. We volgen een door braamstruiken omzoomd pad en kijken regelrecht in het Loiredal, een wieg van rotsen, weilanden en bomen. De ruïnes van Château de Beaufort vormen sombere wachters voor de poorten van Goudet. Als de avond valt liggen wij weggedoken onder het tentdoek en luisteren naar het onweer boven de Loire.

Verder gaat het naar Le Bouchet-St. Nicolas. Nu is Stevenson's auberge in Le Bouchet-St. Nicolas een boerderij van bruine steenblokken met een rommelig, door onkruid overwoekerd erf. Je kunt er niet overnachten. Voor wandelaars die de GR 40 of de Stevensonroute volgen, staat naast de kerk een gîte d'étape.

Wij nemen de tijd en bezoeken het Lac du Bouchet, het ronde kratermeer ten noorden van het dorp. Het heldere water wordt omringd door dicht pijnbos en is 27 meter diep. Aan de oever staat een vergeten hotel-restaurant. 's Middags volgen we een breed zandpad naar Amargiers. Aan de weg staan boerenhuizen met scharrelende hennen en een stenen wasplaats. Met dit gehucht vergeleken is Landos, onze volgende stop, een bruisende stad. Er zijn maar liefst vijf bars! We drinken un coca en kijken hoe de mannen pétanque spelen op het dorpsplein. Wat een vredig tafereel.

Wat kan er eigenlijk nog mis gaan? Van alles. Als we vlak voor Jagonas een smal graspad over het hoofd zien en de heuvelrug naar Rauret afdalen, moeten we noodgedwongen bij het licht van de maan en miljoenen sterren in een weiland kamperen.

Een spoorwegviaduct omspant het idyllische dal bij Arquejol. De treinverbinding is opgeheven en tussen de rails groeit vrolijk heidekruid. Het is een snikhete dag. Het stuwmeer van Naussac ligt als een blauwe oase in het zuidwesten. In de schaduw van hoge naaldbomen wandelen we naar Pradelles, het hoogst gelegen stadje van Frankrijk (1160m). De middeleeuwse huizen, de klokketoren van de Notre Dame en discotheek Le Stevenson, maken dit plaatsje tot verplichte kost.

Langogne, een stadje van 4.000 inwoners, heeft een station langs de spoorlijn Parijs-Nîmes en een kaarsrechte hoofdstraat vol winkels, restaurants en hotels. Het aardigst is het oude stadsgedeelte rondom de 11e eeuwse kerk met de overdekte markt op de Place des Halles. Langogne ligt in het gewest van de Gévaudan, een ruwe heuvelachtige streek. Verdwenen is het boerenland met z'n weilanden en kleine dorpen. De grootscheepse ontbossing ten behoeve van de houtskoolwinning heeft de hoogvlakten weinig goed gedaan. Kaalslag en erosie waren het gevolg. Maar voor de bewoners van de Gévaudan had de houtkap ook een positief effect: het verjoeg de wolf van zijn natuurlijke woonplaats en maakte voorgoed een einde aan de praktijken van la bete du Gévaudan. Deze vraatzuchtige wolf terroriseerde de omgeving van 1764 tot 1767. Hij had het vooral gemunt op kinderen en bloedmooie herderinnen. De wolf van Gévaudan werd op 20 september 1767 in het Bois de Pommières gedood door M. Antoine. Nu kruist alleen een Vlaamse gaai ons wandelpad. Door moerassig grasland bereiken we Fouzillac.



Wat het dorpje betreft. Daar is sinds Stevenson's bezoek weinig veranderd. Rondkijken is als bladeren door een vergeeld fotoboek. We zoeken een slaapplaats in Cheylard l'Eveque. Hotels en campings zijn er nog steeds niet, aardige mensen wel. Na een praatje mogen we de nacht doorbrengen in een propere schuur.

De geasfalteerde weg naar Luc ligt als een zwart lint in het golvende landschap. Uit het kasteel van Luc, een verzameling steenklompen en muren, rijst het beeld van de Madonna als een witte phoenix op. In het dal stroomt de Allier. We volgen de D 154 naar het zuiden. En omdat het trappistenklooster Notre-Dame des Neiges een 'must' is voor Stevensonliefhebbers, klimmen we het eindeloze pad omhoog.

De abdij (1850) ligt in een vallei omlijst door weiland en bos. Over de bomen beiert een kerkklok die de broeders zeven keer per dag oproept tot gebed. Vivre pour prier, leven om te bidden. Voor de broodnodige inkomsten verkoopt de kloosterorde wijn, souvenirs a en religieuze kitsch. In het Maison de Retraite, de Hôtellerie, kun je overnachten.

Wij volgen de wegwijzers van de GR 7/72 en dalen af naar La Bastide Puylaurent, een wintersportplaatsje aan l'Allier, en lopen even later langs een drukke autoweg, door heuvelachtig gebied vol naaldbos. Hoog in de lucht cirkelen buizerds. Chasserades is een juweel. Met tegen elkaar geplakte huizen, rode dakpannen en een kreupel kerkje uit de 12e eeuw. Wij klimmen omhoog naar de Montagne du Goulet (1497 m), waar de GR 7A ons over de ruggegraat naar een alleraardigst vergezicht leidt. Beneden in de vallei zien we het stadje Le Bleymard en de rivier de Lot. Aan de horizon schemeren kale bergketens.



Het Stevenson pad overschrijdt de grens van het Parc National des Cevennes. Een klim door het naaldwoud brengt ons op de schraal begroeide hellingen van de Mont Lozere, langs de hoogste top van de Cévennen: de Sommet de Finiels ( 1699 m). Al eeuwen wordt dit pad gebruikt voor de seizoentrek van schaapskuddes. Hoge granietblokken markeren de route. Vanaf de bergpas zien wij een ander Gévaudan. Achter ons ligt het heuvelachtige noorden, voor ons het schilderachtige zuiden met de karakteristieke kastanjebomen. Van het hout en de bladeren maken ze brandstof, meubelen, veevoeder en soep. Na een hobbelige afdaling staan we in de middeleeuwse straatjes van Le Pont-de-Montvert. Dit is een levende Anton Pieckprent, bekneld tussen de groene heuvels en in tweeën gesplitst door de blauwe Tarn. Over de rotsen van de Tarnvallei loopt de D 998.

Wij bereiken de Bloem der Wateren (Flora Aquarum) te voet via de GR 68, de Tour du Mont Lozere, op zo'n 1.000 meter boven het rivierdal. Het stadje ligt als een spin in het web van drie rivieren. Boven de huizen torent de spits van het Château de Florac. Op de achtergrond verrijzen de wanden van de Rochefort.

Nu kan de wandelaar hier zijn hart ophalen aan de verlaten spoorbaan naar het vroegere station van Cassagnas. Rails en bielzen zijn verwijderd. Het pad is begroeid met heide en brem. In roodbruine rotsen zijn tunnels uitgehakt. Bar-restaurant Relais Stevenson ligt er uitgestorven bij. We lopen omhoog naar Cassagnas, waar we onderdak vinden in een tot gîte d'étape verbouwde hoeve.

Zoals je de noordelijke Cévennen via het pad van de GR 68 ontdekt, zo is de GR 67, het Sentier du Tour des Cevennes, de rondwandeling door het zuidelijke gedeelte. De Tour des Cevennes neemt ons mee over de hellingen van de Mont Mars (1162 m). Door een bos van dennen, eiken en kastanjes bereiken we St. Germain-de-Calberte, waar sinds Stevenson's bezoek de pols alleen maar trager is gaan kloppen. Je vindt er huisjes met leistenen daken, terrashellingen vol wijnranken en moerbeibomen voor de inmiddels verdwenen zijderupsteelt. Autowrakken en vuilnisbelten vormen verder het decor tot aan de gîte in Pont de Burgen.

Onze finale van het Stevenson pad heeft weinig glans of glorie. We lopen de laatste kilometers over de weg in een wolk van uitlaatgassen en zijn blij als het plaatsnaambord van St. Jean-du-Gard in zicht komt. In de Grande Rue wacht onze beloning: een eenvoudige ijzeren ring bij de ingang op nr. 125. Hier woonde Monsieur Volpelière, de laatste eigenaar van Modestine. En aan deze ring bond hij de beroemde ezelin regelmatig vast. De onberispelijk geklede Fransman van het toeristenbureau haalt zijn schouders op als ik hem opgewonden over de ring vertel. 'C'est possible, c'est possible', zegt hij en hij wijst ons beleefd de deur.

Ad van Hattem


ALGEMENE INFORMATIE

Het Stevenson Trail door de Cévennen is een lange voettocht, van noord naar zuid, door het rustige heuvellandschap (tot ekken voor een de Haute Loire en het ruwe, bosrijke bergland (tot ca 1500 m) van de Lozère. Tussen Le Bleymard en St. Germain-de-Calberte loopt de route door de kern van het ca 91.000 ha grote Parc National des Cevennes, een middelgebergte van graniet, lei- en kalksteen. Het park herbergt een rijke flora en fauna. De hoogste berg is de Sommet de Finiels (1699 m).

Het Stevenson Trail van Le Monastier-sur-Gazeille naar St. Jean-du-Gard (215 km) is in 12 dagetappes onderverdeeld. Maar de afstand tussen de plaatsen is soms vrij groot. In 1978 is de hele route bewegwijzerd met blauw-gele verfstrepen op bomen, palen, muren en rotsen. Omdat de symbolen soms ontbreken en de route onderweg verschillende GR's (wit-rode markering) en streekpaden (gele symbolen) volgt zoals de GR 3, 4, 7, 40, 67, 68 en 72, zijn een wandelgids en kaart noodzakelijk.

KLIMAAT EN REISTIJD

In de Cévennen zijn de zomers veelal warm en de winters streng. In de herfst, de winter en het vroege voorjaar valt er veel neerslag. De zomermaanden juli en augustus zijn warm. De beste reistijd is van half mei tot eind juni of van begin september tot midden oktober.

REIS

Vanuit Nederland rijden er dagelijks treinen naar Parijs waar vanaf het Gare de Lyon een TGV (reistijd ca 2 uur) vertrekt naar Lyon. Hier kun je overstappen op de lokale trein naar St. Etienne, vanwaar weer een stoptrein vertrekt naar Le Puy-en-Velay. Totale reistijd ca 12 uur. Tussen Le Puy en Le Monster (21 km van le Puy) rijden (weinig) bussen. Vanaf het eindpunt van het Stevenson Trail in St. Jean-du-Gard rijdt een bus naar Alès, waarvandaan je een trein kunt nemen met een aansluiting op het traject naar Parijs.

ETEN, DRINKEN EN SLAPEN

Langs het Stevenson Trail liggen voldoende dorpjes en gehuchten om eten in te kopen. En ook overnachtingsmogelijkheden zijn er te over: gîtes d'étape (eenvoudige onderkomens met voorzieningen om te koken) in Goudet, l'Estampe, Chalet du Mont Lozere, Florac en Pont de Burgen, een relais d'étape (eenvoudig onderkomen) bij Cassagnas, een jeugdherberg in Le Puy-en-Velay en campings in o.a. Goudet, Pradelles, Langogne, Le Bleymard, Pont de Montvert en Florac. Op de route liggen ook enkele Logis de France hotelletjes. Wild kamperen is overal toegestaan met toestemming van de grondeigenaar, behalve in het Parc National des Cévennes.

KAARTEN

Van de 1:25.000 heb je zo'n grote stapel nodig, dat het het gewicht in de rugzak onnodig vergroot en je portemonnee heel licht maakt (tussen f. 20,- en 26,- p.st.). Série verte, 1:100.000, nr. 50 en 59, ca f. 12,25 p.st. De hele route staat erop. Samen met één van de wandelgidsjes kun je heel goed met deze kaarten volstaan.

BRON, GIDSJES EN BOEKEN

Op Pad, Ad van Hattem

Literatuur: Naast wandelgidsjes zijn er erg veel boeken verschenen over het Stevenson Trail. In de Nederlandse bibliotheken, bij De Slegte en bij Engels-georiënteerde boekhandels kun je wellicht één van de volgende (of andere) boeken bemachtigen:

The Cevennes Journal, Notes on a journey through the French Highlands
Mainstream Publishing, Edinburgh 1978 of Taplinger Publishing, New York 1979
Het originele manuscript aangevuld met interessante notities.

Travels with a donkey in the Cevennes and selected travel writings, van R.L. Stevenson
The World's Classics, Oxford University Press New York, 1992.

R.L. Stevenson Trail, Alan Castle, Cicerone Press, Milnthorpe, Cumbria, 1992, ca f. 30,-.

Elmar wandelgids, Cévennen en Causses, ca f. 20,-
Beschrijft de hele tocht en geeft achtergrondinformatie .

The R.L Stevenson Trail through the Cevennes, uitg. G.T. Business Services Ltd, ca f. 17,75.

Uitg. FFRP, GR Sur les pas de Stevenson, ca f. 28,50.

ANWB Reisgids Auvergne, Ardèche, Cévennen, algemene informatie, ca f. 33,50.

Deze wandelingen zijn met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 15-09-2000 door C.P.J. Aerssens