STADSWANDELING DOOR UTRECHT



In de historie van de Nederlanden heeft Utrecht, hoofdstad van het bisschoppelijk domein dat als Het Sticht bekend stond, vooral een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van het geestelijk leven. Vanuit de oude stad (door de Romeinen Trajectum genoemd) aan de toenmalige Rijnoever begon St. Willebrord zijn missiewerk ander de Friezen. Bisschop Balderik voerde Het Sticht naar ongekende macht en welvaart, terwijl een 16e eeuwse ambtgenoot (in Leuven werkzaam als hoogleraar) het tot de kortstondige status van eerste en enige Nederlandse paus, Hadrianus VI (1522-1523) bracht.

Utrecht is dan ook een bezienswaardige stad met - binnen zijn nog goeddeels bewaard gebleven grachtengordel - een keur aan religieuze monumenten, afgewisseld met sfeerrijke singels waar in het bijzonder de laaggelegen loskaden (werven) opvallen.


STADSWANDELING LANGS DE UTRECHTSE GRACHTEN


We beginnen onze wandeling door het hart van Utrecht op het Vredenburg. We lopen de winkelpromenade van de Lange Elisabethstraat in. Op de kruising waar de Lange Elisabethstraat overgaat in de Steenstraat gaan we linksaf de Bakkerstraat in. Hier komen we langs de hoeden- en pettenzaak van Jos van Dyck, waar borsalino's, panama's, dameshoeden en een collectie Amerikaanse baseball-caps ons kaal doen voelen. De Bakkerstraat komt uit op de Oudegracht waar direct op de hoek links het kleinste houten huis van Utrecht staat. In de zijgevel zie je de balken zitten. In dit pand heeft al van alles gezeten, maar nu huist er een kaarten- en posterwinkel. We lopen rechtsaf de Oudegracht op. Langs de oude grachten vind je de gezelligste plekjes van Utrecht. Daar beneden op de werven heb je allemaal terrasjes. Je kunt er gewoon lekker rustig zitten, een kopje koffie 'doen'.

We kuieren over de Vismarkt die versierd is met een hele rij mooie, historische geveltjes. Er zitten vooral kleine, soms nog ambachtelijke bedrijfjes in, zoals een antiekzaakje, een slager en een bakker. Op nummer 6 zit Betsie met haar Kookwinkel. Verderop houden vooral anglofielen halt bij Bakkerij Andrée De Laat. Hier kun je de originele Engelse 'scones' kopen, compleet met slagroom en vruchtenmarmelade. Ook gaan hier de Utrechtse Kloostermoppen grif over de toonbank, een overheerlijk broodje met zuidvruchten, noten en chocolade.

De eerste straat links is de Servetstraat, met aan het einde ervan de 112 meter hoge Domtoren. Voor de toren links ruik je de vers gezette cappuccino van Brasserie Domplein, waar een lekker Parijs' sfeertje hangt. Vroeger was dit het Paleis Lofen, een middeleeuws stadsverblijf van de Duitse keizers. Door stadsbranden in 1131 en 1253 werd Lofen verwoest. De onderbouw waarop vervolgens drie huizen verrezen, werd toen bestemd tot wijnkelder van het Domkapittel. Rechts voor de Domtoren geven metershoge deuren toegang tot een klein stadspark. Je kunt dus gewoon onder de kathedraalachtige gewelven van de toren naar de andere kant lopen, maar ook via deze piepkleine, ingesloten stadsoase. Wie zijn wandeling tot een sportprestatie wil maken, rent vervolgens in één adem de 465 treden van de Domtoren op. Om uithijgend te genieten van een onvergetelijk uitzicht over stad en land van Utrecht. Op het Domplein, waar toren en kerk gescheiden door straatklinkers tegenover elkaar liggen, staat het standbeeld van Graaf Jan van Nassau, stadhouder van Gelre en oudste broer van Willem van Oranje. Het andere 'kunstwerk' op het plein valt ook niet over het hoofd te zien: het afgietsel van de Runensteen die door Koning Harald ruim een eeuw geleden op het Deense Jutland werd geplaatst. Rechts ervan is de ingang van de Kloostergang, die sinds de 15e eeuw de verbinding vormt tussen de Domkerk en het Kapittelhuis. In de 17e eeuw werd hier nog levendig gehandeld in boeken. Maar sinds hier het 19e eeuwse 'secreet' (openbaar toilet) verdwenen is, loop je er nu in alle stilte rond in een esthetisch verantwoorde kruidentuin. We verlaten de tuin aan de andere kant en slaan rechtsaf het 'Achter de Dom' op.

Daarna lopen we schuin rechts door over de Nieuwegracht, een statige 'woongracht' met prachtige gerestaureerde grachtenhuizen. Op de kades langs het water staan platanen en kastanjebomen die weliswaar lager staan dan het straatniveau, maar met gemak boven de huizen uitsteken. Op nummer 63 zit Rijksmuseum Het Catharijneconvent. In dit voormalige Johannieterklooster is de grootste verzameling religieuze kunst van Nederland te bewonderen. Een collectie die onmiskenbaar laat zien hoe rijk religie kan zijn op het gebied van schilder-, beeldhouw-, edelsmeed- en boekdrukkunst.

Voorbij het Catharijneconvent wordt het steeds groener. Hier hebben we minder last van verkeerslawaai, kun je de vogels horen fluiten. Fluisterstil glijden hier door de gracht de twee museumboten van Rederij Lovers die met zijn schone elektromotor praktisch onhoorbaar zijn en door de geringe afmetingen zelfs dit smalle deel van de Nieuwegracht kunnen bevaren.

Als we het einde van de Nieuwegracht naderen, vinden we op nummer 185 de hekken van de Oude Hortus Botanicus. Buiten het oude stadscentrum, in de wijk Uithof op het Fort Hoofddijk, liggen de nieuwe Botanische Tuinen van de Utrechtse universiteit. Maar dat wil niet zeggen dat de oude gesloopt worden. De Utrechtse Rotary Clubs hebben samen met buurtbewoners de tuin weer opgeknapt.

Om terug naar het hart van Utrecht te komen moeten we rechtsaf, langs het Hofje van Pallaes aan de Agnietenstraat. Het is te herkennen aan een rij groene luiken en deurtjes waarboven het familiewapen van Pallaes met het jaartal 1651 hangt. Verderop ligt links het Agnietenklooster uit 1420. In 1674 was dit het stadsambachtskinderhuis en in 1830 stampten er nog de hier gelegerde soldaten door de gangen. Maar in 1919 werd het verbouwd tot Centraal Museum. Van het oorspronkelijke klooster bleven toen alleen de kapel en de hoofdvleugel boven een grote kelder bestaan. De Agnietenstraat gaat uiteindelijk over in de Nicolaasstraat waar de huizen links nog van die ouderwetse 'spionnetjes' aan de gevel hebben: om te zien wie er voor de deur staat. Als we aan het eind rechts de Twijnstraat inlopen, kunnen we snoepzaak 'Droppie' onmogelijk voorbij lopen. Achter de hardblauwe gevel brengt 'kunstenares' Patricia Veltman haar creaties van spekkies en ander snoepgoed aan de man.


Het vervolg van de Twijnstraat is de Oude gracht, hier nog lekker groen en rustig. Onder aan de waterkant zitten tal van werkplaatsjes waar vaak nog ambachtelijk wordt gewerkt. Net als langs de Nieuwegracht kun je hier via kleine houten trappetjes op de werven langs het water komen. Langs de mooie brede gracht staan weer heel mooie panden met historische gevels. Tussendoor zitten originele winkeltjes als 'De Oude Doos' voor verzamelaars: kralenwinkel 'Door het Oog van de Kraal' en pottenbakkerij 'De Vogelpot'. Naarmate we dichter bij de Dom komen, neemt de winkeldichtheid toe en wordt het op straat en stoep alsmaar drukker. Dan zien we de zuurstokroze gevel van 'De Witte 'randenwinkel' Loop hier maar eens aan voorbij! Er liggen zulke beeldschone tandenborstels naar je te lonken, dat je er zo een jaarvoorraadje wilt inslaan.

Twee adressen verder, nog net voor de Hamburgerbrug, kun je bij 'Ron Ton Ton' terecht voor en mét spullen uit de jaren '50 en '60. Want Ron Ton Ton doet aan in- en verkoop. Dat laatste zal wel lukken, want wie loopt niet weg met al dat Amerikaanse design uit het Rock en Roll-tijdperk. Met het Coca Cola-logo nog in ons hoofd, steken we de Hamburgerbrug over om aan de andere kant van de gracht zo tegen de 'bestripte' buitenkant van 'Blunder' aan te lopen. Een zaak om de banden met oude stripliefdes als Suske en Wiske, Kuifje en Trigo weer eens aan te halen. De Oudegracht aan deze kant verder volgend, wandelen we vanzelf de Lijnmarkt op, een korte maar leuke winkelpromenade. Voor we nu rechtdoor de Choorstraat inlopen, moeten we eerst hier even het Buurkerkhof in. Naar het Nationaal Museum Van Speelklok tot Pierement. Dit museum heeft alles met muziek te maken. Mechanische muziek van speeldozen, klokken, draaiorgels, kermisorgels en andersoortige voorwerpen waar muziek uitkomt.

De Choorstraat brengt ons daarna weer bij het Stadhuis. Rechts langs naar het Oudkerkhof 'nog een mooi stukje Utrecht'. Rechts passeren we het uithangbordje van Patisserie Lunchroom Noteboom die al sinds 1748 in bedrijf is. Daarna Café Dikke Dries even verderop links in de straat. We lopen het Oudkerkhof uit en steken de Domstraat over, het 'Achter St. Pieter' in. Op nummer 8 zien we een prachtig oud huis dat getuigt van een zonnig humeur. De ronde poort heeft een palmboom op de deur en is omlijst met wijnranken. Als je omhoog kijkt, lacht een gouden zon je door weer en wind stralend tegemoet. Dan gaan we linksaf het Pieterskerkhof in. Langs het veilinghuis van de 'Vereniging van Notarissen' waar je op kijkdagen naar binnen kan en via de Pieterstraat bereiken we de Kromme Nieuwegracht, een smalle, verstilde gracht. Bij het Polmanshuis, waarin tegenwoordig een stijlvol Grand Café zit, gaat de Kromme Nieuwegracht over in het Jansdam. En die gaat aan de andere kant van de Korte Jansstraat weer verder in de Minnebroederstraat. Daar op nummer 11 het Schiller Theater van cabaretier Hennie Oliemuller:

De Minnebroederstraat komt uit op de Ganzenmarkt. Aan het eind van de Ganzenmarkt bij 'Broodje Ploff" rechts de Schoutenstraat in. Wie wil weten waar Abraham de mosterd haalt, krijgt op nummer 11 het antwoord. Daarnaast zit de 'Koekebackery Van Den Dubbelden Arend", waar een ouderwetse bakkersfiets dienst doet als uithangbord. Alles aan de gevel loopt scheef precies zoals je van zo'n oud pand mag verwachten. Dit is het oudste bakkerijtje van Utrecht. Hier verkopen ze de enige echte originele Plat Utrechtse Koek. Een bezoek aan Utrecht is niet compleet zonder die koek.

Aan het einde van de Schoutenstraat komen we op het door het monopoliespel onsterfelijk gemaakte Neude. We slaan er meteen rechts de kleine Kintgenshaven in. Even rechts en meteen weer links en we staan op het Hoogt, waar halverwege een poort het Kruideniersmuseum te vinden is. Het kleine beluikte pandje geeft een beeld van een grutterszaak anno 1873, toen alles nog los te koop was en werd afgewogen in een puntzak. Via de Kintgenshaven komen we weer op het Neude, die we recht door oversteken om via de Drakenburgstraat weer op de Oudegracht te komen. Nu kun je natuurlijk meteen rechtsaf lopen naar de Lange Viestraat en zo weer terug naar het Vredenburg en 'Hoog Cathrijne', maar leuker is eerst even links, de brug over en pas aan de andere kant van de gracht rechtsaf te gaan. Dat is een voetgangersgebied, dus dat loopt lekkerder. Op de Lange Viebrug houdt ze nog even halt. Aan die kant van de brug liggen de museumboten van Lovers. En hier aan deze kant liggen de rondvaartboten van Schuttevaer. Je kunt zo op straatniveau in de Utrechtse binnenstad vanaf het water alles zien en dat is weer heel anders.



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 28-11-2000 door C.P.J. Aerssens