De Voerstreek - Waar de natuur geen Frans of Nederlands spreekt!
Waar de landgrens tussen Nederland en België ten zuiden van Maastricht zich langs de vele grenspalen kronkelt tussen het Land van Herve en Zuid-Limburg, vinden we de Voerstreek. Dit is ook het gebied van de taalgrens en de daarmee verbonden taalstrijd. Deze kleine landbouwdorpen van de Voerstreek maakten lang deel uit van de provincie Luik. Toen in 1976 in heel België gemeenten in grotere gehelen werden ondergebracht, zijn ook de zes kleine dorpen in de Voerstreek samengevoegd tot de Gemeente Voeren. Het zijn Moelingen, 's-Gravenvoeren, St. Martens-Voeren, St. Pieters-Voeren, Teuven en Remersdaal. Er wonen amper vierduizend inwoners. In de zes dorpen staat de kerk in het midden aan het dorpsplein, precies zoals dat hoort. De deftige burgerhuizen staan er omheen geschaard, ook al zoals dat hoort. Wat verder liggen boerenhoven en kastelen te midden van weiden, bossen en boomgaarden, eveneens niets bijzonders.
In niets was deze vreedzame, mooie en rustige gemeente Voeren voorbestemd om in België uit te groeien tot het grote symbool van de taalstrijd. De incidenten in Voeren braken in 1962 uit na de beslissing van de Belgische regering om de zes Voerdorpen over te hevelen van de Waalse Franssprekende Provincie Luik naar de Vlaamse Nederlandssprekende Provincie Limburg om op deze wijze taalhomogene gebieden te scheppen. De Franssprekende notabelen van Voeren kwamen hiertegen in verzet, en ze kregen hierbij de steun van een gedeelte van de bevolking, dat zijn klassieke banden met Luik, ook op economisch vlak, bedreigd zag. Hun politieke partij heette al snel 'Retour à Liége' en behaalde de meerderheid bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen. Het symbool van verzet van geheel Franstalig België tegen de 'opmars' van het Nederlands in dat land, is dan de merkwaardige persoonlijkheid van José Happart, een kleine wallingantische fruitkweker. Hij bracht het tot Europees parlementslid, en heeft inmiddels het Voerense politieke toneel vrijwel helemaal verlaten.
Sindsdien is Voeren in twee kampen verdeeld. Daar kwam nog bij dat uit het gehele land afkomstige 'Flaminganten' en 'Wallinganten' in Voeren een gedroomd strijdtoneel vonden voor hun betogingen en botsingen. Pas de jongste jaren begint de onzichtbare taalbarrière die Flaminganten en Wallinganten in Voeren van elkaar scheidt, barsten te vertonen. Vele muren in de Voerstreek zijn ondertussen nog steeds met leuzen beschilderd, al begint de verf te verbleken. Meestal luidden deze leuzen 'Voeren Vlaams', of 'Fourons WalIons': ze vatten perfect het programma van de Vlaamsgezinden en van de Waalsgezinden samen.
De wandelaars en toeristen die nu in alle rust de Voersteeek ontdekken, hebben meer oog voor de prachtige omgeving waar in de beekdalen van Voer, Veurs en Noorbeek bossen, boomgaarden en weilanden elkaar afwissen. In het glooiende landschap zijn kastelen, vakwerkhuizen, kapellen en veldkruisen kenmerkend voor de streek. De natuur spreekt hier geen Frans of Nederlands en hier zingt ieder vogeltje zoals het gebekt is!!
Traject Mesch - Noorbeek - 's Gravenvoeren 19 km
Traject St. Martens-Voeren - St. Pieters-Voeren - Veurs 15 km
Traject Wittem - Moresnet 18 km
Deze wandelingen zijn met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.