[IMAGE]

Herfstvakantie! De gure en herfstachtige weersomstandigheden van de voorafgaande weken beloofden niet veel goeds. Maar ondanks dat waren we weer aan ons Ardennen-weekend toe. Al in september had Charles contact gezocht met de familie Daco om het vakantieverblijf “Le Fournil” vast te leggen. Opnieuw wilden de meeste van ons aan het begin van die vakantieweek gaan wandelen. Zo gezegd zo gedaan. Het reserveren van ons knusse verblijf bleek voor de geplande dagen geen probleem te zijn. De familie Daco kende ons intussen al aardig: we vierden dit jaar immers ons eerste lus-trum in Laidprangleux.

Deze keer zouden we met een groot gezelschap naar de Ardennen afreizen. De harde kern was intussen uitgebreid met Lorenz. Voor hem zou het zijn “Maidentrip” worden. En ook “Door omstandigheden” kreeg versterking van Wilma. Immers in het huisje was er voor dit hele gezelschap een slaapgelegenheid. Voor de zekerheid werden er echter wel nog luchtbedden, matrasjes en slaapzakken meegenomen. Zo troffen we met 8 personen de nodige voorbereidingen: Jan, Charles, Peter, Bert en Marion, Lorenz en Wilma en tenslotte ook Marlien. De taken waren snel verdeeld: Jan werd tot penningmeester gebombardeerd en regelde de financiën en moest voor de drank zorgen, catering Peter was verantwoordelijk voor de maaltijden, Charles was opnieuw routechef en tenslotte waren Bert en Lorenz de aangewezen chauffeurs.

Er was deze keer geen discussie over de route en als startpunt van samenkomst en vertrek was gekozen voor Princeville bij Breda. Charles ging op zondagavond al bij Jan in Etten-Leur slapen en op de dag van vertrek, maandag 26 oktober, was de afspraak om tegen 6.10 uur present te zijn in Zevenbergen bij Marion. Van hieruit vertrok de Opel Astra van Bert met de passagiers naar Princeville. De Vento van Lorenz liet even op zich wachten. Vanuit Hank via Oosterhout waar Marlien en Peter werden opgehaald, arriveerden zij even na 6.40 uur op de afgesproken plaats. Het was druk op de autoweg naar Antwerpen en richting Brussel werd het al meteen aanschuiven in de file. Bij sommigen van ons rees dan ook de vraag of het niet verstandiger was geweest om via Maastricht en Luik naar de Ardennen te rijden. Gelukkig zag het weer er op dat moment nog aardig uit.

Eenmaal Brussel achter ons latend was de verkeersdrukte over en bereikte we via Namen de afslag voorbij Spontin. Hier hadden we afgesproken om boven aan de uitrit op elkaar te wachten en de laatste paar kilometer gezamenlijk naar het station van Gendron te rijden, waar we het afgelopen jaar ons Ardennenoffensief hadden afgesloten. Even voorbij het feodale kasteel van Vèves wisten we dat we er waren. De auto’s werden geparkeerd voor de Auberge de la Lesse. Eerst was er een koffiepauze en overheerlijke cake van Marlien en vervolgens werd de wandeluitrusting nog gecontroleerd. De auto van Lorenz moest nog naar de aankomstplek van deze dag gebracht worden. Via Celles reden Lorenz, Bert en Charles naar La Sauveniere, net over de autoweg van Namen naar Luxemburg. Hier was een ruime parkeerplaats.

Met de Opel Astra terug bij Gendron Gare pakten zich donkere wolken samen boven het dal van de Lesse en voor we ook maar een stap van de wandeling van vandaag gezet hadden, viel de regen al met bakken uit de lucht. Dit vertrek omstreeks 11.00 uur hadden we ons wel anders voorgesteld. Er was nu geen weg meer terug en deze ervaring hoorde er nu eenmaal ook bij. Immers in al de jaren dat we gezamenlijk op pad waren, was het de eerste keer dat we zo’n “pokkenweer” hadden.

Langs de Lesse volgden we de rood-witte markering van de GR 126. Deze was goed aangegeven en zo kon de kaart in de rugzak blijven. De handen vrij. Want het pad was modderig en op sommige plaatsen sopten we diep door de nattigheid. Steeds oplettend voor uitglijden! De Lesse kronkelde via een bochtig parcours in de richting van Houyet en het pad volgde de bedding soms dicht langs het water dan weer even het bos in, klimmend over steile en van ijzeren ladders voorziene glibberige voetpaden. De regen viel gestaag in bakken neer en Marlien bemerkte dat haar nieuwe poncho niet zo’n succes was. We onderhielden een straf tempo en bij het gezellig kletsen onderweg moesten we steeds opletten voor glijpartijen.

Schuilen voor een korte pauze konden we nergens en pas bij Houyet vonden we een afdak bij een verlaten en onderkomen uitspanning. Deze had beslist beter tijden gekend getuige de reclameborden van Palmbier. Nu gesloten volgens de officiële publicatie “a cause d”hygienique”. Het overdekte terras bood beschutting. De natte jassen werden aan spijkers opgehangen en ieder zocht een goed plekje om het lunchpakket te verorberen en kopje koffie te drinken uit de thermosflessen. Gelukkig was de koffie lekker warm, zodat we aardig op verhaal kwamen.

Intussen was het opgehouden met regenen en trokken de sombere wolken langzaam weg. Een eerste voorzichtig zonnestraaltje zo weldra zichtbaar worden. Na de rustpauze gingen we weer op weg. We staken de doorgaande weg de N29 over en kwamen nu op de GR 577. Even hadden we geen modderbad onder onze voeten en over een prettige asfaltweg, op de kaart ingetekend als Tienne d'Airmont, volgden we de Lesse stroomopwaarts tot op een punt waar we over de weilanden uitkijkend de Lesse zagen afbuigen in zuidelijke richting. Met een zeer ruime meander kwam de Lesse na goed een kilometer weer pal langs ons wandelpad lopen ter hoogte van Bois du Tchèro. Ook hier was er een ruime bocht in de Lesse en waar dit door de regen aangezwollen riviertje opnieuw richting zuiden afboog, liepen wij in oostelijke richting door het bos tot bijna bij de Chapelle du Maquis aan de doorgaande weg van Celles naar Ciergnon.

Hier boog de wandelroute weer af van de bewoonde wereld en over een glibberig en modderig pad gleden we af in de richting van de Lesse. Even was eer sprake van onduidelijkheid over de afdrukken in de modder, maar spoedig bleek dat een verdwaalde of losgebroken koe ook hierlangs gelopen was. Onder aan de helling bleek dit beest buiten de omheining bij een groep soortgenoten te staan. Om het beest niet helemaal in verwarring te brengen maakte Bert een omtrekkende beweging zodat wij zonder problemen voor de koe onze weg konden vervolgen. Al gauw bleek dat het pad veranderd was in een echt waterpad. Soppend zochten we onze weg en menigeen kreeg natte voeten door de hoge waterstand. We waren blij het gehucht Hérock te bereiken en asfalt onder de zolen te krijgen. Voorbij de kerk bogen we rechts af en liepen richting Pont d'Havenne.

Voor deze brug was een onduidelijke rood-witte routemarkering linksaf. Naar later bleek gingen we hier de mist in. Eerst was er nog sprake van een duidelijk pad maar na goed een kilometer was van een pad geen sprake meer. Door zompig grasland met haast kniehoog water zochten we onze weg. En met een beboste helling aan onze rechterzijde besloten we door het bos een route banend omhoog te klimmen tot het in elk geval droog onder onze voeten werd. Zigzaggend bereikten we de bosrand en hadden opnieuw een weiland voor ons.

Er was opnieuw tijd voor een rustpauze en de rugzakken werden nog eens grondig geïnspecteerd op aanwezige mondvoorraad. Lions en Mueslirepen werden rondgedeeld en de thermoskannen tot op de bodem uitgewrongen. Nog slechts een tweetal kilometer scheidde ons van het eindpunt. Voor Lorenz zou dit als een verlossing komen, omdat hij de laatste kilometers last van zijn knie begon te krijgen. Door de drassige wei bereikten we de N48 en eenmaal op deze weg zagen we, de brug over de autoweg A4 passerend, in een waterig herfstzonnetje de auto van Lo-renz al staan. Daar aangekomen konden de hongerigen onder ons in een heus Belgisch "friteskot" nog een croquet verorberen terwijl de chauffeurs bij Gendron Gare de andere auto gingen ophalen.

Nu werd het tijd om ons nachtverblijf in Laidprangleux op te zoeken. Over binnenwegen via Ciergnon, Rochfort en Marche-en-Famenne, waar de twee chauffeurs elkaar even uit het oog verloren, reden we naar Marcourt aan de Ourthe. We kwamen op bekend terrein en tegen 18.00 uur reden we het erf van de familie Daco op om er de sleutel te halen. Nog slechts een kort ritje en we parkeerden de auto's bij "Le Fournil". Eerst even werd er lekker onderuit gezakt een overheerlijk glaasje Glühwein gedronken. Het bleef echter niet bij een glaasje, want 5 liter Glühwein soldaat maken met 8 personen vraagt om een ander drinkgedrag! De overheerlijke spaghetti Bolognese lieten we ons heerlijk smaken en als klap op de vuurpijl was er ook een heerlijk nagerecht uit de keuken van Marlien. Onze complimenten!

De avond werd niet in ledigheid doorgebracht. Het raadspelletje van het afgelopen jaar was zeker een succes. Maar tegen 23.00 uur gingen de lichten uit en had iedereen een geschikte slaapplek gevonden. Zo vond Marlien het prettig haar bedje te spreiden op de badkamer. Alles was in een diepe rust. Van de regen- en windvlagen die nacht hadden we dan ook geen last.

‘s Morgens tegen 8.30 uur moesten we eigenlijk wel beneden zijn om te ontbijten, brood te smeren voor onderweg, op te ruimen en in te pakken. Met zo veel personen moest er even op elkaar gewacht worden. Geen probleem. Nog even werd er gesproken over de wandeling van vandaag. Gisteren waren door de barre omstandigheden de paden veelal onbegaanbaar geweest. Besloten werd om vandaag te kiezen voor een traject langs de Our-the en wel de afstand tussen Hamoir en Barvaux, zoals Bert, Peter, Jan en Charles dit ook in oktober 1993 hadden gelopen. Zo sloten we tegen 9.45 uur de deur van “Le Four-nil” en reden naar Bois du Tave om af te rekenen. Onze penningmeester was beslist van “penning zestien” want hij had te weinig Belgische Francs ingekocht. Bert sprong bij en zo was het probleem snel opgelost. Op ging het naar Barvaux waar de auto’s werden geparkeerd bij het kleine stationnetje. Hier bleek de tand des tijds in de afgelopen jaren flink aan geknaagd te hebben. Alles was dichtgetimmerd en omgeven door een stevig hekwerk. We waren precies op tijd om de trein van 10.37 uur te halen. Met het gezellige boemeltreintje ging het richting Hamoir. Voor onze penningmeester bleek dit ritje geen financiële aderlating: Bfr. 520,-. Maar ja, wat wil je ook als je met de Bond van grote en kinderrijke gezinnen op pad bent!

Vandaag hadden we geluk met het weer. Een waterig zonnetje begeleidde ons bij het verlaten van Hamoir. Stroomopwaarts ging het in zuidwestelijke richting over een verlaten asfaltweg in de richting van Chateau de Lassus. Om het kasteel heenlopend bereikten we het voetpad dat direct langs de Ourthe loopt. In een rattenval zat een muskusrat. Voor de Belgen is dit waterkonijn een delicatesse. Door drassige weilanden liepen we naar Sy. Maar eerst moest en nog even gerust worden. Bert, Peter en Charles hadden al een goed droog plaatsje gevonden onder een klimrots. Genietend van een heerlijke kaasboterham bleek zelfs dat Zevenbergen zelfs tot hier bekend was. Marion herkende een roodharige plaatsgenote.

In Sy moesten we de spoorbrug oversteken en onze weg op de westelijke oever voortzetten. Hier was een betonnen voetpad. Voorbij Pallogne liepen we soms dicht langs de spoorbaan, dan weer het pad volgend direct langs de Ourthe soms door weilanden dan langs maïsvelden. Een opvallende verschijning was hier een aalscholver, die wegens zijn beschermde status en weinig natuurlijke vijanden al tot aan de Ourthe was doorgedrongen. Even voor Bomal moest er nog een echte hindernis genomen worden. Door de hoge waterstand in de Ourthe was de weg in de rivier verdwenen en moesten we een creatieve oplossing bedenken om dit traject af te leggen. Steil door het bos en met hulp van elkaar kwamen we weer op de goede weg en bereikten tegen 13.45 uur het station van Bo-mal.

Tijd voor een kopje koffie, een glaasje fris, soep of een pilsje. Het plaatselijke café tegenover het postkantoor en met de fantasierijke naam Café de la Poste bood “warmte en gezelligheid”. Nog 4 wandelaars dachten er ook zo over en plotseling was dit plaatselijke café overvol en dit hadden de wellicht vaste klanten, een gezette man in Pitbullsmoking en een statige heer met dubbele tong en een speelse hond, zeker niet verwacht.

Tegen 14.45 uur verlieten we Bomal en moest nog de laatste etappe naar Barvaux worden afgelegd. Ervaring van de allereerste tocht had geleerd om de juiste weg te kiezen en zo zaten we weldra op de campings die direct aan de Ourthe lagen. Ook hier zochten we onze weg zo dicht mogelijk langs de oever soms een pad banend door de maïsvelden.

In Barvaux was er nog een laatste pauze en hier laaide dan nog eens voor de laatste keer de discussie op of we over Maastricht of via Brussel huiswaarts wilde keren. Gekozen werd voor dezelfde route als we gekomen waren. En zo reden we tegen 15.30 uur huiswaarts via Namen en Brussel. Bij Brussel kregen we duidelijk ander weer en viel de regen met bakken uit de hemel. Wat hadden wij een geluk gehad tijdens onze wandelingen. In Antwerpen werd het aanschuiven en tot Breda bleef het druk. Hier raakten we opnieuw verzeild in files. Lorenz koos voor de afslag Rijsbergen om zo Princeville te bereiken. Dit werd hem noodlottig, want even voor het afgesproken eindpunt bij een stoplicht werd zijn auto van achteren aangereden. Gevolg: de kofferbak zat muurvast. De daders maakten zich snel uit de voeten en verdwenen met de noorderzon. Bij Prince-ville werd de politie gebeld en na enig geharrewar moest hij zich alsnog op het politiebureau aan de Tuinzichtlaan melden. Het gevolg van dit alles was dat we pas laat konden eten en tegen 22.00 uur afscheid van elkaar konden nemen. Ondanks de heftige regen van de eerste dag ging iedereen met prettige wandelherinneringen naar huis. Lorenz en Wilma brachten Marlien en Peter thuis, Bert Marion en Jan zetten Charles in Loon op Zand af en reden door naar Zevenbergen.

Charles Aerssens
4 november 1998



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 11-03-2005 door C.P.J. Aerssens