© L.A.W.V.VIA-VIA

De wandeldag met Seniorenvereniging Loon op Zand had in februari als lunchpauze horecagelegenheid Het Smokkelaartje in de route. Dit brengt Charles op het idee om voor de dagwandeling van L.A.W.V.”Via-Via” in maart deze uitspanning als vertrek- en eindpunt voor een grensoverschrijdende wandeling door het beekdal van de Strijbeekse Beek te kiezen. De geplande route gaat langs natuurreservaat de Goudberg met het Patersmoer via het buurtschap Strijbeek naar het riviertje de Mark. Dan steken we door naar het Belgische Meersel-Dreef. Vanaf hier wandelen we over Belgisch grondgebied langs de Mark naar Klein-Eyssel om door Landgoed Elsakker naar het gehucht Oosteneind te gaan. Hier verlaten we België, steken de Strijbeekse Beek en de Oude Loop met het waterretentie gebied De Maaien over. Vanhier gaat het laatste traject langs de westzijde van de Bleeke Heide terug naar het vertrekpunt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voor woensdag 14 maart melden zich om 9.30 uur Hans, Wil, Harrie, Theo en Charles op de afspraak en vertrekken voor de rondwandeling vanaf de parkeerplaats van horecagelegenheid Het Smokkelaartje aan de Goudbergseweg 8. Startpunt is hier de markering van het wandelroutenetwerk Baronie Poort. Over het asfalt gaan het een 10-tal meter naar links tot de bocht van de Goudbergseweg met de onverharde Grazenseweg. Hier kiezen we rechtuit het bospad, dat even verderop langs open veld verloopt. Op de T-splitsing gaat de route naar rechts tot we op de zandweg bij KNP 81 uitkomen. Hier wandelen we linksaf door het hekje en volgen we het voetpad langs het fraaie ringven Patersmoer of Goudbergven langs KNP99. Deze waterplas wordt omgeven door een paraboolduin, die gevormd is na de laatste ijstijd 10.000 jaar geleden met levend hoogveen en begroeid met heide, eiken, berkenbos en vliegdennen. Het Patersmoer heeft het minste te lijden gehad van de negatieve beïnvloeding door de mens en vormt hiermee "een parel aan de zuidkant van het heem". Op het hoogste gedeelte van het duin heeft in de Middeleeuwen een houten standerdmolen gestaan, die op de oostpunt van de Goudberg gebouwd is. Tussen 1628 en 1667 staat er geen molen meer op de Goudberg: de oude is afgebrand en met het bouwen van een nieuwe wordt door de Nassause Domeinraad erg lang gewacht. Vanaf 1707 is er sprake van de molen "De Korenbloem". Juist ten zuiden van die molen is zelfs een speciaal bruggetje over de Strijbeeksche Beek gemaakt om ook de verbinding in die richting te vergemakkelijken. Als de Strijbeeksche Beek in 1830 de gesloten nieuwe staatsgrens tussen België en Nederland vormt, wordt de molen in 1835 verplaatst naar Ulvenhout.

Sinds 1954 is het gebied de Goudberg een Staatsnatuurreservaat, waarmee voorkomen wordt dat dit uitzonderlijke natuurgebied tot cultuurgebied wordt omgevormd. Het pad langs het Patersmoer volgen we tot aan het punt waar we door het klaphekje naar links uitkomen op het brede zandpad dat op de kaart vermeld staat als Grazenseweg. Vanhier hebben we naar het zuiden toe een wijds uitzicht op het beekdal van de Strijbeeksche Beek, dat de natuurlijke grens met onze Belgische zuiderburen vormt. Het is hier in dit gebied dat op 2 januari 1814 aan het eind van het Napoleontische tijdperk de ‘Slag bij Strijbeek’ plaatsgevonden heeft. Om Napoleon op de knieën te dwingen is er een geallieerdenleger op de been gebracht, dat bestaat uit Zweden, Britten, Hessen, Würtenbergers, Saksen, Pruisen en Russische Kozakken. De voorhoede van dit ‘Armee du Nord’ wordt gevormd door het 3e Preussische Armee Korps. Vierhonderd Pruisische ruiters en Kozakken van dit korps raken slaags met tweehonderd leden van de cavalerie-eenheid Rode Lansiers, de Franse ‘Lanciers Rouges’ van de keizerlijke garde van Napoleon. De uiteindelijke slag speelt zich voornamelijk af in de weidegronden, de beemden aan de Nederlandse kant van de beek. De waterstand is tweehonderd jaar geleden veel hoger dan nu en verschillende manschappen en paarden verdrinken als ze door het ijs zakken. In totaal sneuvelen hier dertien Pruisen. De “Slag bij Strijbeek” maakte onderdeel uit van een groot aantal slagen en schermutselingen tussen Breda en Antwerpen, voornamelijk op Belgisch grondgebied, waarbij de grootste slag op 11 januari 1814 geleverd wordt bij Hoogstraten en waarbij in totaal bijna tweeduizend doden en gewonden vallen. In 2014 wordt dit groots herdacht met het naspelen van deze slag.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Door het hekje volgen we naar rechts het zandpad verder en met de bocht mee hebben we nog even zicht op het ven Patersmoer. We passeren een granieten zwerfkei die hier begin 2004 langs het zandpad aan de rand van het voormalig slagveld, is neergelegd met het gedicht dat Pien Storm van Leeuwen voor deze plek schreef: over zijn grenzen reikt - macht naar al meer - voert vechters van ver - naar vreemd land - belangen langs lansen betwist - kleuren een beek en zijn beemden - in strijd. Dan bereiken we de verharde weg, de Goudbergseweg, voorheen Oude Bredase Baan en slaan op die verharde weg linksaf. Het gehucht Strijbeek wordt bereikt en blijkt Strijbeek uit slechts enkele huizen en een café te bestaan, gelegen aan de rand van de Strijbeekse Heide en aan de Belgische grens. Strijbeek ontleent zijn naam waarschijnlijk aan de nabijgelegen Strijbeeksche Beek. Het is echter niet bekend hoe deze beek aan zijn naam is gekomen. In 1744 meende men dat deze beek de zuidgrens vormde van het Gouw Strijen, maar ook de aanduiding "strij" dat "stromend water" of "strijd" betekent, behoort tot de mogelijkheden.

Strijbeek kent al duizenden jaren geleden een min of meer permanente bewoning als typische beekdalnederzetting. Dit bewijst de vondst van een urnenveldje, waarbij op de potscherven invloed kenbaar is van de Noord-Franse Marnecultuur, dat tijdens ontginningswerkzaamheden in 1937 wordt blootgelegd. Het toont aan dat in de 5e eeuw voor onze jaartelling mensen op dit hooggelegen terrein hebben gewoond. Maar ook de vondst in 1979 van een fragment van een prachtig bewerkte schaaf van tussen de 100.000 en 40.000 jaar oud. Het huidige Strijbeek is vermoedelijk in de 13e eeuw ontstaan door ontginning van bos op de hogere terreingedeelten langs de nabijgelegen Strijbeekse Beek aan de oude heerbaan op de verbindingsweg van Hoogstraten naar Breda. Maar ondanks die gunstige ligging is Strijbeek nooit uitgegroeid tot een groot dorp, hoewel het aantal inwoners in vroegere eeuwen groter is geweest dan tegenwoordig.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op de T-kruising bij de Strijbeekseweg met ANWB-paddestoel P21158 en KNP 60 wandelen we rechtsaf voorbij de St. Hubertuskapel. Dit kapelletje is gebouwd voor de gelovigen die te ver van een parochiekerk wonen. De voorganger van de huidige kapel is gebouwd in 1518. Ze is betrekkelijk groot: 22 meter lang en 15 meter groot en doet dan ook dienst als kerkje, een zogenaamde kwartkerk. Waarom in Strijbeek destijds zo'n omvangrijk godshuis werd gebouwd is waarschijnlijk te herleiden tot het toenmalige - in vergelijking met omliggende dorpen - grote aantal inwoners. Na de Vrede van Münster in 1648, als alle katholieke kerkgebouwen overgaan in protestantse handen, dient de kapel nog enige tijd als schuilkerk voor gelovigen uit Ginneken. Daarna staat het gebouwtje meer dan een eeuw leeg door de in beslagname van de Prins van Oranje. In 1788 kwam de kapel weer in katholieke handen, maar na een leegstand van meer dan een eeuw bleken de onderhoudskosten zo hoog geworden, dat in 1872 wordt besloten de kapel af te breken. Van de oude stenen is het huidige kapelletje opgebouwd naar een ontwerp van P.J. Soffers, waarna het in 1979 nog eens is gerestaureerd. In de voorgevel is een klokkenstoeltje ingebouwd, waarin een in 1756 door G. du Mery uit Brugge gegoten klok hangt. Het interieur van het gebouwtje bevat een Maria altaar en enkele glas-in-loodramen die episoden uit het leven van de H. Hubertus de eerste bisschop van Luik en de patroon van de jagers, uitbeelden. In de nis boven de ingang vinden we een veelkleurig gipsen Hubertusbeeld geplaatst. Ter bescherming tegen diefstal en vandalisme, is de nis met het beeld met een doorzichtige kunststof plaat afgesloten. Hubertus is afgebeeld als patroonheilige van de jagers, gekleed in een traditioneel jachtkostuum, met een jachthoorn in zijn hand. Voor hem staat een hert met een crucifix tussen het gewei.

De Strijbeekseweg volgend gaan we na 200 meter tegenover Restaurant “Ons Behaeghen”, linksaf in de richting van nr. 58. Voorbij de laatste huizen met kassen komen we in het open gebied van de Markvallei. Met de bocht naar rechts bereiken we een bosje en een solitaire boom. Hier slaan we linksaf over een grasbaan langs het St. Isidoruskapelletje. Deze Sint Isidorus, gestorven in 1130, is de patroon van de landbouwers en geboortig in de omgeving van Madrid. In 1622 verklaarde Paus Gregorius XV hem heilig. Het veldkapelletje is hier ter afronding van het project: Inrichting van het zuidelijk Markdal fase II gerealiseerd en ingezegend op 25 april 2005. Via een overstapje komen we aan de oever van de Mark en wandelen naar rechts in de richting van de Markbrug. Direct na de brug over het riviertje de Mark bij ANWB-paddestoel P24547 en KNP 72 gaat onze route linksaf over de verharding op de oever van de Mark. We passeren Grenspaal 218 en we blijven het pad volgen tot de eerste gelegenheid om rechtsaf te slaan. Na 150 meter langs enkele garages komen we aan de Dreef 65 meteen bij Koffiehuis Martens, waar je naast alle religieuze artikelen; heiligenbeelden, rozenkransen en medailles ook gewoon een lekker bakje koffie met gebak of een Belgisch biertje kunt drinken. Dus even een rustpauze!

© L.A.W.V.VIA-VIA

We zijn hier midden in het dorp Meersel-Dreef, dat eigenlijk uit de twee gehuchten Meersel en Dreef bestaat. Meersel is al rond het jaar 1200 bewoond en is een nederzetting langs de weg van Leuven naar Breda. Het landelijke Meersel wordt gedurende de Middeleeuwen verdeeld over de heerlijkheden Meer, eigendom van de Heer van Meer, en Meerle in bezit van de abdij van Thorn. Het aan de grens met Nederland gelegen, nieuwere gehucht Dreef is van latere datum en groeit sterker als centrum van de gezamenlijke parochie Meersel-Dreef. Dreef is namelijk ontstaan rond het Kapucijnenklooster dat hier in 1687 wordt gebouwd in de buurt van de Mark, omdat door de opkomst van het Protestantisme in het Nederland van de 17de eeuw nogal wat Katholieken uitwijken. Een gestage stroom van Nederlanders steken de grens over om hier de katholieke godsdienst te belijden. Al snel vestigen zich langs de Dreef handelaars en groeit er een woonkern. De kloosterkerk doet dienst als parochiekerk voor de parochie Meersel-Dreef en het klooster zelf is sinds 1968 een kapelanij. In 1894 wordt het Mariapark tegenover het klooster aangelegd en groeit al snel uit tot een bedevaartsoord en plek van volksdevotie. Het wordt het Lourdes van de Noorder Kempen met een heuse Lourdesgrot, waarvan de bouwstenen met paard en kar aangevoerd zijn uit het verre Brabantse Quenast.

We volgen de Dreef naar links om dan even verderop linksaf de Markweg in te slaan tot we opnieuw aan de brug met stuw over het riviertje de Mark komen. De Vlaamse overheid heeft hier een visdoorgang aangelegd met kleine trapjes om een gezonde vispopulatie in de beek te garanderen voor geschikte plekken in het beekdal waar de vis zich kan voortplanten, kan verschuilen en voeden. Voor de brug bij KNP2 gaat onze route rechtsaf en volgen we opnieuw de oever van de Mark. Op dit traject langs de meanderende Mark wandelen we langs de achterzijde het Kapucijnenklooster, waarvan de geschiedenis teruggaat tot na de dertigjarige oorlog (1618-1648) als na de Vrede van Munster in 1648 de Baronie van Breda in Protestantse Staatse handen komt en de Katholieken uit Breda worden verdreven richting Meersel. In 1687 bouwen de Minderbroeders Kapucijnen hier op de oever van de Mark hun voorlopige verblijfplaats: Na verdreven te zijn in 1797 door de Franse Revolutie nemen de Trappisten het klooster over van 1838 tot 1846, als ze vertrekken dan naar de Achelsche Kluis. In 1865 worden de Kapucijnen weer verwelkomd en is er in de loop der jaren veel verbouwd en aangepast. De kerk is een typisch Kapucijnerkerk en functioneert als parochiekerk voor Meersel-Dreef.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Onze wandeling vervolgen we langs de Mark voorbij aan KNP33. Hier is over het bruggetje geeft een hekwerk geen toegang tot het noordoostelijk deel van Landgoed De Elsakker. De route gaat rechtdoor tot we aan de rechterkant, aan een aftakking van de Mark, enigszins verscholen de watermolen zien liggen. Wanneer deze oorspronkelijk waterradmolen in de Markloop is gebouwd, is niet precies bekend, maar de geschiedenis gaat terug tot 1381 en is in gebruik als olieslagmolen en graanmolen. Na veel vernielingen tijdens de 80-jarige oorlog en verschillende branden door blikseminslag komt de molen als graanmolen in 1845 in bezit van Josephus Rommens en zijn opvolgers. De huidige molen is bij de laatste brand in 1910 verwoest en in 1911 herbouwd waarbij gelijktijdig een, voor die tijd, super moderne turbine installatie is geplaatst. Er zijn 2 turbines die samen ongeveer 60 pk kunnen leveren en afkomstig zijn van de Firma Singrünuit het Franse Epinal. Tot 1992 is de watermolen operationeel geweest als graanmolen. Hierna trad een verwaarlozing van de molen in totdat in 1998 Hans Snel en Ans Groot de molen hebben gekocht en gerestaureerd. De helft is tot woning verbouwd. De watermolen is een industrieel monument en maalt weer graan op een van de drie molenstenen.

We bereiken het asfalt van Klein-Eyssel bij KNP32 en slaan linksaf en wandelen door het gehucht Klein-Eyssel. We negeren alle zijwegen, passeren een Mariakapelletje aan de rechterzijde van de weg en komen aan het einde van deze weg op een T-splitsing met de N14, de Strijbeekseweg. Hier slaan we linksaf in de richting van Breda. Na goed 200 meter gaat onze route rechtsaf langs de slagboom bij het informatiepaneel van het Domeinbos de Elsakker. We staan hier aan de westzijde van het landgoed, dat in de 16e eeuw deel uitmaakt van de goederen van de Abdij van Thorn, met Wouter van Elsacker als beheerder, die bij zijn dood in 1588 begraven wordt in de kerk van Meerle. Het landgoed blijft eigendom van de abdij tot aan de Franse inval in 1794 als er een einde komt aan de abdij en het vorstendom Thorn. Na het Congres van Wenen (1815) komt het Domein De Elsakker in handen van Jan Petrus Eeltjens uit Breda tot aan zijn dood in 1860. Bij erfenis gaat het domein over naar de Brusselse familie Dupret-Bruggeman, waarna het in 1899 in bezit komt van de familie Lauwers-Dupret. Uiteindelijk wordt het domeinbos in 1984 aangekocht door het Vlaams Gewest.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Langs de slagboom en de markering van het Smokkelpad betreden we Landgoed Elsakker, dat bestaat uit naaldbos met heiderestanten. Het gebied bestaat in de 18e eeuw bijna volledig uit heide. Maar hier is nu nog een klein deel overgebleven. Door een klein heideveld komen we aan de kruising van bospaden bij KNP5. Hier slaan we rechtsaf en volgen dit bospad tussen een drassig gebied door om dan na 200 meter bij de markering rechtsaf te slaan. Met de bocht naar links en rechts komen we aan een bankje. Hier volgen we linksaf de grasdijk langs een brede sloot. Aan het einde gaat de route linksaf door een brede bomenlaan, die ons langs de bedrijfsschuren leidt van het Agentschap Natuur en Bos van het Vlaams Gewest. Zo komen we op een kruising van bospaden bij een zitbank en KNP9. Hier vinden we aan de brede laan het Heilig Hart Kapelletje met een gedenksteen. Deze herinnert aan het huwelijk in 1920 van Generaal-Majoor William Lauwers (1856-1924) met Jeanne Dupret, die vanaf 1899 de eigenaren van het landgoed zijn.

Het bankje bij KNP9 is een ideale plek voor de lunchpauze. Daarna weer op weg! We kiezen voor het bospad meteen achter het bankje langs de afsluitbalk en wandelen in de richting van KNP7. Rechtuit komen we meteen aan KNP6 en slaan hier rechtsaf. Hier laten we het bosgebied van het Domein de Elsakker achter ons en komen in open gebied. Het onverharde pad leidt ons naar de doorgaande weg van Meerle naar Chaam. Als we overgestoken zijn volgen we de betonbaan en slaan net na de bocht meteen linksaf. De route voert hier langs de steeds smaller wordende bovenloop van de Strijbeeksche Beek, die duidelijk zichtbaar is in het landschap aan onze linkerzijde. Aangekomen op de T-splitsing slaan we rechtsaf en bereiken we het oude landbouwgehucht Oosteneind met nog een aantal land- en tuinbouwbedrijven her en der verspreid. Aan het einde van dit korte traject gaat de route bij het infopaneel en KNP28 linksaf. Aangekomen op een viersprong midden in het gehucht bij KNP26 gaat onze route voorbij de laatste boerderij rechtuit tot aan de bosrand. Op de T-splitsing kiezen we voor het bospad schuin rechts voor. Op het punt aangekomen waar aan de linkerzijde het landschap zich opent, passeren de we Belgisch-Nederlandse grens en verloopt de route langs de bosrand, die aan de rechterzijde is afgeschermd als privéterrein. Bij de eerste kruising van onverharde wegen slaan we linksaf en passeren het gebied van Staatsbosbeheer met het Diepven. We blijven het pad volgen en negeren de zijpaden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We komen langs KNP35 in het laagste deel van het beekdal van de Strijbeekse beek, dat hier ook als Oude Loop op de topografische kaart vermeld staat. Naar rechts is duidelijk te zien dat het moerassige retentiegebied van deze Oude Loop in het gebied De Maaien begroeid is met riet en interessant is voor watervogels en steltlopers. In het landschap is duidelijk te zien dat we het beekdal verlaten en in het hoger gelegen gebied van de Bleeke Heide komen. Op de kruising bij KNP31 gaat de route naar links. We wandelen nu door het open terrein van het westelijk deel van de Bleeke Heide. Met de bocht mee naar rechts gaat het onverharde pad over in de verharding van de Bleeke Heidestraat, die we helemaal uitlopen tot op het asfalt van de Meerleseweg. Linksaf komen we na een paar honderd meter in het oude buurtschap Grazen. In de bocht gaat onze route scherp rechtsaf (Grazenseweg). Na de boerderij gaat het asfalt over in een onverharde weg en komen we aan KNP21. We blijven deze onverharde weg volgen, passeren KNP97 en negeren alle zijwegen links en rechts Aan het einde van de ze zandweg zijn we terug op het vertrekpunt van deze rondwandeling bij horecagelegenheid Het Smokkelaartje. Tijd om nog even gezellig samen te zitten en van een drankje te genieten. Daarna gaan iedereen huiswaarts en noteert alvast 4 april als volgende wandeldag!

Charles Aerssens
24 maart 2018



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 24-03-2018 door C.P.J. Aerssens