© L.A.W.V.VIA-VIA

Met de herinneringen aan de wandeldagen over het Schneifelpfad in augustus nog vers in het geheugen wacht in september alweer de voorbereiding van de traditionele wandeldagen in de herfstvakantie. Al vanaf 1993 is dit nog steeds het jaarlijkse hoogtepunt voor de sportieve wandelaars van L.A.W.V.”Via-Via” van het allereerste uur. Dan worden de wandelverhalen uit het grijze verleden weer eens opgehaald en denken we terug aan de fijne tijd dat ook Peter nog in ons midden was. Heeft Jan in augustus op een laat moment nog moeten afhaken vanwege fysieke ongemakken, voor de herfstvakantie wil hij nog een slag om de arm houden. Dit betekent even uitstel voor het vastleggen van het verblijf aan de Ahr. Maar op de deadline van half september geeft hij alsnog aan niet van de partij te kunnen zijn. Dit zou kunnen betekenen dat hij ook in de toekomst verstek moet laten gaan op de wandeldagen van L.A.W.V.”Via-Via” en definitief moet afhaken. Jammer!

Dit betekent dat we met 5 personen op pad zullen gaan voor het tweede deel van ons project: Der Ahrsteig, waar we in 2014 al een drietal dagen onderweg zijn geweest. Het zijn Bert en Marion, Lorenz en Wilma en Charles. Om een geschikte accommodatie voor ons verblijf in de Eifel te vinden gaat Charles op zoek op het internet. Er zijn een aantal geschikte aanbiedingen, maar het kost enige moeite om voor ons gezelschap van 5 personen het prijsgunstigste verblijf te regelen. Bij de ene aanbieder kun je slechts 2 kamers tegelijkertijd vastleggen en bij de andere wordt de prijs per 2 persoonskamer aangeboden. Uiteindelijk valt na enige ruggespraak met Bert en Lorenz de keuze op Hotel Lochmühle in Mayschoss aan de Ahr. Deze accommodatie is direct aan de route gelegen en vandaar uit zijn de aanrijroutes voor de wandeldagen snel te bereiken zonder veel tijdverlies. Zo kan er via Hoteldeal.nl worden geboekt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

In de laatste week voor vertrek checkt Charles nog even alle gegevens en telefoneert met Hotel Lochmühle. Er blijkt even verwarring te ontstaan over het feit dat we ons hadden moeten aanmelden zodra we de bevestiging van Hoteldeal binnen gekregen hadden. Enig rondvragen in het hotel levert uiteindelijk de bevestiging op dat alles oké is en we op de aangegeven dagen van harte welkom zijn. Met betrekking tot het wandeltraject van de Ahrsteig heeft Charles de logistieke planning gemaakt en kunnen we zonder problemen op zondagmorgen 25 oktober vertrekken. Het is de bedoeling deze 3 wandeldagen vanaf Insul, waar we vorig jaar geëindigd zijn, te vetrekken en deels over de blauw gemarkeerde Ahrsteig en markering van de Ahrtalweg tot naar Heimersheim te wandelen, vanwaar we dan op dinsdag huiswaarts keren.

Op zondagmorgen 25 oktober vertrekken Bert en Marion vanuit Zevenbergen naar Loon op Zand om er Charles rond half negen op te halen. Dan rijden de Brabanders via Venlo, Kerpen en Kreuz Meckenheim naar het station van Ahrbrück. Hier is het trefpunt met Lorenz en Wilma, die omstreeks dezelfde tijd uit Enschede zijn vertrokken. Bert heeft een verrassing voor de Tukkers in petto. Omdat F.C.Twente niet bepaald een toonaangevende rol speelt in de Nederlandse voetbalcompetitie en PSV de Brabantse eer hoog houdt, zorgen de PSV-sjaals van Bert, Marion en Charles voor een vrolijk nootje als Lorenz en Wilma bijna gelijktijdig arriveren. Het commentaar van Lorenz wordt snel weggewuifd en Wilma maakt een punt met de opmerking dat het damesvoetbalteam van F.C.Twente in elk geval in de Europese top meespeelt. Voor we nu met twee auto’s naar het eindpunt rijden nemen we nog even de tijd voor een kopje koffie met een stuk taart! Dan rijden we naar het nabij gelegen Lind. Hier wordt de auto van Lorenz op de parkeerplaats voor wandelaars achtergelaten en van gaat de rit naar Schuld. Net over de brug in de Brückenstrasse wordt geparkeerd. De wandelschoenen gaan aan en de rugzakken worden gepakt. Nu op weg!

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voor deze dagwandeling vertrekken we vanaf de parkeerplaats aan de Brückenstrasse in het centrum van Insul. De route voert ons dan vanuit het dal van de Ahr langs de Sierscheider Bach en de flanken van de e 426 meter hoge Dümpelhardt omhoog naar Sierscheid. Vandaar over de top van de Dümpelhardt. Door dennenbossen en loofbossen met soms steile afdalingen bereiken we het idyllisch gelegen kerkhof van Lier aan de K28. Nu volgt de route de steile hellingen van de Liersernück noordwaarts waar dennenbossen en loofbossen met eiken en beuken elkaar afwisselen. Door het weidelandschap zullen we de Linder Höhe en het eindpunt in het dorpje Lind bereiken.

Het dorpje Insul aan de Ahr wordt in het jaar 1269 voor het eerst in een oorkonde vermeld als “Oensel supra Aram“ en behoort in de 12e eeuw tot het Graafschap Are. Het komt in het midden van de 13ee eeuw in bezit van het Kurfürstentum Köln en valt administratief onder het Amt Nürburg. Na het Congres van Wenen in 1815 wordt het een Pruisische Gemeente in de Kreis Adenau. Kerkelijk gezien valt Insul al in de 10e eeuw onder de Parochie Schuld en heeft vanaf 1631 een kapel, die in 1882 wordt afgebroken en vervangen door een zaalkerkje, dat aan de H. Rochus en H. Sebastiaan is toegewijd. In het dorpje zijn nog enkele vakwerkboerderijen en vakwerkhuizen uit vroegere tijden behouden gebleven. Vanaf de stenen monumentale boogbrug over de Ahr, gebouwd na de hoogwater catastrofe op 12-13 juni 1910, volgen we de Brückenstrasse in noordelijke richting tot we de laatste huizen van Insul achter ons laten. Hier in de bocht van de K20, Am Schweissberg pikken we de markering van de Ahrsteig op en slaan rechtsaf. Er wacht ons een lichte klim, die ons in een lange bocht naar links steeds meer hoogte laat winnen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Rechts van ons hebben we zicht op het brede dal van de Ahr, waar we even zicht hebben op de Hahnensteiner Mühle, een watermolen die al in het jaar 1556 wordt vermeld en dan al een van de belangrijkste watermolens van het Kurfürstentum Köln en Amt Nürburg is. In 1669 is de watermolen zwaar beschadigd en moet worden hersteld. Zo wordt in 1729 de huidige watermolen gebouwd, wat terug te vinden is in het jaartal boven de stenen deurboog. In 1788 wordt de “Hahnensteiner Pitter“ als pachter genoemd en in de 19e eeuw komt de watermolen in bezit van de Familie Stappen die Mühle als de toenmalige molenaar naar Amerika emigreert. De laatste molenaar is Peter Stappen die in 1984 de watermolen stillegt. Afwisselend voert de route ons nu door loof- en dennenbos. We klimmen langs de Sierscheider Bach omhoog tot het pad een scherpe bocht naar rechts maakt. In tegengestelde richting gaat de route bijna vlak verder langs de helling oostwaarts tot we weer stijgen en door een beukenbos komen. De flanken worden rotsachtig. Op de volgende splitsing gaan we naar links en volgen het graspad langs de helling van de 426 meter hoge Dümpelhardt tot we uit het bos komen en voor ons zicht krijgen op de eerste huizen van het dorpje Sierscheid.

Nog een kort klimmetje en we zijn in Sierscheid. Dit dorpje ligt omgeven door weiden en akkers op een hoogte van 400 meter in een natuurlijke kom. Het wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1290 als bezit van het Kurfürstentum Köln en Amt Nürburg. Maar de Johannieter Commanderij van Adenau heeft ook zeggingsschap over deze hoogvlakte van Sierscheid. Dit zien we terug in het wapen van Sierscheid met zilveren bisschopsstaf en rood Johanniter- of Maltezerkruis. Op 27 februari 1772 verkoopt Sierscheid een groot deel van het aangrenzende bosgebied wegens geldgebrek met toestemming van het Kurfürstentum Köln en Amt Nürburg. Als de Fransen in 1794 het gebied ten westen van de Rijn in bezit nemen, komt er een einde aan de macht van het Kurfürstentum Köln en Amt Nürburg. Sierscheid valt vanaf dan onder het Kanton Adenau en later Kreis Adenau. We komen nu direct op de kleine parkeerplaats bij de in 1730 gebouwde St. Maternus Kapel, een eenvoudig zaalkerkje met een onregelmatig koor. De kapel is enkele keren gerenoveerd en aangepast. Het huidige Neo-Barokke altaar uit 1928 is hier in 1972 geplaatst ter vervanging van het voormalige door houtworm aangetaste Barok altaar. De beide glas-in-lood vensters uit 1964 zijn afkomstig van de Firma Brenner uit Bad Neuenahr en beelden links de geboorte, doop en kruisiging van Christus uit en rechts zijn verrijzenis, hemelvaart en neerdaling van de H. Geest uit. Verder vinden we er beelden van de H. Stanislaus, H. Maternus, H. Jozef en H. Maria met kindje Jezus. De kerkklok met het inschrift “Stanislaus, Maternus, 1734“stamt nog uit de allereerste bouwperiode.

De wegwijzer leidt de route van de Ahrsteig naar rechts en we volgen kort het asfalt tot we op de T- splitsing naar links afslaan. Het weggetje klimt en hebben naar het westen een fraai uitzicht op Sierscheid met zijn vakwerkhuizen omgeven door weilanden en bossen. Verder weg aan de horizon zien we de vulkaankegel Aremberg. We buigen voor het bosje af naar rechts en verlaten het asfalt om over een graspad verder te wandelen. Aangekomen bij een perceel met fruitbomen gaat de route naar links en klimmen nog steeds tot we de top van de Dümpelhardt met een hoogt van 426 meter bereiken met zijn twee zendmasten. Hier staat een bank en we zien er een gedachteniskruis staan. Dat kruis houdt de herinnering levend aan Joh. Peter Blindert(1898-1944) die bij een luchtaanval op 4 november 1944 is omgekomen. Vanaf hier daalt de route geleidelijk door het open landschap tot we op een T-.splitsing komen, waar we naar links afslaan. Verderop leidt de markering van de Ahrsteig ons naar rechts en we rechtuit een graspad volgen. Als de route ons door het bos leidt, volgt door het bos een steile afdaling. Het laatste stuk is zelfs voorzien met houten treden. Eenmaal op het onverharde pad gaan we naar rechts. Het bospad volgend blijft de markering van de Ahrsteig steeds in beeld. Het is opletten om op de verschillende wegsplitsingen de juiste route te kiezen. Dennenbossen en loofbossen wisselen elkaar af. In de buurt van het dorpje Liers wordt het pad smal en moeten we achter elkaar lopend steil afdalen door het loofbos. Rechts van ons krijgen we zicht op het dal van de Liersbach. Zo komen we opnieuw in een steile afdaling aan het idyllisch gelegen kerkhof van Liers. Daar bereiken we het asfalt van de K28.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op de K28 gaat de route even naar links over de Liersbach. Dit 15 kilometer lange beekje mondt even verderop in het dorpje Liers uit in de Ahr. Na goed 100 meter slaan we rechtsaf tussen de weilanden door tot aan het bankje. Achter dit bankje begint een zeer steile klim over een smal pad met houten treden in de helling tot we op een breed bospad uitkomen. Hier wandelen we naar rechts met zicht op het dal van de Liersbach en het dorpje Liers. Liers zelf is een buurtschap met nog enkele oude vakwerkhuizen dat onder Hönningen valt. Hier vinden we de in 1635 gebouwde Kapel St. Bartholomeus met altaar uit de tweede helft van de 17e eeuw. De apostel Bartholomeus is beschermheilige van de wijnbouwers, mijnwerkers en handwerkers. We zien zal we veel hoogte hebben gewonnen. Toch geeft het routeprofiel aan dat we nog meer moeten klimmen. In totaal moet er een hoogteverschil van 244 meter worden overwonnen. Met een bocht naar links laten we Liers onder ons liggen. Er volgen verschillende S-bochten langs de hellingen van de Liersernück en we blijven klimmen tot we in meer open terrein komen. We passeren een oud wegkruis en hebben naar het oosten zicht op het in het Ahrdal gelegen Hönningen. Ooit is hier een Frankische nederzetting geweest en sinds de 7e eeuw is het in bezit van de Abdij St. Arnulfus uit Metz. In 1084 gaat het over aan het Stift St. Cunibertus in Keulen en maakt tot 1246 deel uit van het Graafschap Are en daarna van het Kurfürstentum Köln en Amt Altenahr. De rechten van Hönningen komen in 1494 toe aan de Johannieter Commanderij van Adenau, die hier meer dan 300 jaar zeggingsschap hebben. Uit Hönningen stamt het adellijke geslacht Hoyningen-Huene, dat voor het eerst vermeld wordt in een oorkonde uit 1176.

De route gaat noordwaarts waar dennenbossen en loofbossen met eiken en beuken elkaar afwisselen. Naarmate we dichter naar Lind komen wordt het landschap opener en gaat de route deels tussen weidelanden door. Nu en dan hebben we prachtige vergezichten over het glooiend landschap van de Eifel. Opvallend zijn de palen langs de weg met bovenaan trossen stro. Wat hiervan de betekenis is, blijft ons onduidelijk. We merken dat we weer eens dalen, maar houden voor ons zicht op het plateau waarop het dorpje Lind moet liggen. Zo passeren we een Mariabeeld aan een boom en Als we voor ons zicht krijgen op een boerderij wijst ons de Ahrsteig naar links. Door het bos komen we in een open weidelandschap tot we op een halfverharde weg stuiten. Hier even naar links en dan rechtsaf en pittige helling op tussen de weilanden door. Zo komen we aan de K29, waar het onverharde pad naar rechts ons in de richting van het dorpje Lind leidt, het eindpunt van onze dagetappe. Over het asfalt van de K29 bereiken we aan de Hauptstrasse de eerst huizen van Lind. Hier slaan we naar rechts de Hochkreuzstrasse in tot we op de parkeerplaats het eindpunt bereiken.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Nu de wandeldag erop zit, wordt het tijd om ons hotel te gaan opzoeken. Dit betekent dat eerst de auto van Bert moet worden opgehaald in Schuld. Dus allemaal instappen bij Lorenz en op weg. De route is bekend en in Schuld even overstappen. Over de B257 gaat het naar Altenahr en vandaar over de B267 richting Hotel Lochmühle. Het hotel ligt meteen aan deze doorgaande weg en met geluk vinden we een parkeerplek. Het blijkt al bij aanmelden dat we niet de enige hotelgasten zijn. De “grijze golf” heeft dit verblijf ook gevonden en maakt zoals wij gebruik van de aanbiedingen op allerlei websites. Eerst is er natuurlijk tijd voor een Weizzenbier of een wijntje. Dan betrekken we onze kamers. De kamers zijn goed, maar als we de iPads en telefoons testen voor WiFi, blijkt er geen verbinding mogelijk. Dan maar eerst douchen en op zoek naar een geschikt communicatieplekje. Het zithoekje bij de receptie is de enige plaats waar WiFi mogelijk is. Voor het avondeten moeten waan naar de overkant van de straat, waar het diner wordt geserveerd in een pompeuze, gedateerde zaal. Na 21.00 uur is er nog tijd voor een afzakkertje bij de open haard en dan is het bedtijd. De eerste dag zit er alweer op en we hopen morgenvroeg weer gezond aan het ontbijt te verschijnen.

Als we op dinsdagmorgen wakker worden en we naar buiten kijken, is het nog mistig. We hebben goede hoop dat deze toch snel zal optrekken en we een zonnige dag zullen krijgen. Maar we moeten nog even geduld hebben. We hebben afgesproken om 8.00 uur aan de ontbijttafel aan te schuiven. Maar de fanatieke WiFi-zoekers hebben voor die tijd nog even kans gezien in de bibliotheek hun mail te checken en de laatste nieuwtjes te lezen. Daarna is er geen gelegenheid meer en worden de telefoon en iPad met rust gelaten. Tijdens het ontbijt wordt het traject van vandaag doorgesproken. Het wordt een stevige wandeldag maar in elk geval met minder hoogtemeters dan gisteren. Zo zullen vanuit het hoog gelegen Lind langs de flanken van de Kotzberg naar het Ahrdal afdalen. Vanuit Kreuzberg kiezen we dan de route van de Ahrtalweg naar Altenahr om dan met een ruime lus door Naturschutzgebiet Langfigtal de oever van de Ahr langs de B267 te volgen. We zijn hier in het grootste wijnbouwgebied van Duitsland en komen voorbij dorpjes als Reimerzhofen, Laach en Mayschoss. Langs Saffenburg gaat het naar Rech en vandaar naar ons eindpunt in Dernau.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Om 9.00 uur zijn we klaar om vanaf de parkeerplaats de auto’s op de juiste plek te brengen. Allereerst rijden we naar Dernau, waar we een grote parkeerplaats vinden in het centrum. De auto van Lorenz blijft hier achter. Met het hele gezelschap in de auto van Bert gaat het nu naar Lind en starten er vanaf de parkeerplaats voor wandelaars aan de Hochkreuzstrasse in Lind. Van hier gaat het een paar meter terug richting de bebouwing van Lind en dan naar links het korte stukje asfalt op tot het laatste huis aan onze rechterhand. Dan volgen we de grasbaan naar rechts en wacht ons meteen een klimmetje tussen de weilanden door naar de K29. We slaan hier even linksaf tot we aan de K29 de markering van de Ahrsteig weer oppakken en de K29 oversteken. Over het halfverharde pad staan we direct op de Linder Höhe, die met een hoogte van 488 meter een panoramisch uitzicht biedt over de wijde omgeving van de Eifel tot aan het Westerwald. Zo hebben we in noordwestelijke richting zicht op de radiotelescoop Effelsberg, die met een doorsnede van 100 meter wereldwijd de tweede grootste beweegbare paraboolantenne ter wereld is en dient voor onderzoek en waarnemingen van het Max Planck Institut Bonn. Op deze plek staat ook een opvallende windmolen en zien we zonnecollectoren, die een bijdrage leveren aan de stroomvoorziening. De route van deze panoramaweg voert ons met de klok mee rond het dorp Lind, dat voor het eerst vermeld wordt in een akte uit 893 als bezit van de Abdij van de Benedictijnen in Prüm. Later in 1222 als leengoed van de Graven van Are-Hochstaden en in 1316 als parochie behorende tot het Aartsbisdom Keulen. We passeren de Krippekapelle en eenmaal in oostelijke richting wandelend komen we pnieuw aan de K29, die hier steil afdaalt naar de Ahr.

Op dit punt aan de K29 zien we dat hier de markeringen van een aantal wandelroutes samenkomen en elk hun eigen pad kiezen. Het zijn de Karl Kaufmann Weg, de Sahrbacher Höhenweg en de Kotzberger Weg. Wij blijven de blauwe routemarkering van de Ahrsteig volgen en wandelen over het onverharde pad tot aan de bosrand waar we naar rechts gaan. Hier winnen we langzaam aan hoogte in een geleidelijke klim langs de flanken van de Kotzberg. We wandelen door beukenbossen en langs leisteen hellingen. Naar rechts volgt een steile afdaling naar het Ahrtal en dan voert de route ons langs een beekje in de richting van Kreuzberg. Eenmaal op het asfalt bereiken we door de Bahnhofstrasse het centrum van dit aan de Ahr gelegen stadje, waar de riviertjes de Ahr, de Sahr en de Visschel samenvloeien. Hier eindigt aan de rotonde, waar een rotsblok de “Felsrutsch” van 17 februari 1988 markeert, dat traject van de Ahrsteig dat met de blauwe routemarkering is bewegwijzerd.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het stadje Kreuzberg wordt gedomineerd door de op een rotspunt gelegen Burg Kreuzberg. De burcht is in 1340 gesticht door Ridder Cuno von Visscherich. Dit gebeurt onder toeziend oog en met toestemming van de aartsbisschop Konrad von Are-Hochstaden van Keulen. In ruil hiervoor moet Ridder Cuno von Visscherich de belangen van het Kurfürstentum Köln in het Ahrtal verdedigen. In 1686 wordt de burcht door de Fransen die uit de Eifel het Ahrdal veroveren bezet en opgeblazen. In 1760 ontstaat de huidige burcht waarbij gebruik gemaakt werd van de behouden Gotische donjon. De burcht bestaat nu uit die ronde toren met kegelvormig dak, dat een windvaan met het jaartal 1781 draagt. Deze bouw staat in verbinding met het aan de noordzijde gelegen Barokke woongedeelte, waarvan de gevel een knik vertoont, doordat deze rust op de oorspronkelijk middeleeuwse ringmuur. Boven de toegangspoort zien we de uit de 18e eeuw stammende jaartallen en wapens van de Familie Von Bernsau en de Familie Von der Heyden. Bij de poort van de burcht staat de aan Antonius Van Padua gewijde kapel, een Barok bouwsel uit 1783, Het interieur is nog oorspronkelijk. Hier vinden we het wapen van de familie Von der Heyden, de herbouwers van het kasteel, en een datering die verwijst naar het stichtingsjaar. Mooi is ook het beeld van de zittende madonna uit circa 1480 en eveneens drie fraaie reliekmonstransen van rond 1790. De Burg Kreuzberg is nu privé-bezit van de Familie Von Boeselager; een adellijk geslacht dat oorspronkelijk uit Magdeburg stamt. Zij kochten Burg Kreuzberg in 1820. Vermeldenswaard is dat tot aan zijn dood hier Philipp Freiherr von Boeselager (1917-2008) heeft gewoond. Hij is vooral bekend als voormalig beroepsmilitair in de Duitse Wehrmacht in WOII en als de laatste overlevende van kleine militaire verzetgroep rond General Major Henning von Tresckow (1901-1944) en Oberst Claus Schenk Graf von Stauffenberg (1907-1944, die op 20 juli 1944 in het "Führerhauptquartier Wolfsschanze" in het voormalige Oost Pruisen de mislukte aanslag op Hitler hebben gepleegd.

Aan de rotonde houdt het eerste traject van de Ahrsteig op en moet er nu een keuze gemaakt worden welke wandelroute als verbindingstraject tot het laatste stuk van de rood bewegwijzerde Ahrsteig gevolgd gaat worden. Wij kiezen voor de Ahrtalweg, die gemarkeerd wordt door een grote A in een zwart omrand wit vierkant van de Eifelverein. Dit betekent, dat deze wandelroute dicht langs de oevers van het riviertje de Ahr verloopt en we dan pas veel verderop de rode markering van de Ahrsteig weer zullen oppikken. Zo wandelen we Kreuzberg uit door langs de Ahr het asfalt van Im Vischetal te volgen. Nog even de Sahrbach oversteken en dan naar rechts via het bruggetje over de Vischelbach de route van de Ahrtalweg vervolgen. Het fietspad voert ons verderop tussen de pilaren door van de hoog boven ons liggende brug van de B257 en onder de spoorbrug door naar het dorpje Altenburg. Altenburg ligt aan de overzijde van de brug over de Ahr. Langs de Ahr vervolgen we onze wandeling en passeren de op een rotsig heuveltje gelegen St. Maternus Kapelle, waarvan de oorsprong wellicht teruggaat tot 1664. Meermaals raakt het kapelletje in verval of valt ten offer aan het verwoestende hoogwater van de Ahr In 1944 wordt de kapel volledig verwoest in het oorlogsgeweld van WOII. De nieuwbouw start in 1958 en op 24 oktober 1962 wordt de huidige St. Maternus Kapelle ingewijd. Voorbij aan dit markante kapelletje gaat de route langs de grote Campingplatz Altenahr, die direct op de oever van de Ahr ligt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Zo bereiken we onder de spoorbaan door via een vervallen brug over de Ahr, die enkel toegankelijk is voor fietsers en voetgangers, de eerste bebouwing van Ahr. Hier op de grote parkeerplaats komen we aan de nu totaal verwaarloosde en buiten gebruik gestelde Altenahrer Seilbahn. Sinds 2012 is deze stoeltjeslift stil gezet, overwoekert het gras nu alles en de bedrijfsgebouwen zijn vervallen. Wat eens een enorme impuls gegeven heeft aan het toerisme in Altenahr staat er zielig en verwaarloosd bij. Vergane glorie en toeristen zijn er in geen velden of wegen meer te bekennen. Door de Seilbahnstrasse komen we in de Altenburgerstasse en bereiken naar links het drukke centrum van het stadje Altenahr. Het stadje ligt direct aan de Ahr, die hier door het smalle dal tussen machtige rotsformaties stroomt. Het gebied rondom Altenahr is al omstreeks de 3e eeuw in de Frankische tijd bewoond. Maar het stadje ontstaat pas als de Burg Ahr, die op een rotsformatie hoog boven het Ahrdal uittorent, wordt gebouwd door Graaf Dietrich I von Are (1070-1126) in 1100, zoals een oorkonde uit 1121 aangeeft. In 1246 schenkt Friedrich von Are Hochstaden (1209-1265), Propst in Xanten, met toestemming van zijn broer Konrad von Hochstaden (1200-1261), aartsbisschop van Keulen, het Graafschap Are en de Burg Are aan het Kurfürstentum Köln. De Burg Are wordt zo bestuurscentrum en geregeld staatsgevangenis van het Kurfürstentum Köln en verschillende aartsbisschoppen. Tot 1794 blijft de burcht en Altenahr in bezit van het Kurfürstentum Köln. Het gebied wordt dan tijdens de Franse Revolutie door Napoleontische troepen bezet en na het Congres van Wenen (1815) toegewezen aan het Koninkrijk Pruisen.

De Burg Are ligt op een hoogte van 113 meter boven het riviertje de Ahr met een prachtig uitzicht over het dal van de Ahr. Deze voormalige burcht heeft een vierhoekig fundament en aan de zuidzijde bevindt zich de oude poorttoren met ernaast het woongedeelte. Aan de noordzijde heeft waarschijnlijk de oudere Middeleeuwse verdedigingstoren gestaan en zuidelijk daarvan vinden we de ruïne van de voormalige burchtkapel uit de 12e – 13e eeuw. Het is omstreeks 1689 dat de Burg Are na een belegering van 9 maanden voor het eerst wordt ingenomen en Altenahr tot de grond toe wordt platgebrand. In 1714 verwoesten troepen van het Kurfürstentum Köln de burcht om de bezetting door vrijbuiters, die de omgeving onveilig maken, te treffen. In combinatie met de Burg Are zijn ook in Altenahr zelf nog resten zichtbaar ter bescherming van buitenaf. Zo vinden we ten noorden nog overblijfselen van de stadsmuur, maar de drie stadspoorten zijn verdwenen. De laatste poort, de Brugpoort, is bij de overstroming van de Ahr in 1804 weggespoeld en niet meer hersteld. In 1834 wordt de Ahrtalstrasse tussen Ahrweiler en Altenahr uitgebouwd nadat een jaar eerder het rotsmassief van de Engelsley is doorbroken in aanwezigheid van Kroonprins Friedrich Wilhelm van Pruisen (1831-1888). Er komt nu net buiten Altenahr aan de oostkant de eerste verkeerstunnel van Pruisen en ook een treinverbinding. Door deze ontsluiting van het Ahrtal komt ook het toerisme in dit gebied op gang.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Door het centrum van Altenahr wandelen we nu en zijn toe aan de middagpauze. Wat is er dan beter dan op een zonnig terras neer te strijken en “Kaffee und Kuchen” te bestellen. De keuze en de stukken taart is groot! We weten ook, dat we dit verdiend hebben. Als we weer op pad gaan, nemen we aan de oostzijde net voorbij de grote parkeerplaats en de verkeerstunnel door de rotsformatie van de Engelsley de markering van de Ahrtalweg weer op. Aanvankelijk volgen we het asfalt dat hier dicht langs het water door een kloof van de steile leisteen rotswand Breite Ley. We wandelen een grote bocht, die de meanderende Ahr rond de Engelsley volgt. Zo komen we allereerst in een moerassig deel dat deel uitmaakt van het 250 hectare grote Naturschutzgebiet Langfigtal. Weg van de bewoonde wereld met verkeerslawaai en de afwezigheid van de spoorbaan is dit gebied vanaf 1983 geworden tot een stiltegebied met een weelderige vegetatie van mossen en varens maar ook vele andere plantensoorten en bijzondere bedreigde dieren, zoals de Zwarte Specht en Waterspreeuw, die zich hier thuis voelen. We passeren de brug die toegang geeft tot de Naturschutz Jugendherberge Altenahr. Maar even verderop trekt een wel heel bijzonder relict onze aandacht. Het zijn de resten van het oude voormalige natuurzwembad in de Ahr. Resten van een betonnen bak, startblokken en trapjes overwoekert met bomen en struiken geven aan dat het oorspronkelijk rond 1900 aangelegd openluchtzwembad en in net najaar van 1944 door een Amerikaans luchtbombardement verwoest bad, bijna geheel in de natuur is opgegaan.

Op de meest zuidelijke punt van deze ruime meanderbocht in de Ahr rond de massieve heuvelrug van de Engelsley gaat de route nu noordwaarts waar we dan een bruggetje oversteken en de binnenbocht verlaten. Het pad volgt nu de andere oever en brengt ons opnieuw in de richting van Altenahr met aan onze rechterzijde de Teufelsley. Als we in de buurt van de B267 komen, blijkt dat we aardig dicht in de buurt zijn van onze route door Naturschutzgebiet Langfigtal. De meander in de Ahr komt heel dicht bij elkaar. Wij volgen nog steeds de markering met de zwarte A en wandelen onder de oude en nieuwe spoorbrug van de Ahrbahn door de oever van de Ahr. Op veel plekken zijn de spoorrails dicht aan onze rechter zijde. Aan de overzijde van de Ahr is duidelijk te zien dat we in het grootste wijnbouwgebied van Duitsland op pad zijn. Op de zonnige zuidflanken van de idyllische hellingen wisselen de wijnstokken en wijnranken elkaar in strak gelid af. We komen langs kleine dorpjes zoals Reimerzhofen en Laach met zijn Sankt Anna Brücke uit 2005 die met een lengte van bijna 30 meter de Ahr overspant. Hier gaat het bospad over in een onverhard pad die even verderop onder de moderne fietsbrug van de Ahrradweg door gaat. Deze 47 meter lange overspanning over de Ahr wordt gedragen door een wijnrode pijler, die doet denken aan de constructie van de Erasmusbrug in Rotterdam. Verderop voert het gemarkeerde traject van de Ahrtalweg onder de tunnel van de Ahrbahn door naar links, maar wij blijven op het pad, waarbij de spoorbaan en de hellingen van de Teufelsley aan onze rechterzijde blijven.

We kiezen voor het verharde pad direct langs de spoorbaan en volgen zo opnieuw een ruime meander van de Ahr die hier rond de heuvelrug stroomt bij Hotel Lochmühle. Dicht langs de spoorlijn en tussen de wijnstokken door laten we ons leiden naar de spoorbrug over de Ahrbahn. Hier steken we de spoorbaan over en pikken dan de markering van de Ahrtalweg weer op. Naar links gaat de route in de richting van Rech. De weg klimt weer geleidelijk omhoog door de wijngaarden waarbij we naar het noorden zicht hebben op het onder ons aan de Ahr gelegen wijndorp Mayschoss. Dit dorp heeft ook het oudste wijnbouwersgilde van Duitsland. Maar het meest omponeert hier de hoog op de heuvelrug gelegen ruïne Saffenburg, die we hier vanaf de route van de Ahrtalweg kunnen bezoeken. De Saffenburg is in de 11e eeuw gebouwd door de Graaf Adolf von Nörvenich (1040-1094) en Graaf Adalbert von Saffenburg (1074 -1110). Deze laatste is ook stichter van de Abdij Rolduc in het Zuid-Limbrugse Kerkrade. De burcht wordt in het jaar 1081 voor het eerst in een oorkonde vermeld. De Graven van Saffenburg oefenen tot 1172 de voogdij over het Kurfürstentum Köln uit. Na het uitsterven van de dynastie wordt de Heerlijkheid Saffenburg opgedeeld. In 1424 komt de heerlijkheid in bezit van de Graven van Virneburg en na hun uitsterven in 1545 gaat het over aan de Graven van Manderscheid-Schleiden. De heerlijkheid wordt dan in 1593 veroverd door de Graven van der Mark-Lummen en na het uitsterven van het Huis Mark-Lummen in 1773 komt het in bezit van de Hertogen van Arenberg. Door de eeuwen heen is de burcht Saffenburg bij onderlinge geschillen, de 30-jarige oorlog (1618–1648) en de Franse bezetting in 1794 verschillende keren belegerd, veroverd en geplunderd waardoor er uiteindelijk na 1704 alleen nog een ruïne overblijf, die vanaf 2007 weer te bezoeken is.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Over de top van de heuvelrug bij Burg Saffenburg begint de afdaling in de richting van het dorp Rech. Hier volgt het traject van de Ahrsteig vanaf de houtopslag ook de Fòrster Zeyenweg. Een goed begaanbaar pad leidt ons in een gemoedelijke afdaling richting Rech. Als we zicht krijgen op het kerkhof bereiken we op het asfalt van de Dellenweg de eerste huizen van het wijndorpje Rech. Dit wordt duidelijk zichtbaar als we naar links de Bàrenbachstrasse inslaan. We passeren er meerdere wijnboeren, die hier op de zonnige hellingen van de Recher Herrenberg en Recher Hardtberg de druiven voor de traditionele witte wijn van Rech verbouwen. Zo komen we in het midden van dit dorp aan de Bärenbrunnen. Hier is ook het Weinhaus Zum Alten Pfarrhaus, waar we op het terras neerstrijken voor een verfrissend drankje een nog een korte pauze alvorens we aan het laatste stuk van onze dagwandeling beginnen. Weer op weg passeren we de Parochiekerk St. Luzia en Agatha. Deze kleine zaalkerk met rondboogvensters is in 1720 gebouwd op de plek waar al in 1499 een kapel, toegewijd aan de H. Odilia en de H. Luzia, gestaan heeft, maar die door Zweedse troepen in 1632 ten tijde van de 30-jarige oorlog is geplunderd. De sacristie is in 1887 aangebouwd en de oorspronkelijke klokkentoren is in 1928 vervangen. In het interieur vinden we een 18e eeuws altaar, een preekstoel met de 4 evangelisten en enkele gepolychromeerde beelden van de H. Agatha en de H. Luzia. De glas-in-lood ramen stammen uit 1967 en 1970.

De routemarkering van de Ahrtalweg leidt ons langs de parochiekerk naar rechts en dan volgen we het voetpad direct op de rechter oever van de Ahr. We worden langs de steile helling geleid met wijnranken van de verschillende wijnboeren. Voorbij een houthandel bereiken we Steinbergsmühle en we komen in de bewoonde wereld. Het onverharde pad maakt hier plaats voor het asfalt van de Ahrweg en langs de bebouwing gaat het richting Dernau. We passeren het gebouw van de Weinbau Verein Dernau en komen via bij de brug over de Ahr aan het eindpunt van deze dagwandeling aan de Schmittmannstrasse in Dernau. Bij de auto worden de wandelschoenen verwisseld voor gemakkelijker schoeisel en gaan we nog even terug naar de wijnwinkel van Weinbau Verein Dernau, waar we nog even willen rondkijken om een indruk te krijgen van het uitgebreide assortiment Ahrtalwijnen, die hier in alle prijsklassen wordt aangeboden. Een keuze maken is moeilijk en zo besluiten we morgen op onze laatste dag nog even hier terug te keren.

Voor we nu terug kunnen naar het hotel, zal eerst de auto van Bert in Lind nog moeten worden opgehaald. Zo gezegd, zo gedaan en dus nog even een noodzakelijk autoritje. De navigatie is niet nodig, de route is al bekend. Zo komen we tegen de klok van 17.00 uur “thuis” in Hotel Lochmühle. Eerst even een Weizzenbier of een wijntje en nog even de dag doornemen, waarbij we het unaniem eens zijn over het gekozen traject van deze wandeldag. Charles heeft immers als verbindingstraject tussen de beide stukken van de Ahrsteig gekozen voor de al langer bestaande Ahrtalweg, die steeds in de nabijheid van de Ahr verloopt en daardoor relatief vlak is. De mogelijkheid om gebruik te maken van de Rotweinwandelweg, die op de noordelijke oever van de Ahr op hoogte tussen de wijnvelden slingert, is het dus niet geworden. Dan hebben we nog even tijd voor een verfrissende douche en een korte rustpauze. We zullen opnieuw rond de klok van 19.00 uur aan tafel gaan. Duidelijk is te merken dat het weekend voorbij is en er minder gasten zijn. Het restaurant toont beduidend leger met minder drukte aan het buffet. Voor we ons terug trekken op de kamer nemen we nog de tijd voor een drankje aan de bar en duiken daarna onder de wol. Morgen wacht alweer de laatste dag van het wandelweekend in de Eifel.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanmorgen wakker worden betekent dat we vanavond weer thuis in ons eigen bed slapen. Een prettig vooruitzicht! Maar dit wil ook zeggen dat we nog een hele wandeldag voor de boeg hebben. Het zijn wel niet zoveel wandelkilometers, maar in elk geval met een aantal bezienswaardigheden onderweg. Ontbijten doen we om 8.00 uur en daarna koffers pakken en ons klaarmaken voor vertrek. Nog even de rekening aan de receptie voldoen, wijn kopen in het hotel en dan op weg naar het eindpunt van vandaag, het station van Heimersheim. De mistvlagen zijn snel verdwenen en het zonnetje zorgt opnieuw voor een fris en kleurig herfstlandschap.

Zo beginnen we vol goede moed vanaf de parkeerplaats aan de Schmittmannstrasse aan de B267 midden in Dernau aan dit relatief kort traject van de voorlaatste etappe van de Ahrsteig We zullen opnieuw een traject van de Ahrtalweg wandelen en de rode routemarkering van het laatste deel van de Ahrsteig vanaf Walporzheim negeren. Zo steken we bij vertrek de brug over de Ahr over om bij het gebouw van de Weinbau Verein Dernau naar links de markering van de Ahrtalweg op te pakken en tussen de huizen door aan een klimmetje te beginnen. Over de Ahr heenkijkend ligt op de andere oever het romantische wijndorp Dernau, dat al sinds eeuwen met de wijnbouw verbonden is en terug kan kijken op een lange traditie. De Romeinen hebben zich hier aan het begin van onze jaartelling al gevestigd vanwege het milde klimaat. Dit blijkt uit de ontdekking van munten en Romeinse keldergewelven uit de 3e en 4e eeuw bij de bouw van de wijnkelders van de Dernauer Winzerverein in het jaar 1884. Maar er zijn ook resten van een Romeinse villa blootgelegd met verwarmingskanalen, waterleidingen, delen van een mozaïekvloer, een badhuis en een grafveld. Omstreeks 407 komt er een einde aan die Romeinse periode en strijken hier de Franken neer.

Tot 843 behoort het hele Frankische gebied tot het Karolingische Rijk. In dat jaar wordt na de dood van Lodewijk de Vrome (840) bij het Verdrag van Verdun de verdeling van het Karolingische Rijk geregeld onder zijn drie overlevende zonen: Lotharius I, Lodewijk de Duitser en Karel de Kale. Zo komt het Middenrijk met het gebied van de Ahr en Dernau toe aan Lotharius I om vervolgens bij zijn dood 12 jaar bij de verdeling toe te komen aan zijn zoon Lotharius II. Toch vinden we de naam Dernau pas voor het eerst vermeld in het jaar 893 in een document van de Benedictijnen Abdij van Prüm waarin alle bezittingen en inkomsten van de abdij zijn opgesomd. Het wijnbouwdorp Dernau wordt hierin vermeld onder de naam "Degernavale" en ook "Degeneranauale". Dernau behoort vanaf de 11e eeuw tot het Graafschap Saffenburg. Uit die vroege periode stamt ook het nabijgelegen Kloster Marienthal van de zusters Augustinessen, dat in 1136 is gesticht door de Graven van Saffenburg vanuit het Nederlandse Kerkrade, maar waarvan nu enkel nog een ruïne rest. De geschiedenis van dit klooster laat zien dat het zware tijden heeft doorstaan. Zo is het in 1632 tijdens de 30-jarige oorlog (1618–1648) door Zweedse troepen geplunderd en in 1646 door de Franse troepen van Maarschalk Henri de La Tour d’Auvergne, Vicomte de Turenne (1611-1675) in brand gestoken. Kloster Marienthal wordt in 1699 weer kompleet nieuw opgebouwd. Vanaf 1792 bezetten de Franse troepen van Napoleon het Ahrdal en zo wordt in 1802 het klooster opgeheven. Bij het Congres van Wenen (1815) wordt vastgesteld dat het Rijn Moezel gebied en dus ook Dernau en omgeving, toekomt aan het Koninkrijk Pruisen. Het Kloster Marienthal raakt in verval en is nu in privébezit als Weingut Kloster Marienthal.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als in de Pruisische tijd vanaf 1880 het eerste traject van de Ahrtalbahn door de Rheinische Eisenbahn wordt gerealiseerd en kort daarop Dernau wordt aangesloten op deze spoorlijn, wint het stadje aan belang. Toch moet uitbreiding van het spoorwegnet wegens het uitbreken van WOI en de daaropvolgende ontwapening door de Geallieerden worden stopgezet. Maar in WOII wordt dan in Dernau de nog niet gereedgekomen Kux- en Trotzenbergtunnel in gebruik genomen als geheime ondergrondse werkplaats voor de Duitse wapenindustrie. Vanaf 1943 is in die tunnels een constructiewerkplaats gerealiseerd waar de componenten van V2 raketten in elkaar gezet worden. Dit gebeurt hoofdzakelijk door dwangarbeiders die ondergebracht zijn in het bij de ingang van de tunnels gebouwde Lager Rebstock. Die dwangarbeiders, waaronder ook 468 Nederlandse Joden, zijn hoofdzakelijk afkomstig uit het in de nabijheid van Weimar gelegen concentratiekamp Buchenwald. Toch zijn ook Duitse soldaten en mensen uit de directe omgeving er te werk gesteld. De oprukkende Amerikanen bezetten in maart 1945 tijdens Operation Lumberjack het Lager Rebstock en de V2 werkplaats in de Kux- en Trotzenbergtunnel. Tegelijkertijd blazen ze de spoorlijn bij het station van Dernau op. Toch zullen de Kux- en Trotzenbergtunnel nog een keer op een opmerkelijke wijze dienst doen! In de periode van 1960 tot 1972 wordt ten tijde van de Koude Oorlog diep onder de wijnbergen tussen Dernau en Walporzheim in het diepste geheim een geweldig gangenstelsel van 17 kilometer aangelegd als atoomkelder, de Regierungsbunker van de Bundesrepublik Deutschland onder de dekmantel “Dienststelle Marienthal“. Naar hier kon het bestuursapparaat van de Duitse overheid vanuit Bonn in noodval bij een crisis uitwijken. Na het einde van de Koude Oorlog in 1989 raakt de bunker in onbruik en verhuist de Duitse regering naar Berlijn. Vanaf 2008 is een klein gedeelte van deze oorspronkelijke atoomkelder voor het publiek toegankelijk als Dokumentationsstätte Regierungsbunker.

Het aanvankelijk brede bospad op de oever van de Ahr wordt verderop smaller en steiler. Het klimt en daalt in de helling en wordt aan de Ahrzijde beveiligd met een staalkabelreling. Groene borden met de tekst: “Bergpfad - Vorsicht Steinschlaggefahr” waarschuwen. Het dal van de Ahr wordt smaller en stroomt hier door een kloof met steile rotsen. Aan de overzijde zien we een bizarre rotsformatie met de naam “Bunte Kuh”, die in de 18e eeuw is ontstaan door het gebruik van dynamiet bij de aanleg van de straatweg door het dal. De opvallende rots is ook de bron voor verschillende sprookjes en volksverhalen. Verderop passeren we de helling van de rotsformatie Katzenley. Hier steken we voor de Geusbach de Ahr over om dan vervolgens naar rechts het asfalt de markering van de Ahrtalweg te volgen langs het sportveld in de richting van Walporzheim. Evenals vele dorpjes die we intussen gepasseerd zijn wordt ook dit dorp voor het eerst genoemd in het uit 893 stammende document van de Benedictijnen Abdij van Prüm waarin alle bezittingen en inkomsten van de abdij zijn opgesomd. Walporzheim dankt zijn naam aan edelman Walbrecht, die hier in de 5e eeuw de Frankische Koningshof Walbrechtshof sticht. Vanaf de 13e eeuw hoort het bij het stadje Ahrweiler. Opvallend is hier het oudste wijngoed aan de Ahr met Gasthaus “St. Peter“, dat omstreeks 1100 in bezit is van de Graven von Are, die het in 1246 aan het Kölner Domkapitel schenken. Dit blijft zo tot 1802 als het overgaat in privé bezit.

Aan gekomen bij de Josef Brücke steken we opnieuw de Ahr over en komen op een grote parkeerplaats waar het laatste nieuwe traject van de Ahrsteig met de rode wegmarkeringen begint. Wij kiezen er toch voor om vanaf hier de Ahrtalweg te blijven volgen omdat we in elk geval het stadje Ahrweiler in onze wandeling willen opnemen. Dit betekent dat we opnieuw het voetpad blijven volgen dat langs het riviertje de Ahr voert. Zo komen we dan verderop aan de voet van het Kloster Kalvarienberg, gelegen op een rotsformatie hoog boven de Ahr te midden van de wijnbergen. Het is een klooster van de Zusters Ursulinen met Gymnasium, Realschule en internaat. Als in 1440 een kruisridder terugkeert van zijn pelgrimstocht naar Jeruzalem, ziet hij in deze heuvel gelijkenis met berg Golgotha in het Heilige Land. De op deze plek staande galgen moeten dan wijken voor een houten kapel voor de gekruisigde Heiland en de Moeder Gods. Er ontstaat later een bedevaartskapel, die in 1671 wordt afgebroken, nadat hier in 1664 de eerste steen is gelegd voor een klooster van de Franciscanen. De paters Franciscanen moet in 1803 tijdens de Franse overheersing het klooster verlaten, waarna het in 1806 in bezit komt van Vicaris Jakob Giesen (1758-1817) van Ahrweiler. Uiteindelijk zijn het de Zusters Ursulinen uit Monschau die het Kloster Kalvarienberg vanaf 1838 in bezit hebben.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voorbij het Kloster Kalvarienberg gaat onze route tussen de wijnranken door tot we in de Rösgenstrasse de eerst bebouwing van Ahrweiler bereiken. Naar links komen we aan de fiets- en voetgangersbrug die ons over de Ahr naar het centrum van Ahrweiler voert. We lopen door tot aan de Walporzheimerstrasse en staan dan naar rechts meteen aan een van de oude stadspoorten van Ahrweiler. Als we ons verdiepen in de geschiedenis van Ahrweiler, zien we dat al voor onze jaartelling de Kelten dit gebied bewoonden. Daarna zijn het de Germanen en de Romeinen, die hun sporen hebben achter gelaten. Maar zoals zoveel dorpjes en stadjes in het Ahrdal is ook hier de eerste vermelding in 893 in de Prümer Urbar, het document van de Benedictijnen Abdij van Prüm waarin alle bezittingen en inkomsten van de abdij zijn opgesomd. Later zijn het de Graven van Are Nürburg en in 1246 komt Ahrweiler in bezit van het Kurfürstentum Köln. Het krijgt in 1248 stadsrechten van Konrad von Are - Hochstaden (1200-1261), aartsbisschop van Keulen. Onderlinge strijd tussen de verschillende Hertogdommen die aanspraak maken op Ahrweiler, maar ook invallen van de Fransen zorgen door de eeuwen heen voor onrustige perioden. Bij het Congres van Wenen (1815) wordt Ahrweiler toegewezen aan het Koninkrijk Pruisen en het maakt nu deel uit van het Bundesland Rheinland-Pfalz.

Door het Obertor komen we in de idyllische grotendeels autovrije binnenstad, waar direct de vele vakwerkhuizen opvallen. Dit Obertor is een van de 4 oude stadspoorten, die deel uitmaken van de grotendeels nog bestaande tot wel 8 meter hoge stadsmuur rondom de Middeleeuwse stadskern van Ahrweiler. De toegangspoort van deze vierkante toren heeft de vorm van een spitsboog en in het front zien we 3 ingemetselde stenen kogels die de herinnering levend houden aan de belegering in 1476 door de Bourgondische troepen van Karel de Stoute (1433-1477). We wandelen door de Oberhutstrasse, waar we naar links de Steinfeldgasse inslaan. Op de T-splitsing aangekomen hebben we naar rechts zicht op de Weisser Turm, het oudste gebouw van de stad Ahrweiler. Het stamt uit de 1265 en heeft als eerste bewoner Ridder Anselmus von Staffel, die het in leen beheert van de Benedictijnen Abdij Prüm. Vandaar ook de andere naam voor deze woontoren: Staffeler Turm. Toch heeft het gebouw door de eeuwen heen meerdere bezitters gehad. Na de stadsbrand in 1689 komt de Weisser Turm in bezit van de koorheren van de paters Norbertijnen van de Abdij Steinfeld, die vanwege hun witte pij dankt deze woontoren nu de naam Weisser Turm. Uit die tijd is ook de barokke dakconstructie die in plaats gekomen is van de eerdere Gotische torenspits en zien we aan de westzijde de twee verdieping tellende aanbouw met mansardedak. Als de Franse bezetting in 1804 de kloosterordes opheft, komt het gebouw toe aan de stad Ahrweiler en herbergt nu het stadsmuseum. Op de begane grond is vandaag de dag nog de aan de H. Hermann Joseph van Steinfeld gewijde kapel.

Voorbij de Weisser Turm komen we in de Altenbaustrasse aan de voormalige Joodse Synagoge, die in 1894 is ingewijd. De kleine zaalhal in Moorse stijl is van de uit Remagen afkomstige architect Jakob Nicolaus Gronert. Kenmerkend voor deze bouw zijn de hoefijzervormige ramen en de topgevel met de twee stenen tafels met de 10 geboden. In de Kristallnacht wordt dit Joodse gebedshuis op 10 november 1938 tijdens het Nazi-regime in brand gestoken door SA-mannen. Sinds 1942 als de laatste Joden naar de concentratiekampen zijn weggevoerd, is de kleine Joodse gemeenschap, die al vanaf de Middeleeuwen in Ahrweiler en het nabijgelegen Dernau gevestigd zijn, uit Ahrweiler verdwenen. Het gebouw van de Synagoge wordt gebruikt als opslag. Na 1981 wordt de “Bürgerverein Synagoge e.V." eigenaar van de voormalige Synagoge en transformeert het tot een Cultureel Centrum.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als we de Altenbaustrasse uitlopen staan we op de Marktplatz, die gedomineerd wordt door de St. Laurentiuskerk. Het is de oudste kerk in het Rheinland en de eerste steen van deze Gotische kerk is in 1269 gelegd en ingewijd door Abt Gottfried van de Benedictijnen Abdij van Prüm. Vanuit de abdij worden monniken benoemd als pastoors van de St. Laurentiuskerk tot aan de opheffing van de abdij door de Fransen in 1794. De parochie valt sinds 1824 onder bisdom Trier. In de 30-jarige oorlog wordt Ahrweiler geplunderd en op 1 mei 1689 steken de Franse troepen van Lodewijk XIV de stad in brand en ook de St. Laurentiuskerk valt daaraan ten offer. De daken, het hele interieur, maar ook de 8 kerkklokken gaan verloren. Slechts tien huizen in de stad blijven voor dit inferno gespaard.

Het kerkgebouw is een drieschepige Gotische hallenkerk en opgetrokken van onbewerkt gesteente dat van stucwerk is voorzien. Het schip heeft vier traveeën en elk travee draagt op elke zijde een schilddak. De zich over drie traveeën uitstrekkende galerijen zijn voorzien van beschilderingen en forse ronde pijlers dragen de kruisribgewelven. De ingebouwde toren telt vanaf het dak drie verdiepingen en wordt door een krans van acht puntgevels en een achtzijdige spits afgesloten. Dit laatste betreft een toevoeging van de architect Wilhelm Schmitz (1864-1944) in periode 1899-1912 als de St. Laurentiuskerk aanzienlijk verbouwd en gerenoveerd wordt. Van het interieur zijn de in 1903 tijdens een restauratie ontdekte fresco's uit de 15e eeuw het meest waardevol. De fresco's stellen o.a. taferelen uit de Bijbel zoals het Jongste Gericht, heiligen, een genadestoel en de kerkwijding voor. Het koor wordt door een smeedijzeren communiebank uit de 18e eeuw afgesloten. Het orgel is nieuw, maar geplaatst in een Barokke orgelkas uit 1728. De oorspronkelijke vensters zijn na een brand in 1809 via de kunsthandel verkocht naar de Verenigde Staten. De huidige vensters stammen uit de periode 1953 tot 1962 en zijn door verschillende kunstenaars ontworpen.

De autovrije Marktplatz wordt omgeven door idyllische vakwerkhuizen en gezellige terrasjes. Voor ons een goed moment om op een van die terrassen neer te strijken en in de zon gezeten te genieten van een rustmomentje met “Kaffee und Kuchen”. Er komen historische straatjes op dit plein uit. Op een van de gevels valt een plaquette op die aangeeft dat dit het geboortehuis is van Cyrillus Rudolphus Jarre, Aartsbisschop van Tsinanfu/China, die daar na vervolging door de communisten in 1952 in de gevangenis als martelaar is gestorven. Wij wandelen vervolgens op de hoek met de Ahrhutstrasse waar we het plein van de Marktplatz verlaten voorbij aan de omstreeks 1780 gebouwde Stadtwache. Hier zijn oorspronkelijk politie en brandweer ondergebracht en het pand is later nog tot 1904 in gebruik geweest als stadhuis. Het twee verdiepingen tellende Laat-Barokke bouwwerk heeft een mansardedak en boven het toegangsportaal is een rijk versierde stadswapen van Ahrweiler aangebracht. Opvallend zijn de twee ernaast gelegen vakwerkhuizen. Allereerst het vier verdiepingen tellende vakwerkhuis uit 1775, dat oorspronkelijk het huis van de burgemeester is geweest. Later doet de dienst als apotheek en daarna als café, dat nog duidelijk zichtbaar is aan het robuuste uithangbord. Nu is er Metzgerei Scholzen gevestigd. Opvallend is boven aan de gevel de met een figuur voorziene nokbalk, die nodig geweest is om op de bovenverdieping goederen op te slaan. Het tweede vakwerkhuis ernaast stamt uit 1650. Hier heeft wijnboer Georg Kreuzberg (1796- 1873) gewoond, die een wijnberg in de buurt van Bad Neuenahr in bezit heeft en die in deze berg een bron met een hoge concentratie koolzuurhoudend water ontdekt. Hij vernoemt de bron naar de H. Apollinaris en het bronwater wordt later als tafelwater verkocht.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We zijn nu in de Niederhutstrasse en komen even verderop aan een van de meest bezienswaardige panden uit het Middeleeuwse Ahrweiler: het Wolffsches Haus, gebouwd in 1621 tijdens de 30-jarige Oorlog door Henricus Hartmann en zijn vrouw Dorothea Wolffes. Als officieren de Franse troepen van Zonnekoning Lodewijk XIV hier in 1689 zijn ingekwartierd, blijft dit huis als één van de 10 panden gespaard bij de grote stadsbrand. Vanaf 1815 doet het dienst als rechtbank. Opvallend aan dit twee verdiepingen tellende vakwerkhuis is de 8-hoekige erker met Barokke dak met steunbalken met rijkversierd houtsnijwerk. Een bronzen plaquette op de zijgevel in de Schulhofstrasse vertelt deze historie. Door de Schulhofstrasse verlaten we het drukke centrum om dan via de Pläzerstrasse, Hostertgasse naar de Kanonenwall te komen. Hier wandelen we naar rechts langs huizen die deels in de oude stadswal zijn gebouwd. Zo bereiken we het Ahrtor uit 1542, die met de twee halve torens de grootste stadspoort van Ahrweiler is. Aan een zijde zien we nog de gedeeltelijk gereconstrueerde stadsmuur. De doorgang van de stadspoort is gebouwd van vulkanisch gesteente en hier is een hoogreliëf in tufsteen uit het midden van de 16e eeuw ingemetseld voorstellend de kruisweg van Christus. Na het bombardement van 29 januari 1945 is de verwoeste stadpoort in 1958 weer opgebouwd en is het reliëf na restauratie tussen 1991-1995 teruggeplaatst. Boven de stadspoort zien we aan de stadszijde de beeltenis van de H. Barbara, beschermheilige van de mijnwerkers, van de beeldhouwer Hanns Matschulla (1901-1971). Het oorspronkelijke beeld bevindt zich in het Ahrgau Museum in de Weisser Turm.

Onder het Ahrtor door wandelend laten we de oude kleine stadskern van Ahrweiler achter ons en we steken de Friederichstrasse over. Even naar rechts en dan naar links langs de lange muur van het kerkhof gaat de route in de richting van de Ahr. Hier pakken we de route van de Ahrtalweg weer op en volgen de markering naar links op de noordelijke oever van de nu deels gekanaliseerde Ahr. Steeds oostwaarts wandelen we langs statige huizen en gebouwen. Ahrweiler gaat haast ongemerkt over in Bad Neuenahr, waarbij we steeds de oever van de Ahr blijven volgen. Toch wordt het langzaam duidelijker dat we in een mondainere omgeving komen, die Bad Neuenahr kenmerkt. Het stadje dankt oorspronkelijk zijn naam aan de zuidelijk op de berg Neuenahr gelegen Burg Neuenahr, die omstreeks 1225 gebouwd is door de Graven van Neuenahr. Als de burcht in 1372 wordt verwoest door troepen van het Kurfürstentum Köln, wordt het Graafschap Neuenahr speelbal tussen de Aartsbisschop van Keulen en het Hertogdom Jülich. Echt opgang maakt Bad Neuenahr na de ontdekking van Apollinarisquelle in 1852 door wijnboer Georg Kreuzberg (1796- 1873) uit Ahrweiler en de Augusta en Victoria Quellen in 1854. Deze bronnen zorgen ervoor dat bij de gezamenlijke opening in 1859 Neuenahr als kuuroord op de kaart wordt gezet. Badhuizen, hotels, pensions, cafés, theaters en een Casino, ondergebracht in het voormalige Jugendstil Kurhaus uit 1903, bepalen vanaf dat moment het stadsbeeld door het opkomend toerisme met een rijk en afwisselend cultureel leven. Maar pas in 1927 mag officieel de naam Bad Neuenahr gebruikt worden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij de brug van de L83 aangekomen laten we het asfalt achter ons en verloopt de route door een lange bomenlaan in het naar de laatste Duitse Keizerin Augusta Viktoria von Schleswig-Holstein-Sonderburg-Augustenburg (1858-1921) genoemde park. In de Ahr valt hier de nieuwe natuurlijk aangelegde vistrap op. Verderop hebben we zicht op het aan de overzijde van de Ahr gelegen Casino van Bad Neuenahr aan de Kurgartenstrasse. Nog steeds langs de Ahr passeren we de Wadenheimer Ruh tegenover een overblijfsel van de historische overdekte wandelgalerie in het Kurpark van Bad Neuenahr. Als we dan voorbij de sportaccommodatie van het Appolinarisstadion gekomen zijn, steken we de Ahr over om nu op de andere oever onze route te vervolgen. Deze verloopt langs het terrein van de afdeling handboogschieten van de Turn- und Sportverein Bad Neuenahr. Het smalle pad direct verlopend langs de Ahr brengt ons in een meer open gebied met een geweldig uitzicht op de Autobahnbrücke van de A61, die hier met machtige pijlers met maximaal 54 meter hoogte en een bruglengte van bijna 1522 meter het Ahrdal overspant. Onder de bruggen door komen we aan de Heppingerstrasse, waar we even naar links het beekje de Mühlenteich oversteken en meteen naar rechts het asfalt van het fietspad langs de oever van de Ahr vervolgen. Als we aan de overzijde van de Ahr zicht krijgen op het treinstationnetje van Heimersheim, weten we dat we bijna op het eindpunt van deze dagetappe zijn aangekomen. Alleen nog even via de wenteltrap en de brug naar de overkant wandelen en we zijn op het eindpunt.

We zijn ruim aan de tijd en zo kunnen we op ons gemak terugrijden naar het startpunt van deze voorlaatste etappe van de Ahrsteig. Deels over de B266 en de B267 rijden we langs de noordzijde van Bad Neuenahr en Ahrweiler naar Dernau. Een bezoekje aan de winkel van Weinbau Verein Dernau is niet meer nodig. De benodigde wijn is al ingekocht! Maar om deze drie dagen nog gezamenlijk in stijl af te sluiten, zoeken we voor een laatste rustmoment een terrasje en als het even kan in de zon. Daar denken veel mensen hetzelfde over en dus kost het even moeite om een geschikt plekje voor ons vijven te bemachtigen op het terras van Hotel Rebstock. Nog gezellig napraten over de geslaagde wandeldagen en dan huiswaarts. Lorenz en Wilma rijden noordwaarts via Keulen, Bert, Marion en Charles noordwestwaarts, waarbij de navigatie aangeeft om via Roermond richting Eindhoven te rijden. Zonder veel oponthoud komt iedereen veilig op de thuishaven met het prettige gevoel weer geslaagde dagen gehad te hebben.

Charles Aerssens
28 november 2015



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 28-11-2015 door C.P.J. Aerssens