© L.A.W.V.VIA-VIA

De poging om met meer mensen op pad te gaan heeft voor de wandeldag van 12 december succes gehad. Naast de actievelingen van de laatste keer, te weten Arie, Karst en Charles heeft ook Marlien te kennen gegeven mee te willen gaan. Harrie is ook weer van de partij en Charles heeft Hans Fessl enthousiast gekregen om mee te wandelen. In de aankondiging geeft Charles aan in de buurt van Poppel een rondwandeling uit te zetten, die voor een groot deel over het traject van de Noorderkempen Route verloopt. Deze wandeling voert ons vanuit Poppel door het beekdal van de Aa of Rovertse Leij naar Grenspaal 209 vanwaar we dan door Landgoed Gorp en Roovert westwaarts naar Nieuwkerk wandelen. Langs zullen we het Halve Maan ven bereiken en het drassige weidegebied Papenmoeren, dat deel uitmaakt van het Riels Laag, een open landschap met daarin het beekdal van de Rielse of Oude Leij. Dan gaat de route door Landgoed Het Ooievaarsnest naar Aarle, waar we langs de Poppelsche Leij en voorbij aan Landgoed De Schrieken terugkeren naar Poppel. Een poging van Charles om hierbij onderweg een pleisterplaats in te plannen blijkt moeilijk en loopt op niets uit. Enkel aan het eindpunt vinden we het welbekende Café Mieke Pap.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op het afgesproken tijdstip treffen Marlien, Harrie, Karst, Hans, Arie en Charles elkaar op de parkeerplaats bij Supermarkt Carrefour-GB in het centrum van Poppel. Er is rond de klok van 9.00 uur nog genoeg plaats voor de twee auto’s uit Loon op Zand en Breda. Zo vetrekken we op tijd en wandelen vanaf de parkeerplaats naar rechts in de richting van het voormalige Gemeentehuis van Poppel. Dit gebouw stamt uit 1908 in is opgetrokken in baksteen met de toen modieuze natuurstenen sierbanden. De trapgevel en de hooggeplaatste toegangspoort zijn kenmerkend voor de Vlaamse Neo-Rennaissance stijl. Tot 1977 is Poppel een zelfstandige gemeente, die dan bij de Gemeente Ravels wordt gevoegd. Het dorp dankt zijn naam aan een grenskerk die daar in 1652 is gebouwd ten behoeve van de parochie van het nu Nederlandse Goirle. Beide plaatsen hebben tot Hertogdom Brabant behoord en sinds 1815 vallen Poppel en Ravels onder de provincie Antwerpen en de Gemeente Goirle onder de Provincie Noord-Brabant. Ook het noordelijk gelegen gehucht Nieuwkerk, gelegen in de bossen aan de grens met Nederland, behoort tot Poppel. Het is hier dat tijdens de Belgische Opstand trokken de Nederlandse troepen in de vroege ochtend van 2 augustus 1831 de grens met het huidige België oversteken en de Tiendaagse Veldtocht beginnen.

Bij het oude Gemeentehuis van Poppel gaat de route bij wandelknooppunt 24 naar links de Mierdsestraat in om dan na goed 50 meter na huisnummer 11 rechtsaf de geelrode markering te volgen. Na enkele meters laten we de bebouwing achter ons en staan we in het open landschap. De route markering leidt ons tussen de weilanden door naar het beekdal van de Aa of Rovertse Leij. Hier nog een onooglijk stroompje dat ten zuidoosten van Poppel ontstaat uit de samenvloeiing van de Heesdijkse Loop en de Straatloop en noordwaarts meandert richting Belgisch-Nederlandse grens. Aangekomen bij wandelknooppunt 26 bij de Bremweg zien we een reusachtige klomp als infobord van de Smokkelaarsroute, een grensoverschrijdende fietsroute. Hier wordt informatie gegeven grensversperring, die de Duitsers in WOI gebouwd hebben langs de Belgisch-Nederlandse grens en die bestaan heeft uit 7 hoogspanningsdraden van 2000 Volt. Aanraking met deze “Fil d’électrique” is dodelijk! We wandelen over het asfalt naar rechts tot op de T-splitsing, waar we naar links afslaan en houden de Aa of Rovertse Leij aan onze linkerzijde. Na enkel bochten komen we in het gehucht Overbroek. De route gaat naar links. In het verleden zijn hier illegale bouwpraktijken aan het licht gekomen. Opnieuw hebben we de Aa of Rovertse Leij in onze nabijheid als we langs het Natuurreservaat Tulderse Beemden wandelen, waar een aantal vijvers liggen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De route voert ons vanaf wandelknooppunt 12 door een brede met beuken omzoomde laan naar wandelknooppunt 11, waar we met een bruggetje de Aa of Rovertse Leij oversteken. We komen door het buurtschap Hulsel en staan dan even verderop bij de Rovertkapel vlak bij de Belgisch-Nederlandse grens. Vanaf 1643 tot iets na 1672 bevindt zich op de plaats van de huidige kapel een schuurkerk voor de bewoners van Hilvarenbeek. In ieder geval is tussen 1736 en 1738 deze kapel opgericht. Het is een witgekalkt vierkant gebouwtje met afgeplatte hoeken en een barok aandoend koepeltje. In de kapel bevindt zich een schilderij van Zuster Augustina da Porta van het H. Graf uit Turnhout, dat de legende met een schaapskudde uitbeeldt. Het verhaal gaat dat op 13 oktober 1735 in de St. Valentinuskerk in Poppel wordt ingebroken. De dieven breken het tabernakel open en stelen de ciborie met de geconsacreerde hostiën. Ook nemen ze de relikwieën van de H. Valentinus en de H. Willibrordus en de vaten met de H. Oliën mee. Pastoor Van Rijckevorsel mobiliseert de bevolking om in groepen de omgeving uit te kammen. Uiteindelijk constateert men dat op de plaats van de ruïne van de oude schuurkerk de grond is omgewoeld en als men hier gaat graven, worden de hosties onbeschadigd teruggevonden. De legende vertelt van een herder die met zijn schaapskudde op deze plaats langstrekt en zijn schapen halt houden en godvruchtig knielen. De hosties worden in processie terug gebracht naar Poppel en er wordt een kapel gebouwd. Jaren daarna en tot 1852 wordt er op Sacramentsdag vanuit Poppel een processie naar deze plek gehouden. Zo is ook de naam Processiebaan gebleven, het pad dat ons hierheen gebracht heeft.

Hier aan het einde van de Processiebaan bij wandelknooppunt 96 vinden we ook een gedenksteen die hier geplaatst is voor 305 kilometer wandelplezier in de Kempen. Deze Streek-GR Kempen is een initiatief van een aantal instanties, zoals de VZW Grote Routepaden, Streek VVV Noorderkempen, TFPA Toerisme Kempen, stichting Lange Afstandswandelpaden, Samenwerkingsverband Midden-Brabant, Stadsgewest Breda en de lokale VVV’s met steun van het Interregionaal fonds van de Europese Unie. Voor de kapel langs wandelen we in oostelijke richting over de Beeksebaan en passeren bij Grenspaal 209 de Belgisch-Nederlandse grens. Hier steken we ook de Rovertse Leij over en komen op het Landgoed Gorp en Roovert. Het bruggetje markeert de grensovergang tussen twee landsdelen, die in het Hertogdom Brabant van oudsher met elkaar verbonden zijn geweest. Hier loopt dan een belangrijke handelsroute. De 80-jarige Oorlog (1568-1648) trekt hier een nieuwe scheidslijn, waardoor Hilvarenbeek deel gaat uitmaken van Staats-Brabant en Poppel van de Zuidelijke Nederlanden. In 1815 bij de Vrede van Wenen komen Noord en Zuid weer bij elkaar in het Verenigde Koninkrijk de Nederlanden onder Koning Willem I. Na de Belgische Opstand van 1830 volgt in 1839 de definitieve afscheiding en ontstaat het Koninkrijk België. Het belang van deze grensovergang op Roovert neemt af na de ingebruikname in 1855 van de doorgaande weg van Goirle naar Poppel. Links van dit bruggetje heeft eeuwenlang een watermolen gestaan, gedeeltelijk op Nederlands en gedeeltelijk op Belgisch grondgebied. In het begin van de 19e eeuw is deze watermolen afgebroken.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op Nederlandse bodem is wandelknooppunt 72 de eerste markering van het wandelroutenetwerk. Wij wandelen hier rechtuit tot we bij de boerderij met karakteristieke rood-zwart gekleurde luiken aan onze rechterzijde naar links het bospad inslaan om dan bij wandelknooppunt 78 uit te komen. We kiezen voor het bospad achter de slagboom met de aanduiding Gorp en Roovert. We zijn hier in het hart van Landgoed Gorp en Roovert, bijna 1200 hectare, waarvan ongeveer 400 hectare wordt gebruikt voor de landbouw. Oude ontginningen in dit gebied zijn belangrijk geweest voor het ontstaan en uitbreiding van het landgoed. Al in de 13e eeuw wordt dit gebied in cultuur gebracht en als leengoed uitgegeven door de Hertogen van Brabant. Deze oude ontginningen, met de omringende bossen en woeste gronden, komen in de loop der tijd steeds meer in één hand. In 1868 wordt het landgoed eigendom van de Familie Zerezo de Tejade, een adellijke familie van Spaanse afkomst. Doordat de gemeente Hilvarenbeek geld nodig heeft, kan Familie Zerezo de Tejade het landgoed uitbreiden met de aankoop van ‘gemeijnten’, gemeenschappelijke gronden, die na de Franse Tijd eigendom zijn geworden van de gemeente. In 1920 gaat het landgoed over naar de huidige eigenaar, textielfabrikant Van Puijenbroek uit Goirle. Hij laat grote delen beplanten met productiebossen van afwisselend naald- en loofbomen.

De route door het bos leidt ons naar de Sinteldreef, waar we even naar links wandelen om dan bij wandelknooppunt 91 rechtsaf de oever van de Rovertsche Leij stroomafwaarts te volgen in noordelijke richting. De meanderende Rovertsche Leij is hier beeldbepalend, zijn weg zoekend en kronkelend door het bos. Wij volgen de oever van deze beekbedding aan de westzijde omzoomd door zware zomereiken en dichtbegroeid met rododendron struiken. In de steile, geërodeerde buitenbochten broedt de ijsvogel. De binnenbochten gaan over in zandige, slibrijke strandjes. Het beekbegeleidend bos is biologisch het rijkst en kent een afwisselende broedvogelbevolking. De route leidt ons naar de Paradijsbrug en zo bereiken we het Gorpsbaantje en gaan naar links in westelijke richting. We komen wandelknooppunt 92 en voorbij de toerit naar “De Nieuwe Hoef”, een uit 1641 daterende Tiendhoeve, waar de pachters uit de verre omtrek er in geld of in natura het tiende deel van hun oogst aan de landheer zijn komen afdragen. Het is nu in gebruik als restaurant. Naar het noorden kijken we over de weilanden en landerijen richting Goirle, dat op ongeveer 3 kilometer aan de horizon ligt. Nog even doorlopen en we bereiken de drukke doorgaande N261 van Tilburg naar Poppel, waar een informatiebord uitleg geeft over Landgoed Gorp en Roovert. De brede zandwegen die we hier in dit gebied bewandelen, waren in de 17e eeuw de aanlooprouten naar de handelswegen tussen Turnhout, Antwerpen en Brussel.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als we de N261 bij P-21308 zijn overgestoken, vervolgen we de brede zandweg, het Nieuwkerksbaantje. Opnieuw lopen we langs de Belgisch-Nederlandse grens. We komen langs de bouwval van wat eens een met een gracht omgeven boerderij is geweest en nu duidelijk door de tand des tijds is aangetast. Bij de brug over de Poppelse Leij treffen we Grenspaal 211aan. We passeren wandelknooppunt 62 en 63 en bereiken bij P-24700 het gehucht Nieuwkerk, dat vroeger Steenvoort werd genoemd. De naam Nieuwkerk hangt samen met de schuilkerk die hier na de Reformatie omstreeks 1650 door de Tilburgse Katholieken op Spaans grondgebied, net over de Belgisch-Nederlandse grens, is gebouwd. Klooster en kerkje staan er nog en maken deel uit van Landgoed Het Ooievaartsnest, beheerd door de Belgische Baron Jamblinne de Meux. Tot ongeveer acht jaar geleden had het klooster nog een religieuze bestemming. De boerderij aan de rechterzijde behoort ook tot het landgoed Het Ooievaartsnest en is geschilderd in de kleuren van eigenaar Baron Jamblinne de Meux: geel rood. In Nieuwkerk ligt in het bos verscholen ook de grafkelder van de Graven van Hogendorp, eens heren van de heerlijkheid Tilburg en Goirle, die omstreeks 1820 het gebied aangekocht hebben.

Hier op het kruispunt van wegen hebben we nog even overleg om een geschikte lunchplek te regelen. De borden die verwijzen naar een eetgelegenheid zijn niet duidelijk en een klein uitstapje aan de Nieuwkerksedijk levert niets op. Dan maar verder! Voorbij het voormalige klooster gaan we op de eerste kruising naar rechts en lopen door tot we aan de linkerzijde aan het in 1996 gerestaureerde Halve Maan ven komen, gelegen in een natuurgebiedje van 125 hectare tussen de Regte Heide en Landgoed Het Ooijevaarsnest. Het gebiedje, in 1992 voor het symbolische bedrag van 1 gulden verkocht aan de Stichting Brabants Landschap, bestaat voornamelijk uit naaldbos met Corsicaanse den, Europese lariks en Amerikaanse eik. Het Halve Maan ven is nu uitgebaggerd en er huist tegenwoordig een kolonie Canadese ganzen. We wandelen naar links om het heideven heen, dat door dennenbossen ingesloten is en blijven zo ten zuiden van de Regte Heide. Westwaarts gaat de route langs wandelknooppunt 54 en rechtdoor naar wandelknooppunt 57. Zo komen we langs een kikkerpoel. Deze kikkerpoel is vernoemd naar de voormalige voorzitter van de Nederlandse Milieupool (NMP) Jan Pieter Six Poel. Het is een cadeau het samenwerkingsverband van verzekeringmaatschappijen die het complexe risico van milieuschade verzekerbaar hebben gemaakt. De NMP verschafte het Brabants Landschap de middelen om deze kikkerpoel met bankje aan te leggen en zo is de naam van Jan Pieter Six bij zijn afscheid aan de kikkerpoel verbonden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Net voorbij deze kikkerpoel staat wandelknooppunt 57, waar we naar links afslaan. Hier hebben we in westelijke richting zicht op een drassig weidegebied dat op de topografische kaart vermeld staat als “Papenmoeren” en al in het begin van de 13e eeuw in documenten voorkomt als bezit van de Abdij van Tongerlo. De naam Papenmoeren herinnert daaraan en in de volksmond spreekt men ook van Tabsmoer, een verbastering van: 't Abts moer. Het gebied maakt deel uit van het Riels Laag, een open landschap met daarin het beekdal van de Rielse of Oude Leij. Enkele reusachtige acacia’s staan opvallend in het landschap, getuigen van een lang verleden. Het pad komt bij het hek uit op een zeer breed zandpad, de Goorstraat, bij wandelknooppunt 42. Links staat de oude hoeve van Landgoed Het Ooijevaarsnest. De hoeve ligt ver weg van de bewoonde wereld en heeft een idyllische uitstraling. Op de typisch Brabantse schuur tegenover de boerderij bevindt zich een ooievaarsnest, dat echter al een aantal jaren "kunstmatig" wordt bewoond door een bijna levensechte ooievaar. Landgoed Het Ooievaarsnest is 134 hectare groot met een sterke afwisseling van droge zandgronden met dennenbos, lanen met loofbomen en vochtige dalen met weide en moerasbosjes. Het landgoed is van oorsprong mogelijk een nederzetting van de monniken van de Abdij van Tongerlo.

Net achter de oude boerderij en de Brabantse schuur wandelen we naar rechts door een fraai loofhoutlaantje, dat ons eerst nog even door een laaggelegen vochtige weiland leidt. Zeker een gebiedje dat rijk is aan amfibieën en reptielen, belangrijke prooidieren voor foeragerende ooievaars. Dan zijn het de dennenbossen, die het grootste deel van de beplanting vormen. Verderop pakken we de groen-gele markering van het wandelroutenetwerk weer op en laten ons leiden naar wandelknooppunt 52. OP deze T-splitsing gaat de route naar links en komen op de Baarlesebaan, een onverharde weg met fietspad. Het bosgebied van Het Ooievaarsnest laten we achter ons en we hebben nu een open landschap voor ons met zicht op het net over de Belgisch-Nederlandse grens gelegen buurtschap Aarle. De Poppelsche Leij steken we over bij Grenspaal 212 en staan dan meteen in het buurtschap Aarle bij wandelknooppunt 50. De fietsroute die we vanaf hier volgen in de richting van Poppel verloopt dicht langs de Poppelsche Leij, die hier grensbeek tussen Nederland en België door de laaggelegen Egelbroeken vanaf de Bedafse brug stroomt. Hier in dit buitengebied stuiten we op de villawijk Aarleheide. Het is verbazingwekkend te zien hoe hier panden van moderne architectuur liggen naast protserige Dynasty optrekjes. Over smaak vat hier zeker te twisten. Dan passeren we het natuurgebied Klotkuilheide en zien hier midden in de wei Grenspaal 214 staan. Het informatiebord geeft aan dat op dit traject van de Belgisch-Nederlandse grens de gietijzeren grenspalen genummerd zijn van 205 tot 214 en 32 arduinen grensstenen bepalen de grens op lange tussenstukken. Het fietspad volgend komen we op de drukke Steenweg Baarle uit bij wandelknooppunt 20 naast de Bedafse brug over de Poppelsche Leij. We volgen de drukke Steenweg Baarle even naar links voorbij aan voor het publiek niet toegankelijke Landgoed De Schrieken.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het is Luitenant-Kolonel Paulin F.J. Lahure, een uit Brussel afkomstige jachtliefhebber, die in 1861 hier in het voor hem afgelegen Vlaamse land 50 hectare grond aankoopt met een nog veel omvangrijker jachtgebied en er een onderkomen bouwt. Na zijn dood in 1874 komt het landgoed doorvererving aan zijn broers: Generaal Camille Lahure en Albert Lahure, die het in 1877 verkopen aan Ulysse Burnenville uit Huy en het wordt verkocht het in 1888 aan Louis Aimé Misonne (1855-1936), voorzitter van de rechtbank in Turnhout. Hij bouwt er in 1901 een kasteel in Neo Vlaamse Renaissancestijl, naar een ontwerp van de architect Pieter Jozef Taeymans (1842-1902). Hij breidt het bezit uit, plant, bouwt, maakt vijvers en verfraait. Langzaam verrijst er in de uitgebreide heidevlakten, waar hij over 2000 hectare het jachtrecht geniet, een waardig landgoed. Tijdens WOI zijn er Duitsers ingekwartierd voor grensbewaking en verdwijnen er kostbaarheden en tijdens WOII wordt het kasteel opnieuw door de Duitsers bezet maar zonder veel schade. Het zijn de zogenaamde "Zwarten", Belgische NSB’ers, die maar anderhalve maand na de bevrijding in het gebouw hebben gezeten en de grootste vernielingen in het kasteelinterieur hebben aangericht. Van het huidige Landgoed De Schrieken, dat nu 120 hectare groot is, wordt nu vijf hectare in beslag genomen door twee vijvers met eilandjes, die door een laan gescheiden zijn. Tot op heden is het landgoed in het bezit van de familie Misonne.

Vanaf de Steenweg Baarle volgen we de afrastering van het Landgoed De Schrieken rechtsaf de onverharde weg in en nemen het eerste bospad naar links. We negeren de markering van het wandelroutenetwerk en wandelen rechtuit tot we op het asfaltweggetje uitkomen. Hier houden we rechts aan langs de bosrand tot er net voor het einde van dit bosje een pad naar links doorsteekt. Door het bos komen we aan wandelknooppunt 21en kiezen hier voor de richting naar wandelknooppunt 22. Dit gemarkeerde punt vinden we aan de Grouwstraat, vanwaar we een goed zicht hebben op Poppel en de kerktoren van de Neo-Gotische St. Valentiuskerk uit 1906. De toren stamt uit de 16e eeuw en is gebouwd in Kempense Gotiek, voorzien van steunberen en een traptoren. De torenspits is getooid met een bol en een scherpe naald. Het interieur kent biechtstoelen uit de 18e eeuw en een hoogaltaar uit 1912. De H. Valentinus vinden we er op de zuil van de preekstoel. De kerk telt diverse waardevolle beelden en schilderijen, waaronder het beeld van Sint Anna ten Drieën (15de eeuw): Anna, de moeder van Maria, staat er met haar dochter en kleinzoon Jezus. Wandelknooppunt 22 wijst ons de weg naar rechts langs het kerkhof en de St. Valentinuskerk. Zo staan we aan de doorgaande weg van Poppel naar Ravels en bereiken we ons eindpunt Poppel .

We zijn redelijk vroeg, het is immers nog geen 14.30 uur, als we in het welbekende Café Mieke Pap neerstrijken en de dagwandeling afsluiten met een kopje koffie, fris of een biertje. De wandeling wordt nog eens nabesproken en de conclusie luidt dat het laatste stuk vanaf Aarle wat saai is, maar dat het ontbreken van een gezellige rustplek halverwege eigenlijk een “must” moet zijn! Voor de eerstvolgende wandeling in het nieuwe jaar zal Charles de moeite nemen dit te plannen. En meteen wordt het idee geopperd om hiervoor wellicht ’T Moaske in de Moer te kiezen, als we in het gebied van Landgoed Huis ter Heide op pad gaan. We reserveren hiervoor in elk geval al woensdag 16 januari 2013. Iedereen zal op tijd geïnformeerd worden en we hopen opnieuw met een gezellig groepje op stap te kunnen gaan. Tegen 15.30 uur breken we op in Poppel en keren huiswaarts met de beste wandelwensen voor het nieuwe jaar.

Charles Aerssens
24 december 2012



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 24-12-2012 door C.P.J. Aerssens