© L.A.W.V.VIA-VIA

Als we bij het afscheid na afloop van de laatste wandeling in het jaar 2009 huiswaarts keren, weet nog niemand van ons dat onze allereerste wandeling in het nieuwe jaar 2010 opnieuw een verrassende wandeldag zal worden!! Het winterweer slaat in de week voor Kerstmis in alle hevigheid toe en we worden overvallen met grote hoeveelheden sneeuw en fikse vorst, We moeten ervaren dat we niet zomaar van alle winterse perikelen bevrijd zijn. Op de rond gestuurde mail reageert iedereen toch enthousiast en geeft aan van de partij te zullen zijn op de vastgestelde datum van 13 januari 2010, niet wetend hoe de weersomstandigheden dan zullen zijn. Peter, Jan-Willem en Charles hebben de herinnering aan die eerste wandeling in 2009 nog op het netvlies, toen zij ook met sneeuw, ijs en koude, mistige omstandigheden op pad zijn geweest in de buurt van Hoogstraten.

Het kiezen van een geschikte wandeling is ook deze keer voor Charles geen probleem. In het winternummer van Brabants Landschap staat een artikel over Landgoed Baest. Dit vormt het uitgangspunt voor de rondwandeling met vertrek in Middelbeers. Van hieruit gaat het noordwaarts naar Landgoed Baest en door het stroomgebied van de Grote Beerze en de Kleine Beerze. Onder de rook van Oirschot brengt de route ons naar het oosten in de richting van de Landgoederen Hemelrijken en ‘s Heerenvijvers. Verderop bereiken we de Oostelbeersche Heide en het militaire oefenterrein van de Oirschotsche Heide. Over de Staatsche Heide wandelen we terug door het buurtschap Kuikseind naar ons startpunt in Middelbeers.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als we op woensdag 13 januari 2010 elkaar op de afgesproken plaats treffen, blijkt dat Marlien en Jan Willem op het allerlaatste moment hebben moeten afhaken. De gezondheid van Jan Willem vraagt met deze winterse koude toch even af te haken en Marlien ondersteunt hem daarbij. Zo staan Peter, Friso, Harrie, Arie en Charles aan het vertrekpunt in het centrum van Middelbeers, het Brabantse dorp dat sinds 1997 samen met Westelbeers en Oostelbeers deel uitmaakt van de Gemeente Oirschot. Middelbeers en Oostelbeers krijgen in 1334 gemeenterechten van Hertog Jan III van Brabant. Het in die tijd omschreven gebied blijft ongewijzigd, ook bij de vorming van de moderne gemeente. Alleen Westelbeers, dat zich in de Franse tijd heeft losgemaakt van de heerlijkheid Hilvarenbeek, wordt bij het gebied gevoegd. Middelbeers en Oostelbeers behoorden vanouds tot het Kwartier van Kempenland, terwijl Westelbeers deel uitmaakt van het Kwartier van Oisterwijk van de Meierij van 's-Hertogenbosch. In 1946 krijgt de toenmalige Gemeente Oostelbeers, Westelbeers en Middelbeers de eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland: Mevrouw Truus Smulders-Beliën (1902-1966), die bij haar koperen ambtsjubileum de allereerste DAF personenwagen als cadeau kreeg aangeboden.

We starten bij de nieuwe R.K. Kerk St. Willibrordus aan de Willibrordusstraat 16, in 1925-1927 gebouwd naar een ontwerp van de Eindhovense architect Louis Jacobus Petrus Kooken (1867-1940). Het is een driebeukige kruiskerk met een lager aangezet zevenhoekig koor en toren met vier geledingen. De gevels zijn opgetrokken in baksteen met in het metselwerk rijke, aan de Art-Deco herinnerende versieringen. De gekoppelde vensters worden gescheiden door bakstenen stijlen en bezitten een glas-in-lood-vulling. De kerk heeft zadeldaken, de toren aan de oostzijde met een tentdak, de noordelijke aanbouw een schilddak. In de nok van de voorgevel zien we in een nis een Willibrordusbeeld. Aan de westzijde van de kerk is een verbindingsgang naar de pastorie (1938). Het kerkgebouw is een mengeling van traditionalistische en expressionistische vormen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De route voert ons in de richting van de Oude Kerkje, vroegere parochiekerk van Middelbeers, eens toegewijd aan de H. Willibrordus, een juweeltje van Kempische Gothiek en een van de vele monumenten in Brabants met een bewogen geschiedenis. Het is een kleine bakstenen pseudobasiliek met een koor uit omstreeks 1400, gebouwd op een fundering van ijzeroer. Onder of naast deze kerk liggen resten van de voorganger ervan, want bij werkzaamheden stuitte men op een fundering van gestapelde zwerfkeien waarvan de tussenruimten met ijzersteen. Van 1648 tot ongeveer 1800 is de kerk aan de katholieke eredienst onttrokken geweest. Hierna is de kerk weer door de katholieken in gebruik genomen en er zijn een aantal Neo-Gotische verbouwingen uitgevoerd. Na 1900 werd de kerk te klein en in 1927 als de nieuwe St. Willibrorduskerk in gebruik wordt genomen, wordt de oude kerk gesloten, het interieur naar de nieuwe kerk verplaatst en raakt in verval. Het barokke hoofdaltaar en de preekstoel uit 1750 zijn zelfs verdwenen. Pas in 1961 wordt het kerkje gerestaureerd onder toezicht van Rijksmonumentenzorg en de Eindhovense architect ir. Cees Geenen (1902-1973) en zijn de meeste neogotische veranderingen verwijderd. In 1977 krijgt het Oude Kerkje op initiatief van een aantal enthousiaste dorpelingen een nieuwe zinvolle bestemming en zorgt een stichting voor de organisatie van tentoonstellingen, muziekuitvoeringen en andere activiteiten passend bij het oude kerkje, maar vinden er huwelijken, jubilea en presentaties plaats.

Even voor het Oude Kerkje van Middelbeers gaat de route naar rechts de Vestdijk is. Hier wordt onze aandacht getrokken door een lesauto, die bij een garage staat geparkeerd. Deze draagt op het dak de naam “De Brug”, wat bij ons associaties oproept met het verleden, toen enkelen van ons nog werkzaam waren op de inmiddels meer dan 10 jaar geleden gefuseerde VMBO-school De Brug in Oosterhout. We lopen door tot het kruispunt met de doorgaande weg, de N395, de Hoogdijk. Bij Café Restaurant De Zwaan steken we over en vervolgen de wandeling door de Oranjestraat. Aangekomen op de T-splitsing gaan we linksaf de Steenfortseweg op. Langs het industrieterrein komen we in het noordelijk buitengebied van Middelbeers. Het is een agrarisch gebied, waar we de onderkomen oude Steenfortse Hoeve passeren. We bereiken het stroomgebied van de Grote Beerze en de Kleine Beerze. Beide riviertjes hebben, naast de oorspronkelijke meanderende bedding, een omleidingkanaal.

Voor het bruggetje over die gekanaliseerde Beerze lopen we even naar links om dan rechts het omleidingkanaal over te steken en het Landgoed Baest te betreden, waar zowel de Groote als de Kleine Beerze nog hun oorspronkelijke waterloop hebben. Dit ten noorden van Middelbeers gelegen Landgoed Baest is een gebied dat bestaat uit afwisselend naald- en loofbos met in het centrum een complex van akker- en weidegronden. Het Landgoed Baest is al generaties lang in handen van de familie Van de Mortel en heeft nog een gesloten karakter. Wandelen op het landgoed is toegestaan, maar rondom een aantal historische boerderijen en Huis te Baest is het ter bescherming van de privacy afgesloten.

© L.A.W.V.VIA-VIA

In 1225 wordt Baest voor het eerst genoemd, zijnde een 'woud' in bezit van de Abdij van Berne. Het landgoed ontstaat uit een oude Middeleeuwse nederzetting, de Baester Hoeven. Bij de restauratie van Huis te Baest stuit men op de fundering van een klein, vierkant fort, met muren van 1,5 à 2 meter dik, opgetrokken uit kloostermoppen. Over de oorsprong van het fort is niets bekend. Wel is zeker dat het een strategisch belangrijk kruispunt van wegen bewaakt. Tussen 1317 en 1660 is het gebied in bezit van de Abdij van Tongerlo. In de eerste helft van de 16e eeuw wordt het landgoed geplunderd door Maarten van Rossum, veldmaarschalk in dienst van de Hertog van Gelre, waarbij het huis in vlammen opgaat. Al in 1548 wordt het huis herbouwd. De huidige grondvorm dateert nog van die tijd. Eerst in 1800 en later in 1854 vinden verbouwingen in Classicistische stijl plaats.

Bij de oprichting van het bisdom Den Bosch per pauselijke bul van 1560 wordt bepaald dat de goederen van de Abdij van Tongerlo onder Oostelbeers voortaan dienen voor het persoonlijke onderhoud van de nieuwe bisschop. Huis te Baest wordt een uithof en buitenplaats van deze kerkvorst. In 1581 wordt de tot het landgoed horende hoeve het Meulenbroek geplunderd. Of de daders de Spaanse dan wel Staatse troepen zijn, elkaars tegenstanders, is niet duidelijk. Bij de Vrede van Münster in 1648 wordt het bisdom alweer opgeheven en vervallen de onroerende goederen van deze instelling aan de Republiek. Door de Staten Generaal aangesteld als rentmeester over de geestelijke goederen in de Meierij koopt Peter Schuyl het landgoed in 1660. Na verschillende keren van eigenaar te zijn gewisseld, komen de Baester Hoeven in 1774 uiteindelijk in handen van Johannes Baptist van Bommel, een vooraanstaande katholieke regent en voorouder van de huidige eigenaar de familie Van de Mortel. Het landgoed bestaat dan uit een herenhuysinge en twee boerderijen. Enkele jaren later worden er nog drie boerderijen bijgebouwd, waaronder De Lindenhoeve en de Eikehoef. Het bescheiden omgracht herenhuis, Huis te Baest, stamt wordt in de 18e eeuw in Classicistische stijl vernieuwd met twee bouwlagen, te midden van een parkbos met uitgebreid lanenstelsel, jonge bosaanplant en heidevelden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Van Bommels schoonzoon Paulus Emanuel de la Court (1760-1848) is een belangrijke bestuurder, van 1807 tot 1810 zelfs landdrost van Brabant. Hij weet het bezit in de eerste helft van de 19e eeuw uit te breiden tot 400 hectare. Hij laat drie langgevelboerderijen bouwen en breidt het bosareaal aanzienlijk uit. De huidige verschijningsvorm van het landgoed is vooral zijn verdienste. Ook zijn zoon Lambertus Bernardus de la Court (1846-1866) is de bosbouw toegedaan. In 1849 bezweert hij zijn vrouw en kinderen om niet toe te geven aan de wens der hoevenaars om bos om te zetten in cultuurland. Eind 19e, begin 20ste eeuw wordt nog een belangrijke oppervlakte heide met naaldhout beplant. Als de huidige eigenaar Jan Hein van de Mortel het landgoed in 1962 erft van zijn vader, wordt hij meteen geconfronteerd met de bedreiging van de kanalisatie van de Beerze. Door zijn inspanning meanderen de Grote en Kleine Beerze nog binnen het landgoed en is er voor de waterafvoer is een omleidingkanaal gegraven. Hij zoekt samenwerking met Brabants Landschap, zodat Landgoed Baest één geheel blijft met aandacht voor natuurontwikkeling en met behoud van de cultuurhistorische elementen van het gebied.

Nadat we het omleidingkanaal zijn overgestoken, volgen we op de rechteroever de waterloop van de Groote Beerze. Het bospad gaat over in een kaarsrecht laantje dat ons leidt naar de Dr. Jan van de Mortellaan. Hier voert de route ons naar links. Over het bruggetje krijgen we aan onze linkerzijde een monumentale boerderij en even verderop staan we voor het witte hekwerk dat toegang geeft tot de hart van het Landgoed Baest, de Baester Hoeven en Huis te Baest. Voor de wandelaar is hier geen toegang. We lopen door langs de Beukenhoef tot aan de vijfsprong en kiezen naar rechts voor de Jonkheer de la Courtweg. Na 500 meter slaan we rechtsaf het bos.

We volgen het bospad tot we op een markant laantje zijn aangekomen. De totale lengte van de historische lanen op Landgoed Baest is 12 kilometer. Ze zijn aangelegd van de 17e tot de 19e eeuw en zijn opgehoogd met grond die vrijgekomen is bij het graven van parallelle sloten, waardoor ze een dijkachtig karakter hebben. Het laantje is één tranche van een weinig voorkomend lanenpatroon: de ganzepoot, een stijlelement uit de Barok. Dit historisch lanenpatroon bestaat uit lanen in de vorm van een driehoek met steel. Ze zijn met beuken beplant en met sloten afgezoomd. De beukenbomen staan op een onderlinge afstand van één Bossche Roede (5,75m). De breedte van de drie lanen bedraagt afwisselend 3-4-3 roedes. Ook de afstand tussen de bomenrijen onderling en de afstand van de bomen tot de sloot verhouden zich in die maat.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De route gaat hier even naar rechts om dan meteen naar links te gaan. Zo bereiken we de middelste tranche van de ganzenpoot. We wandelen naar links en slaan even verderop naar rechts, waar we de Groote Beerze oversteken. Vervolgens staat we bij de Kleine Beerze, die hier samenvloeit met de Groote Beerze om dan als Beerze door het gebied verder te meanderen. De aanwezigheid van de beide riviertjes geven het landgoed een grote afwisseling. De route gaat naar links en volgt de oostelijke oever van de Beerze. Voorbij gaat de wandeling aan een rustbank ter herinnering aan Evert Timan (1930-2003). Zo bereiken we het noordelijk deel van Landgoed Baest aan het Wilhelminakanaal, in 1928 aangelegd, Hierdoor is het landgoed in tweeën gedeeld en de Beerze gaat er met een duiker onder het kanaal door en stroomt verder naar het noorden richting Spoordonk. Onze route verloopt bij deze duiker naar rechts en door het bos komen we na goed 500 meter op de Torendreef. Deze Torendreef is de 1 kilometer lange laan vanaf Huis te Baest naar de rand van het landgoed en is oorspronkelijk aangelegd als zichtas, gericht op de R.K. Kerk St. Petrus van Oirschot. De zware fijnsparren waarmee deze Torendreef aanvankelijk is beplant, sneuvelen bij een storm in 1828, waarna beuken zijn herplant. Jammer genoeg is de cultuurhistorische waarde van deze zichtas verdwenen door de bouw van een stal aan de Groenewoudse Dijk.

We volgen de Torendreef naar links, steken het omleidingkanaal over en komen aan de Groenewoudse Dijk. Voor de boerderij met stal gaat de route in de richting van de Franse Baan, die we oversteken en waar we doorlopen tot aan de Langereijt, de N395, de doorgaande weg van Oirschot naar Oostelbeers. Het is hier open landbouwgebied. Nu even naar rechts om dan meteen linksaf de Burgemeester Jan Smulderslaan in te lopen. Jan Smulders (1898-1944) is burgemeester van Oost-, West- en Middelbeers geweest en in WOII na verblijf in Kamp Vught en verschillende Duitse concentratiekampen op 20 april 1944 geëxecuteerd. Na een paar honderd meter gaat het asfalt over in een brede zandweg. Zo bereiken we het bosgebied van de Oostelbeersche Heide ten oosten van Oostelbeers. Op een groot kruispunt van bospaden aangekomen wandelen we naar links. Na goed 500 meter hebben we naar het noorden zicht op Oirschot en komen voorbij het kruispunt van Wilton’s Hof op een T-splitsing, waar we even naar links aanhouden. Bij de barrière aan onze rechterzijde gaan we het bospad op en betreden het Landgoed ’s-Heerenvijvers.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Landgoed 's-Heerenvijvers ligt ten zuiden van Oirschot en is ontstaan in 1672, als Maarten Christiaan Sweerts de Landas de Heerlijkheid Oirschot koopt van Ferdinand van Merode. Daartoe behoort ook het visrecht. Hij laat zonder toestemming een visvijver graven, maar kan niet vervolgd worden, want hij was Heer. Men schenkt hem zelfs de grond, en later kopen Maarten Christiaan Sweerts de Landas en zijn opvolgers er nog grond bij. Zo ontstaat het landgoed, waar grachten en vijvers liggen met eilandjes erin, waarop ook een jachthuis staat. In 1795 wordt het Ancien Régime afgeschaft en in 1834 wordt het Landgoed 's-Heerenvijvers verkocht aan particulieren. In 1936 wordt het aangekocht door Othon Mathieu Eugène Loupart (1891-1962), lid van de Raad van Bestuur van Philips. Omstreeks deze tijd worden ook de huidige gebouwen gesticht. Zo stamt de schuur uit 1939. Othon Loupart laat ook het kapelletje op de heide bouwen dat gewijd is aan de Heilige Familie. Sindsdien is het landgoed in de familie gebleven en is momenteel in het bezit van zijn dochter Marie-Louise Eijsbouts Loupart. In 1937 is dit gebied afgepaald en er zijn nog veel van deze grenspaaltjes te vinden. Deze zijn ontworpen door de Oirschotse architect Jan Beks (1895-1953) en er staat een kleurig schild op, zoals ook de rood-witte zandlopers op de luiken van het landhuis. De meeste van deze paaltjes zijn echter verweerd.

Als we het bospad op Landgoed ’s Heerenvijvers uitlopen tot de T-splitsing gaat de route naar rechts en komen we aan het Kapelletje van de H. Familie. Naar links komen we aan het einde van het bos opnieuw op een T-splitsing bij een barrière en zien er een verweerde grenspaal als markering van het Langgoed ’s Heerenvijvers waarop de rood-witte zandlopers zo goed als verdwenen zijn. Hier grenst het Landgoed ’s Heerenvijvers aan het 92 hectare grote Landgoed Hemelrijken, de noordelijke uitloper van de Oirschotsche Heide, die bestaat uit grovedennenbos en heide met verspreid liggende akkertjes. Naar rechts voert de route ons naar het westelijke deel van de Oirschotsche Heide, een groot heide- en stuifzandgebied dat gedeeltelijk is begroeid met grove dennenbomen. Het gebied wordt vooral gebruikt als militair oefenterrein door eenheden van de Landmacht, Luchtmacht, Marine en Marechaussee. Het terrein wordt zeer intensief gebruikt voor militaire oefeningen, zodat je geconfronteerd kunt worden met oefenende militairen die zich vaak in zware voertuigen en met hoge snelheden voortbewegen. Los van de voertuigbewegingen wordt er ook veelvuldig gebruikt gemaakt van pyrotechnische middelen. Deze middelen variëren van blanks, seinpatronen, struikeldraadlichtseinen, kanonnabootsers tot rook aangevuld met evt. traangas.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij het eerste infobord dat we militair oefenterrein betreden volgen we naar links het zandpad tot we na goed 200 meter voor de begroeiing naar rechts afbuigen met de heide aan onze rechterzijde. Na ongeveer één kilometer zuidwaarts krijgen we een grote open vlakte aan onze linkerzijde. Er is reliëf met opgestoven hoogten en komvormige laagten. De heide is helaas sterk vergrast en verdroogd. Nu komen we aan de Straatsche Heide. Ook hier grove dennen en uitgereden zandpaden. Na goed 400 meter houden we schuin rechts vooruit aan en met de klok mee komen we op de open heide vlakte van de Straatsche Heide. Hier houden we links het golvend zandpad aan en komen op een T-splitsing uit met het bordje Straatsche Heide. De route gaat naar rechts met de heide aan onze rechterzijde. Waar de weg een flauwe bocht naar rechts maakt, wandelen we rechtdoor het bos in om op de volgende kruising linksaf te slaan.

We verlaten de Straatsche Heide en komen in het zuidwestelijke deel van de Oostelbeersche Heide. Opnieuw voert de route langs heidevelden met grove dennen en een verscholen liggend ven. We wandelen door tot aan de T-splitsing en gaan naar rechts, waar we op de volgende kruising van bospaden links inslaan. De tweede mogelijkheid naar rechts brengt ons naar de bosrand vanwaar we zicht hebben op de bebouwing van het buurtschap Hoogeind. Naar links gaat de route en als we de brandtoren gepasseerd zijn komen we aan de doorgaande weg van Oostelbeers naar Wintelre, de Hoogeindseweg. Deze steken we over en wandelen even naar rechts in de richting van Hoogeind om dan naar links over het erf van een boerderij de Watermolenweg in te slaan. Zo komen we aan het einde van de Oostelbeersche Heide op de oostelijke oever van de Kleine Beerze, die hier duidelijk gekanaliseerd is. We volgen het riviertje stroomafwaarts tot aan de Hillestraat. De Hillestraat vervolgen we naar links over de Kleine Beerze tot we de Kuikseindseweg bereiken.

Vanaf de Kuikseindseweg is het nog slechts één kilometer terug naar ons vertrekpunt aan de nieuwe R.K. Kerk St. Willibrordus. Daarvoor slaan we net voor het centrum van Middelbeers links af de Egidiusstraat in en met de bocht mee staat we meteen op het pleintje voor de kerk. Onze dagwandeling zit er op!! Maar huiswaarts keren we pas als we nog even hebben kunnen samen zitten in Cafetaria Petit Restaurant De Vier Linden, waar de koffie, cappuccino en het pilsje goed smaken. De koude winterse sneeuwomstandigheden hebben ons doen besluiten om deze wandeling in het stroomgebied van de Groote en Kleine Beerze toch nog een te wandelen in een ander jaargetijde! Rond de klok van 16.00 uur rijden we naar huis met de afspraak elkaar weer bij leven en welzijn te treffen op 10 februari 2010. De wandelroute blijft nog even een verrassing.

Charles Aerssens
24 januari 2010



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 24-01-2010 door C.P.J. Aerssens