Hebben we aan het einde van het vorige kalenderjaar de dagtrajecten van het Grenslandpad even in de ijskast gezet, nu is het weer tijd om opnieuw een deel van deze LAW11 onder de wandelschoenen te nemen. Charles bestudeert de route en in overleg wordt besloten om het traject van Borkel en Schaft naar Eersel te kiezen. Het zal de 8ste dagwandeling worden en dit betekent dat we dan meer de helft van het Grenslandpad gelopen hebben. De datum hebben we in maart al vastgesteld op 4 april, nog net voor de Paasdagen. Dit keer hoeven we niet met angst en beven uit te kijken naar het weer: het wordt weer ouderwets zonnig en fris wandelweer!! Er ontstaat even van commotie als duidelijk wordt dat we wellicht met 6 personen op pad zullen gaan. Dit betekent immers dat 2 auto’s voor het vervoer niet voldoende zijn. Logistiek is het namelijk niet mogelijk om dit aantal in een personenauto te vervoeren. Jan besluit om af te haken: hij heeft ook nog andere bezigheden.

Op de afgesproken dag en bijna punctueel op tijd melden zich op het busstation in Eersel Peter, Jan-Willem, Harry, Lorenz en Charles. De auto van Lorenz blijft hier achter en in de auto van Harry verlaten we Eersel en rijden over de N397 en de N613 via Bergeijk naar Borkel en Schaft. Door de Dorpstraat bereiken we de rotonde aan de Maastrichterweg. Hier is het vertrekpunt van onze dagwandeling. Op de parkeerplaats van eetcafé Zomerhof aan de Abdijweg parkeren we de auto en worden gade geslagen door de uitbaatster van het café, die al over ijverig de terrastafeltjes aan het poetsen is. De rugzakken worden gepakt en de wandelschoenen aangedaan. We zijn klaar voor vertrek!

Vanaf de Abdijweg op de rotonde steken we over en volgen rechtsaf het fietspad langs de Maastrichterweg richting Valkenswaard. Na 25 meter voorbij het tankstation tegenover huisnummer 255 slaan we linksaf een smal pad in tussen de bomen door, aangeduid met Kleine Schaft. Het pad gaat over in een verharde weg langs de noordzijde van een grote manege. Aan het einde voert de route ons linksaf de Schafterdijk op en na goed 200 meter rechtsaf het Poterseind op. Na 200 meter wordt weg in het landbouwgebied onverhard. Het tweede onverharde pad linksaf voert ons het natuurgebied Dommeldal in. Op een driesprong lopen we rechtdoor en met de bocht mee in zuidelijke richting. Op de T-splitsing voor het weiland houden we rechts aan om na 50 meter rechtsaf het smalle pad langs de Dommel te volgen. Groot is de verassing als plotseling een ijsvogeltje met zijn felle turkooise kleuren over het water van de Dommel scheert.

We zitten hier in het dal van de Dommel. De Dommel is een markant riviertje met een lengte van 160 kilometer dat in België ontspringt en bij Borkel en Schaft Nederland binnenstroomt om na ’s Hertogenbosch in de Maas uit te monden. Het riviertje wordt wel de slagader van het Brabants landschap genoemd. Het Waterschap De Dommel heeft vanaf 1863 de zorg voor de waterbeheersing en de kwaliteit van het water in het stroomgebied van de Dommel, dat tot voorbij ’s Hertogenbosch reikt. Bijna 60% van alle neerslag in het stroomgebied komt in dit riviertje. De waterkwaliteit is de laatste tijd flink verbeterd. Vanaf de negentiger jaren van de vorige eeuw is bovendien begonnen met het opnieuw inrichten van de afwatering van de verschillende zijriviertjes. Zo zijn er bochten in de Keersop uitgegraven en vistrappen in de Beerze aangelegd.


Bij het bruggetje steken we de Dommel over en vervolgen het voetpad linksaf. Met een ruime bocht door de Dommelvallei bereiken we de bosrand, waar we door een hek gaan en een breder pad rechts aanhouden. We volgen het pad met een bocht naar links tot aan de fietspad bij ANWB-paddestoel P-21410. Hier steken we het fietspad over en nemen de route over het brede zandpad in noordwestelijke richting. Hier hebben we de Borkelse Heide aan onze linkerzijde. Voorbij de bocht naar rechts stuiten we bij de kruising op de routemarkering van de GR561 en het Airborne Market Gardenpad. GR 561, het "Kempen - Maaspad", is een bewegwijzerd wandelpad dat over 250 km door de Antwerpse, de Brabantse en Limburgse Kempen loopt. Het Airborne Market Gardenpad met zijn groen-witte markering en een lengte van 220 kilometer van Lommel naar Arnhem is in september 2004 geopend in het kader van zestig jaar bevrijding.

Op dit kruispunt gaan we rechtsaf en lopen door langs een open bosgebied en door het bos van de Malpiebergsche heide. Voorbij een houten slagboom gaat het linksaf over een karrenspoor langs de bosrand naar een vijfsprong. Naar rechts hebben we zicht op Natuurreservaat de Malpie.

Dit natuurgebied ligt tussen Valkenswaard en Borkel en Schaft. Kenmerkend voor Natuurreservaat de Malpie is het heidegebied met daarin een aantal kleinere en grotere vennen. De grote vennen zijn het Molenven, het Wasven en het Grote Malpieven. Aan de oostzijde van dit gebied stroomt het riviertje de Dommel. Het heidegebied is een van de laatst overgebleven oorspronkelijke Brabantse heidegebieden. Eind 1800 begin 1900 zijn er in het Brabantse landschap veel meer vennen en ook nog hele uitgestrekte heidevelden te vinden. Daarna verandert het landschap. Door werkverschaffing in de jaren dertig worden hele stukken van dat landschap ontgonnen of met bomen beplant. De Brabantse Kempen verandert voor een groot deel in landbouwgronden. Op het stukje wat we nog over hebben, moeten we heel erg zuinig zijn. Voor de planten- en dierenwereld zijn deze vennen en de heide erg belangrijk.


Heel lang heeft men gedacht dat de naam Malpie afkomstig was van “mal pays” uit het Frans wat “slecht land” betekent. Maar De Malpie bestaat al veel langer dan dat de Fransen ten tijde van Napoleon in ons land waren. Men is toen verder gaan zoeken wat de woorden in Oudnederlands betekenen. Daar komt men bij “Maal Pee” uit dat gemeenschappelijk bezit betekent en “Pee” is het oude woord voor zandrug of een verbastering van “pay” dat pad betekent. In de Middeleeuwen betekent “mal” of “maal” grenspaal. Gecombineerd is het dus een plek waar paden op een zandrug naar een grenspaal leiden. Die plek kon wel eens de ‘Blauwe Kei‘ zijn, een kei die een groot geheim met zich mee droeg. Alleen niemand weet die plek nog te vinden. De lage ligging van de Malpie maakte het gebied minder geschikt voor ontginning en de vochtige graslanden, wilgbroekbosjes en gagelstruwelen vormen de overgang naar de hogere zandgronden. Op de vijfsprong leidt een karrenspoor ons rechtsaf over de heide. Op een splitsing houden we rechts aan. Het zandpad voert over een lange houten knuppelbrug, slingerend tussen vennetjes door en langs het Groot Malpieven. Hier broeden talrijke meeuwen op de kleine eilandjes van pijpestrootjespollen. Als de waterstand stijgt sterft de pol van onderen af, maar groeit aan de bovenkant verder. Op sommige plaatsen zijn ook zandduinen te zien. Op het fietspad aangekomen steken we schuin links over, langs een pick-nickplaats en volgen het zandpad. Naar het westen hebben we zicht door de gagelstruwelen op de Vaarvennen. Op een splitsing houden we links aan. Na krap 1 km komt het zandpad samen met de fietspad, die we volgen. We komen voorbij het Pastoorsven, dat gelegen is in het bosgebied van de Schopschoorse Heide. Verderop liggen het Reisven en het Molenven. Na een slagboom gaat het rechtdoor tot op verharde weg bij ANWB-paddestoel P-21394.

Bij deze wegmarkering is het de moeite waard om even door te lopen naar de Venbergse watermolen, waarvan de oorsprong teruggaat tot in de 9e eeuw. Deze watermolen ligt ten zuiden van Valkenswaard aan de Dommel en is de eerste watermolen aan de Dommel op Nederlands grondgebied. Hij wordt voor het eerst vermeld in 1227 als bezit van een zusterklooster in Postel na een schenking van Hertog Hendrik I van Brabant. In 1343 komt deze banmolen in bezit van het Norbertijnenklooster te Postel. In 1716 worden alle Postelse abdijbezittingen in de Meierij van ’s-Hertogenbosch, dus ook de watermolen, door de Raad van State van Holland in Den Haag geconfiskeerd. Het bijzondere aan de watermolens langs de Dommel is dat ze twee raderen hebben om dienst te doen als koren- en oliemolen. Het is een zogenaamde “onderslagmolen”, wat betekent dat het water van onderaf tegen het rad duwt. In de 19e eeuw wordt de molen bemalen door telgen uit de familie Van Poppel en in de 20e eeuw door leden van de familie Rietra. Het huidige gebouw dateert van rond 1895 en is rond 1920 voorzien van eikenhouten assen en raderen. In de jaren 1973-1977 vindt een grondige restauratie plaats. Het bijbehorende molenaarshuis dateert ook uit 1895 en doet nu dienst als café-restaurant.

We lopen terug naar de ANWB-paddestoel P-21394 om vervolgens richting N69 te lopen. Hier steken we de Luikerweg over, de drukke verkeersweg van Valkenswaard naar Lommel, en ga rechtdoor de Venbergseweg in. Nu de eerste weg linksaf, de Victoriedijk op en voor het hekwerk van het Eurocircuit aan de bosrand linksaf een halfverhard pad in. We komen in het bosgebied van de Aardbrandse Heide en slaan het eerste bospad rechtsaf in. Aan het einde op de T-splitsing even rechtsaf en direct linksaf. We volgen het bospad volgen tot op de verharde weg en lopen naar rechts. We staan op de Kempervennendreef, die langs het Recreatiepark De Kempervennen loopt. Het Recreatiepark De Kempervennen, gelegen in Westerhoven is onderdeel van Center Parcs en is in 1983 geopend. Het park is met zijn 150 hectare qua oppervlakte het grootste park van Center Parcs en gebouwd om twee meren. Op het terrein vinden we een groot overdekt zwembad, een watersportcentrum en een overdekte skipiste. Langs deze overdekte skipiste, het Montana Snowcenter en het er tegenover gelegen Eurocircuit bereiken we de splitsing met de Weerderdijk. Het gaat linksaf en de route loopt door tot huisnummer 3, waar we rechtsaf de Loverense Dijk inslaan richting St. Valentinuskapel. We passeren het bruggetje over de Keersop, een zijbeek van de Dommel, en komen bij de St. Valentinuskapel, dat gelegen is in het buurtschap Loveren.

De St. Valentinuskapel ligt op de noordelijke oever direct aan het beekje de Keersop met ernaast de Valentinusput. Volgens de legende brengt St. Valentijn, een Ierse monnik, in de Kempen het christelijk geloof in de vroege Middeleeuwen en vertoeft graag nabij de beek Keersop, waar ook een heldere bron was. Wie zich heeft bekeerd, wordt daar gedoopt. Volgens de legende is St. Valentijn daar ook gemarteld en gestorven. In de eeuwen daarna trekt men naar deze plek om er water te scheppen uit de heldere bron en velen roepen St. Valentijn aan. Aan dit water worden geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven, tegen allerlei ziektes en wratten. Uit erkentelijkheid voor de vele verhoringen wordt er een kapelletje gebouwd midden in de velden, nabij de beek en de bron. Het wordt een punt van samenkomst voor pelgrims tot de Hervorming, dan raakt het in verval..


Maar in 1947 wordt op initiatief van Pastoor Bannenberg weer opgebouwd uit dankbaarheid voor de snelle en voorspoedige bevrijding van Westenhoven in 1944. Architect H.W. Valk ontwerpt een eenbeukige kapel in een openkapconstructie, voorzien van steunberen en decoratief wit stucwerk. Leden van de jonge boerenstand maken de grond bouwrijp en verzamelen de nodige zwerfkeien voor de fundering. Tijdens die werkzaamheden worden in de bodem helrode veldovenstenen, stukken lei en vier zware eiken balken met een lengte van 2,20 meter en een dikte van 30 centimeter gevonden. Dit is het bewijs dat op deze plaats vroeger inderdaad een kapel heeft gestaan. Vanaf dat jaar worden er vanuit de parochiekerk processies naar het kapelletje gehouden waaraan bijna uitsluitend de inwoners van Westerhoven deelnemen. Bijzonder is op 14 februari de Valentinusprocessie. 's Avonds trekken op die dag velen na het lof in de Sint Servatiuskerk in een lichtprocessie naar de kapel en de put met een kaarsje in de hand en speciale Valentinusliedjes zingend. Zo is dit heiligdom de enige plaats in Nederland waar Valentinus, de patroonheilige van vriendschap en liefde, nog op bijzondere wijze wordt vereerd. Vermeldenswaard zijn de in 1984 aangebrachte, door schoolkinderen kleurig beschilderde ramen met onder meer de teksten: 'Vrede op aarde' en 'Valentinusvrede'.

Voor ons is de St. Valentinuskapel de plek voor een devote rustpauze. Daarna lopen we de Loverense Dijk af en slaan aan het einde rechtsaf buurtschap Loveren in. we volgen de voorrangsweg richting Valkenswaard tot aan het einde bij een rotonde op de N397. Hier steken we over en gaan rechtdoor het buurtschap Braambosch in. Bij huisnummer 22 bij de picknick plaats gaat het naar links het zandpad met fietspad op. Waar het zandpad naar links buigt kiezen wij ervoor rechtdoor het halfverharde fietspad te volgen. Fietspad lopen we helemaal af tot aan de klinkerweg en slaan hier linksaf, westwaarts het Heiereind op. Zo passeren we de minicamping en struisvogel boerderij Heierhof, waar we wat onwennig worden nagestaard door een groep struisvogels, waarvan er een aantal van achter het hoge hek met hun veren pronken om enige indruk op ons te maken. Wij hebben slechts even oog voor dit schouwspel en vervolgen onze dagwandeling naar Riethoven.

In Riethoven aangekomen merkt Peter plotseling op dat we voor het huis van zijn zus staan. Een goed moment om even te kijken of er iemand thuis is en maar hopen dat er tijd is voor een kopje koffie zo rond het middaguur. Alles blijft rustig en er roert zich niemand. Het enige wat ons nog rest is een briefje schrijven en dit in de brievenbus te stoppen. Het blijkt dat ook de rest van Riethoven is uitgestorven, niemand op straat te zien!!

Door de Willibrordusstraat lopen we naar het centrum van Riethoven, dat sinds 1997 deel uitmaakt van de Gemeente Bergeijk. Het ligt in dat deel van de Kempen dat tienduizend jaar geleden al door rendierjagers wordt bewoond, getuige de stenen werktuigen die er zijn gevonden. In de loop van de 13e eeuw komt het gebied steeds meer onder de invloed van de Hertogen van Brabant. In 1658 zijn het de Staten Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden die de Hertog van Brabant opvolgen en worden de dorpen van Hertogsdorpen tot Statendorpen, bestuurd door de Kwartierschout van Kempenland. In het kleine centrum van Riethoven komen we aan het dorpsplein met de St. Willibrordus kerk, die voor het eerst in 1368 wordt vermeld als dochterparochie van Bergeijk en in 1442 afgescheiden en verheven tot parochiekerk. St. Willibrord is de parochiepatroon, wellicht doordat de Abdij van Echternach in de Middeleeuwen goederen in Riethoven heeft. De 15e eeuwse kerk en toren zijn in 1892-1893 ingrijpend verbouwd onder leiding van architect C. Franssen, waarbij de oorspronkelijke tongewelven bewaard blijven en kan worden getypeerd als een Neo-Gotische pseudo-basilicale kruiskerk. In 1930 volgt een tweede verbouwing onder architect Vermeulen. De kerk is in 1980-1982 gerestaureerd. De parochie beschikt over een reliek van St. Willibrord, in 1936 geschonken door Abt Columbanus van de trappistenabdij De Achelse Kluis. Verder vinden we in de kerk een tweetal gebrandschilderde ramen, in 1893 gemaakt door de glazenier Edmond Nicolas uit Roermond, met een viertal taferelen uit het leven van de kerkpatroon.


Voor de St. Willibrord kerk lopen we rechtsaf de Molenstraat in langs de bouwval die het centrum van Riethoven ontsiert. Eerste straat linksaf brengt ons in de Hennepstraat, waar we in de bocht naar rechts rechtdoor een smal pad tussen haagbeuken in nemen. We steken de Eviestraat over en vervolgen het haagbeukpad, dat aan het einde rechtdoor overgaat in een zandpad, de Bosweg, langs de Mortakkers. We kruisen de Kapelstraat en vervolgen de Bosweg tot op een voorrangsweg, de Schoolstraat. Hier gaat de route naar rechts en we lopen de Schoolstraat uit tot aan het einde, waar we linksaf de Broekhovenseweg ingaan. Op dit punt vinden we in de langgevelboerderij op de hoek een opvallend Mariabeeldje dat in de gevel is aangebracht. Even verderop bij ANWB-paddestoel P-21687 rechtsaf het brede zandpad met fietspad in, de Kuningen. We komen nu in het beekdal van de Run.

Het is een relatief kleine gebied, dat getypeerd kan worden als een coulisselandschap met traag wuivende hoge populieren. Hier in het noordelijk deel van de Kempen vinden we een uniek landschap waar bospartijen en zandverstuivingen afgewisseld worden door groene weilanden en schilderachtige beekdalen. Dit is het landschap waar kleine riviertjes als de Dommel, de Tongelreep, de Keersop, de Beerze, de Aa en ook de Run hun weg vinden en waarin de meanderende stroompje op steeds meer plaatsen hun oorspronkelijke loop terug krijgen. Ook de vallei van de Run oogt breed en gaat naar het noorden over in een bosgebied dat tot Steensel loopt. Bij ANWB-paddestoel P-21702 steken we de verharding van de Nedermolen over en vervolgen het zandpad rechtdoor. Vanaf ANWB-paddestoel P-21665 heet het pad Zandstraat en na ruim 1 km rechtdoor langs de Duivelsberg bereiken we de bebouwing van Steensel. Aan het einde van de Zandstraat komen we op de Riethovense Weg en overstekend slaan we rechtsaf de Joseph Schufteweg in. Zo bereiken we de Eindhovenseweg en zijn we in het centrum van Steensel.

Steensel is een forenzendorp, vooral voor werknemers die in Eindhoven hun werk hebben gevonden. De naam Steensel komt voor het eerst voor in een oorkonde uit 1224, waarin ene Henricus en Marcelis als ridders van Steensel opgevoerd worden. In 1688 wordt Steensel, door Franse legerbenden geplunderd en verwoest. Sinds 1922 maakt Steensel deel uit van de Gemeente Eersel en is met Eersel, Knegsel, Duizel, Wintelre, Netersel, Hulsel en Reusel een van de Acht Zaligheden. Opvallend is de Steenselse kerktoren, een overblijfsel van de Middeleeuwse St. Luciakerk, gebouwd aan het einde van de 14e eeuw. De verering van Sint Lucia van Syracuse verspreidt zich in die tijd over de Kempen. Volgens overlevering worden de bakstenen voor de bouw van de toren aangevoerd van de steenoven “De Heibloem” en voor transport in een menselijke keten van hand tot hand doorgegeven en aangevoerd. De kerktoren bevat een van de oudste kerkklokken van de Kempen, de Luciaklok, in 1495 gegoten door Wouter Kaeiwas, klokkengieter uit Hoogeloon. De klok draagt de inscriptie “Lucia is mynen naem, myn geluyt is gode bequaem, so verre als men my horen zal, wilt got bewaeren overal”. In 1648 moeten de katholieken afstand doen van hun kerk ten gunste van de gereformeerde gemeenschap. In 1672 betrekken de katholieken een schuurkerk, waar de verering van Sint Lucia, als de beschermster tegen besmettelijke ziekten, doorgaat. Sinds de tweede helft van de 18e eeuw, ten tijde van dysenterie epidemieën, is het rode Luciadraadje een beschermend object. Tegenwoordig nog wordt het draadje meestal in de portemonnee meegenomen. In 1798 kwam de oude kerk weer in handen van de katholieken, maar de kerk is vervallen en wordt pas weer in 1821 in gebruik genomen. Op 23 juni 1933 begint men op enige afstand met de bouw van een nieuwe en grotere kerk. De relatief grote middeleeuwse toren is blijven staan.

Het is langs deze nieuwe kerk aan de Kerkdreef, dat we de oude kerktoren met het kerkhof bereiken. Rechts om de begraafplaats heen lopen we en slaan rechtsaf de Doornbocht in. Bijna direct staan we buiten de bebouwing en horen vanuit het noorden het geraas van het autoverkeer op A67 van Antwerpen naar Eindhoven. De route leidt ons naar links Koppelen op, de verharding die verderop Genderweg heet. Aan het eind bij de rode brievenbus linksaf, Hees op en doorlopen tot aan de voorrangsweg. Hier op de doorgaande weg van Steensel naar Eersel steken we over en gaan rechtsaf over het fietspad richting Eersel. Na 700 meter bereiken we de grote rotonde en lopen via de tunnel naar Eersel. Nog even en aan het einde van de fietspad staan we op de Nieuwstraat voor benzinestation, het eindpunt van onze dagwandeling.


We zitten nog aardig aan de tijd. Het is 15.00 uur als we Eersel verlaten om terug te rijden naar ons vertrekpunt aan de rotonde bij de Abdijweg in Borkel en Schaft. Hadden we ’s morgens nog gedacht om bij eetcafé Zomerhof op het terrasje neer te strijken, bij onze passage door Borkel en Schaft lijkt ons het grote terras van Café-Restaurant de Zwaan een beter idee. We rijden tenslotte nogmaals dezelfde weg terug naar Eersel om vandaar huiswaarts te gaan. Voor de St. Silvesterkerk op het grote terras van Café-Restaurant de Zwaan strijken we neer, nog even een zonnig en niet te winderig plekje zoekend. Een fris Palmpje van het vat laten we ons goed smaken. Natuurlijk komt de grote fietsonderneming van Lorenz en Peter, hun fietstocht naar Rome, nog ter tafel. Maar over het definitieve afscheid van Lorenz van het Hanze College blijven de kaken stevig op elkaar!! Niets laten we merken van de voorbereidingen die L.A.W.V.”Via-Via” en “Door omstandigheden” al gedaan hebben. Tegen 16.00 gaat ieder zijns weegs en een nieuwe wandeldatum wordt nog even niet gepland. Eerst willen we de “Rome-fietsers” uitzwaaien.

Charles Aerssens
26 april 2007



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 26-04-2007 door C.P.J. Aerssens