RONDWANDELING OMGEVING ST. HUBERT
Traject St. Hubert - Fourneau St. Michel - Awenne 25 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
St. Hubert - Sculptuur van Louis Noël op de rotonde Rue de Converserie

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







St. Hubert
Ongeveer 25 km.
Deze rondwandeling van 25 kilometer vertrekt vanuit St. Hubert, hoofdstad van de Ardennen, en gaat nergens door het vlakke land. Het is een pittige tocht vol beklimmingen en afdalingen, die loopt door de mooiste wouden van de Ardennen, het Forêt du Roi Albert en het Forêt St. Michel. Prachtige eiken - en beukenwouden, maar ook naaldbossen, die goed worden onderhouden. We bevinden ons ver van de bewoonde wereld en komen langs Fourneau St. Michel, een stille getuige van een industrieel verleden, en het rustieke Ardeense dorp Awenne met zijn vele 19e eeuwse smeedijzeren fonteinen. Door een open landschap keren we terug naar St. Hubert.

ROUTEBESCHRIJVING

Uitgangspunt van deze pittige rondwandeling vol beklimmingen en afdalingen is St. Hubert, hoofdstad van de Ardennen. De route leidt ons door de mooiste wouden van de Ardennen ver van de bewoonde wereld. Het zijn vooral door eiken- en beukenbossen, maar ook door naaldbossen. Ze worden overigens prachtig onderhouden. We vertrekken vanaf de rotonde aan de Rue de Converserie en lopen we bij de rotonde de Rue St. Michiel in om direct naar rechts de Rue du Thiers in te gaan. Dit smalle straatje loopt steil op en al meteen aan het begin zien we de geel-witte markering van de Transardeense Route. Op dezelfde plek is ook het rood-witte teken van een GR te zien en de aanduiding van de Sentier Rhin-Meuse. Boven aan de helling hebben we terugkijkend een weids uitzicht op het stadje St. Hubert met de imponerende gevel van de abdij van St. Hubert (1729) en de oorspronkelijk laatgotische Sint Hubertusbasiliek uit de 16e eeuw. Hier slaan we links af de smalle Chemin de Palogne in, die na een poos overgaat in een hobbelig pad.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Forêt du Roi Albert
De Chemin de Palogne leidt ons op het eerste stuk tussen de weilanden door. Links van ons ligt een moerassig gebied met het kleine Etang du Prieur waardoor de Ruisseau de Chîrmont stroomt, die we even verderop na de passage van een everzwijnhek, aan een kleine doorwaadbare plaats oversteken. Nu dringen we de uitgestrekte Ardeense bossen binnen, waarin we bijna tot het einde van deze rondwandeling vertoeven. Zij dragen mooie namen als Forêt du Roi Albert en Forêt St. Michel. Grote waarschuwingsplakaten op hekken en bomen maken ons meteen duidelijk dat het tijdens het jachtseizoen niet veilig en toegestaan is deze uitgestrekte bossen te betreden. Aan de aanplanting van de sparren is te zien dat het bos helemaal doorsneden is van rechte, onbeboste lanen. Die brandgangen vormen een doortocht voor de boswachters en verhinderen de verspreiding van een eventuele bosbrand. We volgen zo’n pad, dat eerst afdaalt en, nadat we rechtsaf zijn gegaan op het kruispunt dat op de kaarten “Al Saute” wordt genoemd, opnieuw omhoogklimt. Opnieuw kruisen we een beekje, de Ruisseau de Lorcy, en komen na één kilometer en een steile klim op een hoogte van 540 meter.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Forêt du Roi Albert - monument voor Koning Albert I
We komen nu bij het monument voor Koning Albert I, een gedenksteen ter nagedachtenis aan de derde Koning der Belgen. Hierop staat het volgende opschrift te lezen: “Op de top waar hij vaak vertoefde, hield Koning Albert stil in de herfst van 1933. Tijdens zijn laatste eenzame tocht in het diepste van onze bossen”. Koning Albert I hield ervan hier alleen uit te rusten op deze ongerepte open plek, op de kaart aangeduid met “le Bèyolî ”. Deze naam “Bèyolî ” is afgeleid van het Waalse “bèyoles”, wat berken betekent. Nu is er een picknickplaats, voorzien van houten tafels en banken. We vinden er nog restanten van zo goed als volledig verdwenen veenmoeras, dat door de massale aanplanting van sparren de bodem heeft uitgedroogd en daardoor verdween is. Het pad dat links voorbij het monument afdaalt door majestueuze rijen beuken en eiken en van hier naar het noorden loopt, baant zich hierbij deels een weg door riet, veenmos en andere typische planten uit de veengebieden. Deze subalpiene plantengroei komt dus niet uitsluitend in de Hoge Venen voor. Voorheen bedekte die plantengroei een deel van de Ardennen, in het bijzonder het gebied waar we ons nu bevinden.

Dit bospad komt uit op een asfaltweggetje, dat we een 50-tal meter naar rechts volgen om dan voor het bruggetje over de Ruisseau de Palogne naar links te volgen. Het weggetje slingert zich door het landschap, met nu een het stroompje links en dan weer rechts van ons, tot waar het beekje uitmondt in de Masblette, een helder, nog niet vervuild riviertje. De samenloop van de Ruisseau de Palogne en de Masblette wordt op de recente kaarten van het Nationaal Geografisch Instituut aangegeven met de benaming . Naar rechts volgen we de Transardeense route over het houten bruggetje bij de samenloop van de Ruisseau de Palogne en de Masblette. We komen op één van de mooiste trajecten van de hele route. Het bospad dat verboden is voor alle verkeer, loopt zacht op door de Masblettevallei. Dit riviertje, dat een natuurlijke paaiplaats is voor forel, stroomt in watervalletjes naar beneden, in een nog zuivere omgeving. Hier wordt op de grens van het Forêt du Roi Albert en het Forêt Saint Michel het woud streng onderhouden en beheerd volgens een strikt beleid inzake aanplantingen en wildstand. Het is niet toegestaan beschermde planten te plukken of het broeden en nestelen te verstoren.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Pont Mauricy over de Masblette
We vervolgen onze route langs de Masblette stroomopwaarts en wandelen nu door een licht glooiend, betoverend landschap. Na goed 2 kilometer zwenkt de aangegeven route naar links voor een aftakking van de Masblette. Een smal pad dat vlak langs het beekje voert ons in een steile klim naar de top van de heuvel op een hoogte van ongeveer 480 meter. Boven op de helling gaan we eerst een 50-tal meter naar rechts en bereiken een brede bosweg. Een goed moment om een rustpauze in te lassen en bij te komen van de inspanningen. Vervolgens volgen we naar links het klein weggetje dat over ons een lengte van 3 kilometer opnieuw laat afdalen naar de vallei van de Masblette bij Fourneau Saint Michel.

Fourneau Saint Michel, een voormalige hoogoven, en het aangrenzende 'Musée de Ia Vie Rurale' vormen in deze streek ten noorden van St. Hubert een van de belangrijkste bezienswaardigheden van de Ardennen. De Fourneau legt een stomme getuigenis af van een vroege poging tot industrialisatie van de Ardennen, die van dit natuurrijke gebied al even goed als de bekkens van Luik en Charleroi één grote industriezone had kunnen maken. Dom de Spirlet, Abt van het klooster van St. Hubert, is het die hier in de 18e eeuw industriële activiteiten ontplooit. In 1771 bouwt hij op de plaats “Pré Piret” op de weg van St. Hubert naar Nassogne de Fourneau Saint Michel, een houtskooloven, waar omheen een heel industrieel complex verrijst met ateliers en een winkel waar zowel kanonnen als kachels worden verkocht. Om de fabriek van het nodige water te voorzien, wordt de Masblette gekanaliseerd en worden er kunstvijvers aangelegd. In het naburige bos worden enorme, honderdjarige eiken geveld en al het ijzererts uit de streek wordt ontgonnen.

In enkele jaren tijd ontstaat er in de Masblettevallei een belangrijke metaalindustrie. Het is een korte bloeiperiode. Het ijzererts uit de Ardennen is namelijk van mindere kwaliteit, waardoor men niet kan optornen tegen de Europese producenten, die toen op de markt concurreren. In 1781 moet Dom de Spirlet noodgedwongen de Fourneau Saint Michel laten sluiten. In 1794 worden de gebouwen geplunderd. Er is een tijd een zagerij en een fabriek van kanonkogels ondergebracht. Tegen het begin van de tweede wereldoorlog zijn de gebouwen volledig verwaarloosd. In1952 komt het complex onder monumentenzorg en vanaf 1959 is er het “Musée du Fer et des Metiers d’autrefois” ondergebracht, dat in 1971 wordt uitgebreid met het even verderop gelegen “Musée de al Vie Rurale en Wallonie” om het erfgoed van de Waalse provincies veilig te stellen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Fourneau St. Michel - Musée du Fer et des Metiers d’autrefois
We lopen over het terrein van Fourneau Saint Michel en langs enkele gebouwen van het “Musée du Fer et des Metiers d’autrefois”, langs de grootste vijver. Zo bereken we de doorgaande weg van St. Hubert naar Nassogne. We volgen het voetpad naast deze weg in noordelijke richting tot aan de afslag naar Awenne. Het is op deze T-splitsing dat we de eerste gebouwen van het “Musée de la Vie rurale” aan onze rechterzijde hebben liggen. Het lijkt een vreedzaam Ardeens dorp dat er bij nader inzien toch niet geheel levensecht uitziet. Originele hoeven en andere gebouwen werden na 1970 namelijk steen voor steen uit de diverse gebieden van de Ardennen naar hier overgebracht en weer opgebouwd. Het hele domein beslaat 32 hectare met daarop een 25 gebouwen, die zijn voltooid en toegankelijk voor het publiek, andere worden gereconstrueerd. Naast boerderijen, huisjes met strooien daken en ambachtswoningen, is er ook een school, een openbare wasplaats, een tabaksschuur, verscheidene broodovens, een varkensstal, een pakhuis, een kapel, een smederij, een stroopfabrieken een houthakkershut. Ieder gebouw werd ter plaatse zorgvuldig uit elkaar gehaald, gerestaureerd en vervolgens opnieuw geconstrueerd. Je krijgt een beter inzicht in de oude bouwtechnieken.

De route over het asfalt voert ons richting Awenne. Na 500 meter gaat er naar rechts een pad door het bos, dat we volgen. Weer is het klimmen tot we het bos achter ons laten. Verderop krijgen we opnieuw asfalt onder de wandelschoenen en bereiken de eerste huizen van Awenne, in het Waals Nôwinne. Dit is afgeleid van het Latijnse “Aquana”, wat verwijst naar een vochtige plaats. De vondst van krabijzers, pijlpunten en gepolijste bijlen op het grondgebied van dit gehucht heeft aangetoond dat hier al sinds mensenheugenis bewoning is geweest. Toch is het moeilijk de geschiedenis van Awenne te reconstrueren. Maar verluidt bouwen de monniken van St. Hubert er een kerk in de 9e eeuw, maar er zijn echter nooit overblijfselen van teruggevonden. In de 19e eeuw is het dorp welvarend, vooral dankzij een plaatselijke ambacht: de klompenmakerij. In 1895 werken ongeveer 100 mensen in die sector; de inwoners staan overal in de Ardennen bekend als de Sabotîs d'Nôwinne, de klompenmakers van Awenne. Voor de Tweede Wereldoorlog zijn er nog slechts een vijftiental. Nu zijn de klompenmakers uit Awenne verdwenen. De welstand van de meester-klompenmaker uit de 19e eeuw is nu nog merkbaar in de straten van het dorp. Zo treffen we er bijvoorbeeld nog talrijke grote Ardeense huizen in blokken zandsteen aan, vooral in de omgeving van de parochiekerk St. Martin.

We lopen door de Rue J. Calozet en komen langs de Église St. Martin, die is opgetrokken in neogotische stijl (1881-1882). Het timpaan boven de hoofdingang beeldt de H. Martinus uit, die zijn mantel deelt met een arme. In de kerk bevindt zich een bezienswaardig hoofdaltaar, vervaardigd uit marmer en gemarmerd hout, gedeeltelijk polychroom en verguld, versierd met een groot beeld van St. Sebastiaan. Deze sculptuur, van de hand van Guillaume Evrard, is een juweeltje van de Luikse beeldhouwkunst. De beeldhouwer was in dienst van de Prins-bisschoppen van Luik. Het beeld dateert uit het begin van de 18e eeuw en sierde het privé altaar van de abt van St. Hubert. In 1797 wordt het door de Luikse revolutionairen te koop aangeboden. Sinds 1803 is het te bewonderen in de Église St. Martin van Awenne. Maar er is ook prachtig houtsnijwerk aan kansel, biechtstoelen en kruisweg te zien.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Awenne - Église St. Martin met fontein
Op het kleine pleintje voor de kerk staat ook een andere bezienswaardigheid van het plaatselijke erfgoed. Het is een van de 8 smeedijzeren fonteinen, die in dit dorpje zijn geplaatst in de 19e eeuw op kosten van de gemeente als gevolg van de vele en hevige dorpsbranden. Elke fontein bestaat uit een bekken in gietijzer met in het midden een fonteinpijp waaruit het water stroomt. Toch dienen ze nu niet meer als drinkplaats of waterbron voor de inwoners. Ze zijn onlangs gerestaureerd en tijdens de zomer worden ze met bloemen versierd. Op elke fontein prijkt de naam “Zoude Btre” en “1886”. Deze aanduiding gaat niet om een fabrieksmerk aangezien ze werden gegoten in 1859 door de hoefsmid van Forrières. Het is de datum van de eerste restauratie onder het burgemeesterschap van Prosper Zoude. Het voortdurend geluid van stromend water geven dit dorp een bijzonder fris cachet. We gaan de Rue du Souvenir in en passeren nog zo’n typische smeedijzeren fontein.

Het is opnieuw klimmen. We komen langs het kerkhof en enkele wegkruisen tot we de N803, de doorgaande weg van St. Hubert naar Rochefort, bereiken. Hier steken we over en volgen het pad dat ons door het Bois St. Michel leidt. Op een hoogte van 450 meter komen we op een viersprong die we bijna recht oversteken. Het pad leidt ons naar Fagne Wiaupont en blijven in zuidelijke richting onze route vervolgen. Hierbij steken we een breed bospad over. Voorbij een open plek in het bos begint een lichte daling tot de volgende kruising, waar we voor het brede zandpad naar links kiezen. We lopen nu in zuidoostelijke richting en negeren de afslag naar links van het bospad waarop we zitten, dus rechtdoor tussen de dennenbomen van het Bois de Coyement door. Het bos opent zich aan onze rechterzijde en we krijgen zicht op het gehucht Arville. Bij de eerste huizen steken we de Ruisseau de Gemainvau over en slaan op de kruising linksaf. Voorbij het bushokje kiezen we het pad rechts dat ons door de weilanden naar Lorcy voert.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Bois de Coyement - Geschubde inktzwam (Coprinus comatus)
Nog slechts één kilometer zijn we verwijderd van St. Hubert. Enkel het asfalt van de Rue Haye Pierson hebben we nog onder onze voeten tot aan de stadsgrens, waar meteen aan de Rue de Poix het winkelcentrum van de Lidl opduikt. Door de Rue des Chasseurs Ardennais en Avenue Nestor Martin met het monument ter nagedachtenis aan de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog bereiken we het levendige centrum van St. Hubert. We passeren de Romaanse Église St. Gilles-au-Prés, gebouwd in 1064 en tot 1809 de parochiekerk van St. Hubert. De kerk isin de 17e eeuw herbouwd, waarbij van het oorspronkelijke gebouw alleen de massieve toren overgebleven is. In het interieur staan fraaie altaren. Zij is destijds omringd geweest door een klein kerkhof, waarvan er nog enkele grafstenen uit de 18e en 19e eeuw resteren.

© L.A.W.V.VIA-VIA
St. Hubert - Basilique St. Hubert
Het centrum wordt gedomineerd door de aan de Place du Marché gelegen indrukwekkende basiliek van St. Hubertus. De kerk in haar huidige vorm stamt uit 1564 in Brabants gotische stijl voltooid en gebouwd op de fundamenten van een in 1526 door brand verwoeste abdijkerk uit de 9e eeuw. Begin 18e eeuw zijn de door brand beschadigde torens neergehaald en kreeg de kerk een barokke façade met sterk Renaissance kenmerken. Deze voorgevel, die uniek is in zijn soort, is opgetrokken in classicistische stijl. Als je van op het plein naar de voorgevel kijkt, zie je boven de deur een steen met daarin het familiewapen van de Abt Clemens Lefebvre. Daarboven is een glasraam, dan een klok en helemaal bovenaan het fronton, waarop de bekering van St. Hubertus staat afgebeeld. Opvallend zijn de waterspuwers langs het gebouw. De abdijkerk werd in 1927 door Rome tot basiliek verheven vanwege de belangrijke functie die zij vervult als bedevaartskerk.

Naast de basiliek staat het voormalige St. Hubertusklooster. Het in rode bakstenen opgetrokken gebouw heeft een lange historie en heeft veel voor- en tegenspoed gekend. Branden in 1130, 1525 en 1636 en in 1568 geplunderd door Gasconse Hugenoten. In 1611 werd onder abt Niklaas van Fanson opnieuw een voorspoedige tijd ingeluid. De abdij is tot aan de vooravond van de Franse revolutie in vol bedrijf geweest met het ontvangen en verzorgen van bedevaartgangers. In 1729 wordt de laatste hand gelegd aan een volledige renovatie en vergroting van het klooster. Het wordt in Franse vroeg classicistische stijl opgetrokken onder het bestuur van Abt Dom Célestin de Jongh (1727-1760). Tot de bouw ervan was echter beslist door zijn voorganger die twee 17de eeuwse vleugels met elkaar wilde verbinden. Het hoofdgebouw heeft een U-vormig grondplan en is afgedekt met daken in leisteen. De voorgevel wordt versierd met drie frontons. Eén is gebogen, de twee andere zijn driehoekig. De rondboogdeuren van het gelijkvloers vormen een gaanderij. De deuren op de verdieping zijn voorzien van smeedwerk in Lodewijk XIV-stijl. De aangewende materialen zijn: geverfde baksteen, kalksteen, Franse steen van Touraine en marmer. In 1796 ging het over aan de Franse staat en werd het uiteindelijk geplunderd. Na het vertrek van de Fransen zijn de gebouwen vanaf 1844 tot eind jaren vijftig van de vorige eeuw in gebruik geweest als opvoedingsgesticht. In 1958 zijn er na een vernieuwde renovatie enkele rijksarchieven hebben en de culturele diensten van de provincie Luxemburg in ondergebracht. De renovatiewerken, die in 2003 voltooid zijn, hebben het paleis zijn oude pracht teruggegeven.

© L.A.W.V.VIA-VIA
St. Hubert - Ancien Quartier Abbatial
Hier op de Place du Marché in de schaduw van de Basilique St. Hubert is het eindpunt van deze pittige rondwandeling door het Ardeense heuvelland. Rondom de mooie fontein in gietijzer, vervaardigd door de vermaarde gieterij Rérquilé van Luik in 1858 en waarbij het water opspuit uit de fonteinpijp, die wordt vastgehouden door een engeltje, zijn er genoeg terrasjes om de benen te strekken en de vermoeidheid weg te spoelen met een fris drankje.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

KAARTEN:

- TopoKaart NGI 1:25 000, 59 / 7-8 Grupont - St. Hubert
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer "Via-Via"
- Deel van de Transardeense Route: traject St. Hubert - Fourneau St. Michel





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 26-10-2006 door C.P.J. Aerssens