ÉGLISE NOTRE-DAME - SEMUR-EN-AUXOIS
Koor met triforium en dubbelwandige lichtbeuk
Met de bouw van deze kerk, een uitstekend voorbeeld van de Bourgondische gotiek, werd in 1225 begonnen in opdracht van de Bourgondische hertogen (voltooiing in de 14e eeuw). In het midden van de 19e eeuw restaureerde Viollet-le-Duc de kerk ingrijpend. De 14e eeuwse façade met twee slanke torens wordt voorafgegaan door een ver vooruitspringende narthex.
Deze nartex geeft toegang tot 3 portalen. Het vroege beeldhouwwerk werd in de Franse Revolutie verwoest. De beelden van de vier evangelisten onder baldakijnen zijn 15e eeuws Van de de trumeau (tussen de twee grote deuren), die de vorm van een Mariebeeld had, is alleen het hoofd bewaard gebleven. Het tegenwoordige beeld, "Maria met druiven" is uit de 16e eeuw en werd hier pas in de vorige eeuw geplaatst.
Fraaier is het 13e eeuwse linker zijportaal. Porte de Bleds, te bewonderen vanuit de Rue Notre-Dame. Op het timpaan wordt de legende van de heilige Thomas verteld en onder baldakijnen en als delen van de kapitelen houden grotesken het timpaan omhoog. Op de archivolten zijn voorstellingen van de twaalf maanden te zien en tegen de linkerzuil van het portaal kruipen twee minuscule slakken omhoog: het symbool van de Bourgondische gastronomie.
In het interieur valt onmiddellijk de ongewoon geringe breedte (6 m) ten opzichte van hoogte (21 m) en lengte (60 m) van het schip op. Het schip werd in twee keer gebouwd. De drie eerste traveeën dateren uit de 16e en de vier volgende uit de 13e eeuw. De hoogtewerking wordt nog versterkt doordat de schalken in het schip vanaf de onderkant van de zuilen tot aan de gewelfribben doorlopen. In de 14e eeuw werd in het schip het triforium verwijderd, zodat de lichtbeuk met de lange smalle vensters nu direct op de arcadenzone aansluit. Alleen in het koor is de typisch Bourgondische driedelige opstand gehandhaafd: boven de massieve, ronde pijlers van de arcaden ziet u eerst de sierlijke zuiltjes van het triforium en daarboven de dubbelwandige lichtbeuk. Het triforium is gedecoreerd met gebeeldhouwde hoofden, die de belangrijke personen die in de 13e eeuw in Semur-en-Auxois leefden, voorstellen. Het middelste glas-in-lood-raam beeldt de hemelvaart van Maria uit.
In de koorapsis eindigen de ribben in een ronde sluitsteen. Deze steen, met als voorstelling de kroning van Maria, de kapitelen en de vrouwengezichten daarboven werden door Viollet-le-Duc geheel gerestaureerd. In de tweede kapel in de linker zijbeuk, de heilige Grafkapel, ziet u een 15e-eeuwse gepolychromeerde graflegging, waarin duidelijk de invloed van Sluter is te herkennen, van het beeldhouwwerk zijn vier engelen verwijderd; twee daarvan zijn overgebracht naar het Louvre in Parijs en twee naar het museum in het stadje zelf. De gebeeldhouwde houten deur stamt uit de 15e eeuw. De hierop afgebeelde graflegging (1490) is de mooiste die in Bourgondië te vinden is. Het werk werd door Bourgondische beeldhouwers in Avignon uitgevoerd in een werkplaats onder leiding van Antoine le Moiturier, de erkende hofbeeldhouwer van de Bourgondiscge Hertogen. De Christusfiguur wordt omringt door Jozef van Arimatea en Nikodemus, de twee personen die het lichaam van Jezus bij Pilatus hebben opgevraagd om te begraven. De expressie op de gezichten en de cirkelvormige gebaren van de drie middelste figuren, die verwijden nar het lichaam van jezus te kijken, vallen op.
Enkele 15e eeuwse bijzonder kleurrijke vensters met afbeeldingen van oude ambachten vind je in de kapel van de lakenfabrikanten (kapel 4), die aan St. Blasius is gewijd. Het smeedijzeren punthek dateert uit 16e eeuw. De gebrandschilderde ramen beelden het werk van de lakenfabrikanten uit: het scheren, het wassen, het vollen, het kaarden, het weven en het kammen. De vier bovenste ramen dateren uit de 19e eeuw, de vier onderste uit de 16e eeuw. Maar ook in de slagerskapel (kapel 5), die aan St. Claudel is gewijd. De houten deur dateert uit de 16e eeuw. Het ook uit de 16e eeuw stammende gebrandschilderde raam beeldt het werk van de slagers uit: het slachten van een rund en het verwerken van het vlees.
In de andere kapellen aan de linkerzijde zijn vooral de glasvensters het vermelden waard:
De St. Barbarakapel (derde kapel), begin 16e eeuw, heeft een houten hek uit die tijd. Het raam geeft het leven van St. Barbara weer. Van links naar rechts: de schenkers van het raam, de roeping van St. Barbara, de door de vader van St. Barbara gebouwde gevangenis, de weigering om afgoden te aanbidden, de weigering om de raad van de rechters op te volgen, St. Barbara die de afgoden vernielt, haar marteling en terechtstelling door haar vader en haar hemelvaart.
De Mariakapel was vroeger aan Maria Magdalena gewijd. De restauratie werd eveneens door Viollet-le-Duc uitgevoerd. Het Mariabeeld is van 1851 en een kopie van de middelste pilaar in de vorm van een Mariabeeld dat het grote portaal van de Notre-Dame in Parijs versiert. De twee eerste gebrandschilderde, in glas-in-lood gezette ramen (van links naar rechts) dateren uit de 13e eeuw en stellen Maria Magdalena en haar familie (St. Martha en Lazarus) voor. Het middelste raam, midden 19e eeuw beeldt de laatste dagen van Christus uit. Van boven naar beneden: het laatste avondmaal, de hof van Olijven, de geseling, de kroning met de droornenkroon, de kruisweg en de kruisiging. het vierde raam geeft het leven van Jezus en Maria Magdalena weer. Het raam dateert uit de 19e eeuw, maar er zijn fragmenten van het vroegere 13e eeuwse glas in opgenomen. Het vijfde raam stelt het leven van Petrus voor (19e eeuw).
Links en rechts van de Mariakapel bevinden zich gebrandschilderde, in glas-in-lood gezette ramen uit de 19e eeuw, die het leven van heiligen uit Bourgondië uitbeelden. De St. Jozefkapel werd ook door Viollet le Duc gerestaureerd. De gebrandschilderde ramen beelden het leven van Jozef uit: de verloving, de vlucht naar Egypte, de werkplaats en zijn sterven. De doopvontkapel (midden 16e eeuw) is Renaissance. Van boven naar beneden: de maagd Maria, daaronder de vier evangelisten, links Mattheus, en Marcus, rechts Lukas en Johannes. Op de bovendrempel van de ingang: Jezus omringd door de twaalf apostelen. De doopvont dateert uit 1594. De retabel geeft in de antieke Romeinse vorm de Christelijke traditie weer met Jezus als kind, voorgesteld als Romeins keizer.
St. Elegastkapel werd door de Franse architect Viollet-le-Duc(1814-1879) gerestaureerd. De gebrandschilderde ramen werden door Lauzier (Parijs) in 1927 uitgevoerd. Zij zijn ter herinnering aan de Amerikaanse soldaten van het 138ste Regiment Infanterie vervaardigd. Het Amerikaanse leger had zijn hoofdkwartier in Semur-en-Auxois van november 1918 tot mei 1919
Eveneens interessant zijn het beeld van de heilige Sebastiaan in het schip bij de ingang (16e eeuw), dat van de zittende Christus daartegenover (17e eeuw), dat van Christus met twee engelen (in kooromgang; eind 15e eeuw). Achter de preekstoel bevindt zich het ciborium (bewaarplaats van de hostie). Dit heeft een stenen torentje uit de 15e eeuw in flamboyante stijl. Hier werden de hostiekelk en de heilige Eucharistie bewaard. De op hout geschilderde Jesseboom (links van koor) stamt uit de 16e eeuw en de schildering van Christus bij de preekstoel is drie eeuwen ouder.
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 30-03-2003 door C.P.J. Aerssens