GR DE PAYS - VALLÉE DE BRESLE

Traject Rambures - Nesle l'Hopital - Pierrecourt - Poteau Maître Jean 14 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
Château de Rambures

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Château de Rambures
Ongeveer 14 km.
Uitgangspunt van deze wandeling van 14 kilometer is het Château de Rambures. De route voert ons door Rambures, waar we de gemarkeerde route van de Camp des Aissaillants oppikken. Vervolgens dalen we af naar de Vallée de la Bresle en bereiken Nesle L'Hôpital. Hier loopt de route verder over de GR de Pays du Massif de la Haut Fôret, direct langs het riviertje de Bresle met ideale visplekjes voor vliegvissers op forel. We verlaten de Vallée de la Bresle naar Bourbel. Via Pierrecourt bereiken we de uitlopers van het Haut Forêt d'Eu om bij Poteau Maître Jean aan de N28 het eindpunt van deze wandeling te bereiken.

ROUTEBESCHRIJVING

We nemen het Château de Rambures als vertrekpunt voor de wandeling in de vallei van de Bresle. Dit 15e eeuwse feodale kasteel, dat 25 km ten zuiden van Abbeville oprijst uit het vlakke land, is een prachtig voorbeeld van laatmiddeleeuwse militaire architectuur. Tijdens de Honderdjarige Oorlog was het een Franse enclave in door de Engelsen veroverd gebied. In deze oorlog speelde een telg uit het geslacht De Rambures, waarvan de oudste vermelding teruggaat tot 1058, een belangrijke rol. David de Rambures (Lord Rambures uit Shakespeares Henry V) was de aanvoerder van de Franse kruisboogschutters. Hij was ook degene die in 1412 besloot tot de bouw van het kasteel, dat nog steeds door zijn afstammelingen bewoond wordt. Een andere beroemde Rambures was Karel de Dappere, die in de jaren 1589-1590 aan de zijde van koning Hendrik IV streed tegen de Liga, een verbond van katholieke edelen. Hij redde de koning, die hij in 1589 op het kasteel ontving, in de Slag bij Ivry (1590) zelfs het leven.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Rambures - Voorjaar in de Grande Rue
Het enigszins gedrongen kasteel was bedoeld om te dienen als burcht bij een eventuele belegering. Met opvallendste architectonische element zijn de ronde torens met hun kegelvormige spitsen. Doordat het kasteel wat verzonken in het terrein is gebouwd, lijkt het nog lager, waardoor het minder kwetsbaar was voor geschut. De 3 tot 7 m dikke, van schietgaten voorziene muren waren echter wel hoog genoeg om een bestorming met ladders te voorkomen. Zo ver is het echter allemaal nooit gekomen en in de 18e eeuw werd van het kasteel een soort lustslot gemaakt. Toen was het al geërfd door de huidige bewoners, de markiezen La Roche Fontenilles. Vanbinnen oogt het kasteel dan ook niet zo martiaal als je misschien zou verwachten, maar eerder huiselijk. Er is vooral Picardisch meubilair uit de 15e tot de 17e eeuw te zien. Rond het kasteel ligt een Engelse tuin met een arboretum, waarin uitheemse en zeldzame boomsoorten geplant zijn.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Rambures - Gevelkruis in de Rue de la Folie
Vanaf de parkeerplaats voor het kasteel lopen we over de D180, de Rue du Château richting dorp. We komen langs de 17e eeuwse Église Notre-Dame de l'Assomption. Linksaf gaat het de Grande Rue in, steken het kruispunt in het centrum over en slaan even verderop de Rue de la Folie in langs het gemeentehuis. Rambures is een typisch Frans plattelandsdorp met zo’n 400 inwoners. Hier in de Rue de la Folie vinden we nog een aantal eenvoudige vakwerkboerderijtjes, waarvan het houten geraamte opgevuld is met leem. De tand des tijds heeft er zijn werk gedaan en het verval is duidelijk zichtbaar. Tegen de gevel van een van deze bouwvallen zien we nog een ijzeren roestig gevelkruis. Net buiten de bebouwing slaan we naar links een landweg is onder de hoogspanningsmasten door. Hier vinden we de routemarkering van de wandeling “Le Champ des Assaillants”. Door uitgestrekte akkers en weilanden lopen we zuidwestwaarts door een gebied dat op de kaart staat aangeduid met Le Trouée tot we na goed 2 kilometer opnieuw op een nieuwe routemarkering van enkele GRP’s stuiten. Het is de GRP Côte de St. Lambert en het Circuit de Rambures

© L.A.W.V.VIA-VIA
Wegwijzer op de Côte St. Lambert
Bij deze wegmarkering gaat het naar links in zuidoostelijke richting. Rechts van ons gaat de vlakte met enkele bossages over in een steile helling die direct naar het dal van de Bresle afloopt. Wij volgen de hoogtelijn die ons even verderop onder de hoogspanningsleiding naar het asfalt van de Chemin de Nesle brengt. Dit kleine secundaire weggetje vormt een snelle, directe verbinding tussen Rambures en Nesle-L’Hôpital. We volgen het asfalt in de richting van Nesle-L’Hôpital en passeren het Bois Valvert aan onze rechter hand. Aan het einde van dit bos begint over een lengte van 1 kilometer de steile afdaling naar Nesle-L’Hôpital. We hebben een wijds uitzicht over de vallei, waarin de Bresle rustig meanderend haar weg zoekt naar de zee. Door een holle weg komen we aan de eerste huizen van Nesle-L’Hôpital, steken er de D1015 over en lopen langs de Église St. Martin. Deze dorpskerk stamt uit de 18e eeuw en heeft een typische vierkanten toren, waar net onder de torenspits een soort horizontale luiken de galmgaten vormen voor de kerkklokken. Na goed honderd meter bereiken we de Bresle.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Nesle-L'Hôpital - Chemin de Nesle
Het riviertje de Bresle vormt de natuurlijke grens tussen de departementen Seine Maritime en Somme. Van de bron in Blargies in het departement Oise stroomt deze laagland rivier met een totale lengte van 72 km bij Tréport in het Kanaal. De Bresle is een juweeltje in het Franse landschap. De waterloop is wijd en zijd bekend om de aanwezigheid en vistrek van zalm en forel. De bescherming en het beheer van deze populatie heeft hier de hoogste prioriteit. Toch bestaat door het uitgeven van visvergunningen het gevaar dat overbevissing een probleem wordt. De vele visplekken waar de vliegvissers hun stek hebben, doen dit vermoeden. Voor het bruggetje geeft de routemarkering aan dat we aan deze zijde van het water op de oever onze wandeling voortzetten. We gaan door het draaihekje en zetten de wandeling voort tussen de vele meertjes, die direct gevoed worden door het water van de Bresle. Nu eens voert het pad direct langs de Bresle, dan weer tussen de visvijvers door. Aan weerszijden van dit waterrijk gebied rijzen krijthellingen op, waar een coulisselandschap wordt afgewisseld met weilanden en grashellingen rijk aan orchideeën.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Nesle-L'Hôpital - Vallée de la Bresle
Na goed een kilometer steken we de Bresle over. Een bruggetje en een heuse Gué brengen ons naar het gehucht Bourbel. Hier kruisen we een onbewaakte overweg en bereiken door de Rue de la Gué de doorgaande Route D’Aumale, de D49, van Blagny-sur-Bresle naar Aumale. Als we deze weg zijn overgestoken verlaten we het dal van de Bresle. We voelen meteen dat het omhoog gaat. Op de splitsing kiezen we de veldweg naar rechts en begint de klim in westelijke richting tot onder de Mont Faucon, die met een hoogte van 153 meter als een kale puist uit het landschap oprijst. De veldweg leidt ons eigenlijk naar een soort pasovergang tussen de naar het zuiden gelegen helling van de beboste Mont de la Chique en de grashellingen van de Mont Faucon. Hier krijgen we zicht op het volgende dal, de Fond de Monchy met daarin de D260, de secundaire weg die van Nesle-Normandeuse zuidwaarts loopt. We steken deze asfaltweg over en nemen de holle weg, die ligt stijgt. Na een kilometer krijgen we zicht op Pierrecourt en bereiken de eerste huizen van dit langgerekte dorp. Het wordt voor het eerst vermeld in de 12e eeuw als "Petracurt" wat zoveel betekent als “Hof van Pierre” en bestond uit een versterkt kasteel op een heuveltje dichtbij de kerk. Ook werd er ooit in dit dorp wijn verbouwd door de monnikken van Foucarmont. De straat uitlopend en komend bij de 16e eeuwse Église St. Pierre slaan we links af. Ook deze Église St. Pierre heeft die typische vierkanten kerktoren, gedeeltelijk bedekt met leien en de horizontale galmgaten waar achter de kerkklokken schuilgaan.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Bourbel - vervallen vakwerkboerderijtje
We volgen de D116 door Pierrecourt tot aan de T-splitsing en kiezen voor de licht stijgende weg naar rechts in de richting van Mienval. Even verderop gaat het richting Marie, een nieuw gemeentehuis, waar we ook het plaatselijke sportveld passeren. De verharding gaat over in een veldweg. Tussen de akkers door bereiken we de eerste huizen van het gehucht Mienval. We komen hier aan de uitlopers van het Haut Forêt d’Eu. Het Forêt d’Eu is een uitgestrekt bosgebied met een oppervlakte van ruim 9000 hectare, hoofdzakelijk bestaand uit beukenbossen en gelegen aan de uiterste grenzen van Picardië en Normandië in de regio Petit Caux in het departement Seine-Maritime. Het bestaat uit verschillende delen die zich uitstrekken vanaf het Eu tot aan Aumale in het zuidoosten over een lengte van bijna 30 kilometer. Vroeger behoorde dit bosgebied op het Massif d’Eu aan het graafschap van Eu. Het was eigendom van Comte Gaston d’Orléans. Later kwam het in bezit van de Franse staat en het departement Seine-Maritime. Het wordt beheerd door het Office National des Forêts. Naast beuken vinden we er eiken.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Routemarkering op weg naar Pierrecourt
Dankzij het water van Bresle en het overvloedige hout van het Forêt d’Eu kon in deze streek een rijke glasindustrie ontstaan die teruggaat tot de Gallo-Romeinse tijd. Het hout was nodig om de ovens te verwarmen. In de 19e eeuw vervangen de glasblazers het hout door steenkool uit Engeland, dat vanaf de kades in Tréport over de Bresle werd aangevoerd. Het glaswerk van de meester-glasblazers uit Vallée de la Bresle is beroemd! Het is ook hier op slechts één kilometer ten noorden van Mienval dat we het nu door de tand des tijds aangetaste Château de Romesnil vinden. Het Château de Romesnil is in 1750 voor Louis-Auguste van Bourbon, prins van Dombes, als jachtslot gebouwd. Het Château de Romesnil is in 1750 voor Louis-Auguste van Bourbon, prins van Dombes, Graaf van Eu en kleinzoon van Louis XIV,als jachtslot gebouwd. De grond en het kasteel werden in 1776 aan Jean-Baptiste Charles Libaude en zijn vrouw verkocht met het recht om er een glasfabriek te bouwen, die in 1778 in gebruik werd genomen. Dit "Château de Verrerie" is een complex dat eens een oude glasfabriek en de huisvestingen voor de arbeiders vormde. We vinden er een boerderij waarvan de stallen uit 1882 stammen, een kleine duiventil (1878) die met de bijgebouwen van het kasteel en het onderkomen van de werklui een binnenhof vormen. De hal met de oven die in 1858 in gebruik werd genomen, is in 1876 afgebroken en weer opgebouwd. We zien van de 3 ovens nog de fundamenten op de kelderverdieping is. De kantoren zijn uit 1870, de onderkomens van de arbeiders vormen een straatje en zijn in 1882 gebouwd (datering per bron). De directiewoning is van 1904. De verpakkingswerkplaats met toren en schoorsteen zijn verwoest. Wat rest zijn enkele werkplaatsen en machinehal uit 1882, restanten van vergane glorie.

© L.A.W.V.VIA-VIA
La Haut Fôret d'Eu - Poteau des Essartis
De GR de Pays de la Haut Fôret laat ons niet afdalen naar het centrum van dit gehucht Mienval, maar leidt ons ten zuiden van de huizen over de helling naar het Fôret d’Eu. Even volgen we de bosrand maar na goed 500 meter voert een steile klim over een kaarsrecht bospad ons in zuidwestelijke richting de helling op door een groot beukenbos. Zo bereiken de Poteau des Essartis, een wegwijzer die de richtingen aangeeft van de verschillende kaarsrechte bospaden die het Fôret d’Eu doorsnijden. We kiezen voor de brede bosweg in noordwestelijke richting, die deels geasfalteerd is. Na goed één kilometer bereiken we het eindpunt van onze wandeling de Poteau Maître Jean, het drukke knooppunt van een zevental wegen die hier in het Fôret d’Eu samenkomen. Bovendien is dit het punt waar de A28 ondergronds in een tunnel het bosperceel doorsnijdt.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

KAARTEN:

- TopoKaart IGN 1:25 000, 2108OT Forêt d'Eu/Blagny-sur-Bresle/Gamaches
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer L.A.W.V."Via-Via"





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-05-2006 door C.P.J. Aerssens