RONDWANDELING OMGEVING AWENNE
Traject Awenne - Mirwart - Smuid 23 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
Awenne - Smeedijzeren waterbekken in de Rue du Souvenir

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Awenne
Ongeveer 23 km.
Deze rondwandeling van 23 kilometer vertrekt vanuit Awenne en is een pittige tocht met beklimmingen en afdalingen. Door het dal van de Ruisseau de Bellerose gaat de route naar Mirwart en langs het imposante Château de Mirwart om vervolgens bij Le Vieux Moulin het riviertje de Lomme over te steken. Door de Vallée de Marsau met zijn visvijvers bereiken we het rustieke Ardeense gehucht Smuid. Vanhier dalen we af naar de Lomme, die we stroomafwaarts volgen tot de Rocher Marie Gobaille. Dan gaat het in noordoostelijke richting klimmend door uitgestrekte beukenbossen terug naar de bewoonde wereld. De N803 steken we over en dalen af naar ons vertrekpunt Awenne.

ROUTEBESCHRIJVING

We vertrekken in Awenne bij de Église St. Martin aan de Rue Joseph Calozet, vernoemd naar de hier geboren en getogen Waalse schrijver Joseph Calozet (1883–1968). Een informatiebord achter de Église St. Martin vertelt dat de naam Awenne, in het Waals Nôwinne, is afgeleid van het Latijnse “Aquana”, wat verwijst naar een vochtige plaats. De vondst van krabijzers, pijlpunten en gepolijste bijlen op het grondgebied van dit gehucht heeft aangetoond dat hier al sinds mensenheugenis bewoning is geweest. Toch is het moeilijk de geschiedenis van Awenne te reconstrueren. Maar verluidt bouwen de monniken van St. Hubert er een kerk in de 9e eeuw, maar er zijn echter nooit overblijfselen van teruggevonden. In de 19e eeuw is het dorp welvarend, vooral dankzij een plaatselijke ambacht: de klompenmakerij. In 1895 werken ongeveer 100 mensen in die sector. De inwoners staan overal in de Ardennen bekend als de Sabotîs d'Nôwinne, de klompenmakers van Awenne. Voor de Tweede Wereldoorlog zijn er nog slechts een vijftiental. Nu zijn de klompenmakers uit Awenne verdwenen. De welstand van de meester-klompenmaker uit de 19e eeuw is nu nog merkbaar in de straten van het dorp. Zo treffen we er bijvoorbeeld nog talrijke grote Ardeense huizen in blokken zandsteen aan.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Awenne - Timpaan Église St. Martin
De Église St. Martin is opgetrokken in neogotische stijl (1881-1882). Het timpaan boven de hoofdingang beeldt de H. Martinus uit, die zijn mantel deelt met een arme. In de kerk bevindt zich een bezienswaardig altaar, vervaardigd uit marmer afkomstig uit Rochefort en gemarmerd hout, gedeeltelijk polychroom en verguld, versierd met een groot beeld van St. Sebastiaan. Deze sculptuur, een juweeltje van de Luikse beeldhouwkunst en gemaakt in 1750, is van de hand van Guillaume Evrard. De beeldhouwer was in dienst van de Prins-bisschoppen van Luik. Het beeld sierde het privé altaar van de abt van St. Hubert. In 1797 wordt het door de Luikse revolutionairen te koop aangeboden. Het schip en de zijbeuken wordt gedragen door 12 zuilen, die de 12 apostelen voorstellen. Een aantal gebrandschilderde ramen is origineel en opvallend is ook de preekstoel met houtsnijwerk voorstellend de apostelen Petrus en Paulus, de vier evangelisten en twee Benedictijnen. Maar ook de biechtstoelen en de communiebank zijn juweeltjes.

Op het kleine pleintje voor de kerk staat ook een andere bezienswaardigheid van het plaatselijke erfgoed. Het is een van de 8 smeedijzeren fonteinen, die in dit dorpje zijn geplaatst in de 19e eeuw op kosten van de gemeente als gevolg van de vele en hevige dorpsbranden. Elke fontein bestaat uit een bekken in gietijzer met in het midden een fonteinpijp waaruit het water stroomt. Toch dienen ze nu niet meer als drinkplaats of waterbron voor de inwoners. Ze zijn onlangs gerestaureerd en tijdens de zomer worden ze met bloemen versierd. Op elke fontein prijkt de naam “Zoude Btre” en “1886”. Deze aanduiding gaat niet om een fabrieksmerk aangezien ze werden gegoten in 1859 door de hoefsmid van Forrières. Het is de datum van de eerste restauratie onder het burgemeesterschap van Prosper Zoude. Het voortdurend geluid van stromend water geven dit dorp een bijzonder fris cachet.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Awenne - Ruisseau de Bellerose
We gaan de Rue du Souvenir in en wandelen opnieuw langs zo’n typische smeedijzeren fontein tot voorbij het kerkhof en het standbeeld van het H. Hart. Vervolgens slaan we niet meteen langs dit beeld naar rechts in, maar het tweede, dat kronkelend naar beneden loopt langs de Grottes Notre Dame de Lourdes naar de Ruisseau de Bellerose, die in een kleine ingesloten vallei ligt, waar het vaak erg modderig kan zijn. In het begin is het pad moeilijk begaanbaar door enkele ontwortelde bomen die de weg versperren. Na 1,3 kilometer in het onderhout aan de helling van La Soufleûre, komen we, tegenover een vijver, op de Rue de Mirwart uit, de doorgaande weg van Awenne naar Mirwart. We steken de drukke Grand Route N803 over en vervolgen de Rue de Mirwart langs de Chapelle Notre Dame de Walcourt (1881) op een 3-sprong bij Wimonste. Na 3 kilometer bereiken we het dorpje Mirwart door de Rue du Bois d’Oingt. Boven het dorp links rijst het statige silhouet van de Église St. Roch uit. Ook deze kerk is in Neo-Gotische stijl tussen 1869-1870. Opvallend is het mooie in hout uitgevoerde hoofdaltaar. Hierop zien we boven de verrezen Christus met het kruis in de hand. Centraal op het altaar de kruisiging en graflegging van Christus, aan de zijkanten geflankeerd door de apostelen Petrus en Paulus. Zeer mooie gebrandschilderd glazen beelden de verrijzenis uit. Het kleine gepolychromeerde altaar en de kansel zijn van Jean William uit 1981. Dicht bij de kerk vinden we een sculptuur, die een zaaier voorstelt.

Mirwart is een bijzonder gezellig dorp met fraaie, oude huizen met vakwerkgevels opgetrokken in kalksteen, blokken zandsteen of baksteen. De bewoners hebben als bijnaam: “Paardenkoppen”. Zij hebben die te danken aan een oude legende waarin de heks van Mirwart ’s nachts in de gedaante van een paard met sardonisch gekrijs de bewoners van het gehucht en het nabij gelegen Smuid lastig valt. Ze slaan het paard dood en rijgen zijn kop op een spies, die naar Mirwart wordt gedragen. Later op de route zullen we de plek passeren waar dit voorval zich moet hebben afgespeeld.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mirwart - Château de Mirwart
Vanaf de Église St. Roch van Mirwart volgen we de Rue du Bois d’Oingt, die overgaat in de Rue du Château, die ons richting Château de Mirwart leidt. Het dorp wordt beheerst door dit kasteel, gelegen op een rotsachtige uitloper die zich uitsteekt boven een meander in het dal van de Lomme. Het is een U-vormig gebouw met op de vier hoeken een ronde toren. De achtergevel biedt uitzicht op het dorp, over uitgestrekte grasperken heen. Het kasteel kent een bewogen geschiedenis. Talrijke vernielingen en herstellingen hebben elkaar tot heden steeds weer opgevolgd. De oorsprong van dit kasteel gaat terug tot een vesting uit het begin van 11e eeuw, gebouwd door de Heren van Lotharingen om hen te beschermen tegen de strijdlustige Heren van Bouillion en Orchimont. Als schaamteloze onderdrukkers worden de Heren van Mirwart door de abdij van Saint Hubert tot de orde geroepen en vervolgens door de Prins-bisschop van Luik, Henri I van Verdun, die de monniken te hulp snelt, verdreven uit het gebied. Het is de abt van Saint Hubert die de vesting in 1083 laat ontmantelen. Dit gebeurt tegen de wil van Prins-bisschop Otbert, die na het verwerven van het domein van Mirwart, de vesting weer opbouwt. Hij staat na 1099 het gebied af aan Bovon van Waha. In 1293, wordt het domein door Jean van Avesnes gekocht, maar de verkoop wordt door de Prins-bisschop van Luik betwist. Dit conflict stelt Prins-bisschop Jean van Sponheim tegenover de Graven van Hainaut, Luxemburg, Namen, en Looz alsmede de Hertog van Brabant. Ze betwisten elkaar deze belangrijke heerlijkheid die zich over een ontzaglijk gebied uitstrekt, waarvan de economie op bosbouw en metaalnijverheid steunt.

Het kasteel verandert vervolgens opnieuw van eigenaar en komt toe aan Jean van Luxemburg, die het bij gebrek aan financiële middelen van de hand doet aan Prins-bisschop Adolphe II van Marck. Onheil achtervolgt het kasteel door conflicten met Spanje, Oostenrijk en Frankrijk. In het begin van de 18e eeuw komt het kasteel in een rustiger vaarwater en het krijgt tussen 1706 en 1734 zijn huidige vorm en uitstraling als lustslot. In de 19e eeuw wordt het kasteel gekocht door de kristalontwerper Vonêche Houden-Gabriel d’Artigues, waarna het achtereenvolgens overgaat naar de families Van der Linden van Hoogvorst, d’Arrigade en Von der Becke. In de 20e eeuw raakt het kasteel in verval door vandalen en plunderaars, die een groot deel van het interieur en de versieringen vernietigen of weghalen. Nu is het in bezit van de provincie Luxemburg, maar duidelijk is te zien dat er weinig activiteit is waar te nemen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mirwart - Le Vieux Moulin
We gaan even rechtuit en lopen voor het Château de Mirwart met de klok mee rond het kasteel en dalen af over Au Vieux Moulin naar de tweesprong aan het einde van de helling. Linksaf gaat de route over het asfaltweggetje Rue du Moulin naar het laagst gelegen gedeelte van de vallei van de Lomme. Zo bereiken we de Moulin de Mirwart, een voormalige watermolen gelegen aan het riviertje de Lomme, in een heel bosrijk gebied. Het natuurstenen gebouw met één verdieping is gerenoveerd, maar het waterrad is verwijderd. Het sluiswerk is nog wel aanwezig. Rond de molen is een parkje met zitbanken. De lange geschiedenis van deze watermolen is er een van welvaart, leegstand en verval en is nauw verbonden aan het bewogen verleden van het kasteel van Mirwart. In het originele gebouw, dat zich rechts van het huidige bouwwerk bevindt, stond de machinerie van de molen, één enkel rad, één paar molenstenen. Het was tevens de woonstede van de molenaar en zijn familie, tot een tweede rad wordt geplaatst. Ze vestigen zich dan een dertigtal meter naar achteren buiten het bereik van de overstromingen. In de loop van de 17e en de 18e eeuw wordt de molen verder uitgerust en herhaaldelijk verbouwd, waardoor het tweede rad kan worden verwijderd. Na de WOI van 1914-1918 wordt de watermolen volledig stilgelegd en vervalt beetje bij beetje tot in 1951. Dan koopt de Provincie Luxemburg de molen aan en verbouwt deze tot slaapgelegenheid voor wandelaars.

De weg loopt verder onder de lelijke betonnen brug van de spoorweglijn Brussel-Luxemburg, een storend landschapselement, en over de Lomme. Het is een zijrivier van de Lesse die ontspringt nabij Bras in de buurt van Saint Hubert op een hoogte van ongeveer 460 meter. Na ongeveer 46 kilometer mondt de Lomme bij Éprave, in de Famenne, even voorbij Rochefort, uit in de Lesse op een hoogte van 150 meter. We verlaten het asfalt dat naar links de Route de Smuid volgt en lopen rechtdoor de vallei van de Marsau in. De Marsau is een bijriviertje van de Lomme en voedt hier talrijke vijvers, die eigendom van de provincie Luxemburg zijn, die hier een grootschalige visteeltproject heeft ontwikkeld met het doel weer pootvis uit te zetten in alle waterlopen in de streek. We volgen de geel-witte markering van de Transardense route. Bij de tweede groep vijvers vormt het hobbelige weggetje een Y- vormige tweesprong. Hier gaan we rechts een zo nu en dan drassige bospad op dat tussen twee vijvers in loopt. We blijven een tijdje de vallei volgen om na een volgende groep van 5 vijvers naar links af te dalen. Hier komen we aan een Gué, een doorwaadbare plaats, in de Marsau en de afsplitsing van de Ruisseau de la Pierre au Charme. Hier vinden we aan onze rechterzijde het Etang Noir, de Zwarte Vijver, een in het bos gelegen ven. Vanaf Mirwart hebben we nu 3 kilometer afgelegd.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vallée de Marsau met visvijvers
Terwijl we rechtdoor de heuvel beklimmen, komen we op een kruising van boswegen. Een markeringsbord geeft aan dat we bij de voormalige Fourneau de Marsole zijn aangekomen. Ooit is hier een klein centrum van metaalnijverheid, Marsole genaamd, geweest. Jean-Pol Weber, een bezield onderzoeker, heeft er de overblijfselen van een oude oven opgegraven, die volgens hem al in onbruik is sedert 1572. Er zijn ook opgravingen geweest om de overblijfselen van het verdwenen miniatuurgehuchtje Marsole bloot te leggen. Uit archiefstukken blijkt dat het dorpje omstreeks 1537 is gesticht ver van alle gewoel. Toch is de pest er in de 16e eeuw waarschijnlijk in geslaagd op die eenzame plek dodelijk toe te slaan. Deze viersprong van aardewegen is ooit een belangrijk kruispunt van de wegen Tellin-Smuid en Transinne-Mirwart geweest. Hier gaat de Transardeens Route naar rechts. Wij slaan linksaf voor onze rondwandeling en wandelen verder door het dal van de Marsau in zuidoostelijke richting. Na goed één kilometer ligt rechts in het bos verscholen het Etang du Grand Campe. Doorlopend door het bosgebied dat als Taille des Près Mouffles op de topografische kaart vermeld staat, bereiken we het asfalt van de Rue des Loches dat ons naar links bij de eerste huizen van het dorpje Smuid brengt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Smuid - Oude toegangspoort Hostellerie des Tilleuls
Smuid is een schilderachtig en erg rustig dorp op ongeveer 8 kilometer ten westen van Saint Hubert. Het dorp is omgeven door uitgestrekte wouden, onder andere het domeinbos van Mirwart. Het is dan ook niet toevallig dat Smuid een houthakkerdorp is. Vele van haar inwoners leven van oudsher van bosontginning. We wandelen in de Rue des Loches voorbij de Chapelle St. Monon. Deze kapel is toegewijd aan de Ierse monnik Mono, die zich omstreeks 630 in deze omgeving als kluizenaar heeft gevestigd. Het kerkgebouwtje is rond 1880 in gebruik als dorpsschooltje en wordt in 1900 kapel, die in 1999 is gerestaureerd. Naar rechts wandelen we Smuid in met zijn fraai kerkje uit 1824, de Église Ste. Marguerite, en de typische Ardeense huizen. Tegenover de kerk vinden we het Hostellerie des Tilleuls, een oude boerderij uit 1684 die is uitgebouwd tot een hotel-restaurant. We verlaten Smuid over de route de Mirwart, die ons noordwaarts leidt. Als we door het open landschap na goed één kilometer de bosrand bereiken, voert de route ons op de Y-splitsing rechtuit het bos van Grande Taille in. Met een ruime bocht met de klok mee dalen we over een breed bospad af naar het riviertje de Lomme. We zijn hier aan de middenloop van de Lomme, die van zuid naar noord haar kronkels door dit bosrijke gebied trekt. Het gaat stroomafwaarts en onder de spoortunnel van de lijn Brussel-Luxemburg door tot aan het punt waar een brug ons over de Lomme leidt bij Rocher Marie Gobaille.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vallée de Lomme
Het is hier dat volgens de eerder genoemde legende Marie Gobaille, de heks van Mirwart, die de inwoners van Mirwart en Smuid ’s nachts in de gedaante van een paard behekst, bij een poging van de met stokken bewapende mannen van Mirwart en die van Smuid met aangelijnde wolven in het nauw gedreven is. De wolven worden losgelaten en men gaat haar met stokken te lijf. Het paard wordt in stukken gehouwen, maar de kop blijft ongedeerd en als trofee meegevoerd naar het dorp. De bewoners van Mirwart leven voort als de paardenkopen en die van Smuid als de wolvenjagers.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Lomme - Chapelle St. Monon
Over de brug gaat de route klimmend door het bos A Cwan’tin naar een hoogte van 450 meter. Het bospad zoekt zijn weg slingerend in oostelijke richting tot aan het kapelletje Notre Dame De Bon Secours in het bos Cheny du Mont. Oorspronkelijk in 1833 gebouwd, maar herbouwd in 1866. Een picknickplaats maakt duidelijk dat hier wellicht vaker pelgrims komen. Voor ons een ideale plek voor opnieuw een rustpauze in het uitgestrekte beukenbosperceel. Vanhier gaat de wandeling langs de het kapelletje Notre Dame De Bon Secours bijna noordwaarts tot aan een breed bospad en een duidelijk open gebied waardoor in een strakke lijn hoogspanningsmasten staan opgesteld. Hier even naar links en onmiddellijk weer rechts het bos Dexière Arville in, waar de route met de klok mee verder loopt tot op de kruising van bospaden. Hier wandelen we naar links tot een klein bosbeekje.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Chapelle Notre Dame de Bon Secours
Deze beek steken we over en nemen het pad rechts, dat klimt naar Fagne Wiaupont. Ook hier steken we de kruising van paden recht over en gaan in noordelijke richting verder. Waar een aantal bospaden bij elkaar komen loopt onze route in noordoostelijke richting en daalt af naar de N803 van de doorgaande weg van Saint Hubert naar Grupont. We steken op dit kruispunt recht over en volgen over het asfalt van de Rue du Souvenir de weg naar Awenne. Langs enkel wegkruisen en opnieuw het kerkhof bereiken we ons vertrekpunt bij de Église St. Martin in het centrum van Awenne.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

KAARTEN:

- TopoKaart NGI 1:25 000, 59 / 7-8 Grupont - St. Hubert
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer "Via-Via"
- Deel van de Transardeense Route: traject Nassogne - Masbourg





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 18-10-2008 door C.P.J. Aerssens