DER MALERWEG - DAG 4
Traject Ostrauer Mühle - Schrammsteine - Lichtenhainer Wasserfall - Buschmühle 16 KM

© www.fotoblick.de - Jan Lipowski
Ostrauer Mühle - Ets van Adrian Zingg (1734-1816)

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Ostrauer Mühle
Ongeveer 16 km
Deze etappe van de Malerweg voert vanaf de Ostrauer Mühle bergopwaarts over de Mühlweg en Bauweg naar de Schrammsteine door het Schrammtor. Over de Jägersteig met stalen ladders klimmen we naar het Schrammsteinuitzicht om dan af te dalen naar het Sandloch. Via de Zeughausweg onder langs de Affensteine gaat de route van de Malerweg naar de Lichtenhainer Wasserfall. De Kirnitzsch overstekend leidt de klim ons om de Neuer Wildenstein naar de imposante rotspoort van de Kuhstall. Het laatste stuk gaat door de kloof van de Nasser Grund en over de Flössersteig door het Kirnitzschtal naar de Neumannmühle. Een paar honderd meter scheiden ons nu nog van het eindpunt: de Buschmühle.

ROUTEBESCHRIJVING

De etappe van vandaag start in het Kirnitzschtal bij de Ostrauer Mühle, waar we aan het riviertje de Kirnitzsch vertrekken. Het riviertje de Kirnitzsch ontspringt in Böhmen in het Lausitzer Bergland en vormt hier deels de grens met Tsjechië en de Sächsische Schweiz. Vanaf Hinterhermsdorf slingert zich het riviertje door het romantische en enge Kirnitzschtal over een afstand van 53 kilometer naar Bad Schandau en stroomt daar in de Elbe. Op die laatste 8 kilometer verloopt parallel aan het riviertje de Kirnitzschtalbahn, een smalspoor tramlijntje van Bad Schandau naar de Lichtenhainer Wasserfall. De plannen voor dit elektrische trammetje ontstaan in 1893 en worden in 1898 gerealiseerd als toeristisch treintje dat tussen mei en oktober pendelt tussen Bad Schandau en de Lichtenhainer Wasserfall. Bij een brand op 26-27 juli 1927 gaan bij een brand alle trams en wagons in vlammen op en wordt tijdelijk gebruik gemaakt van materiaal van de Lössnitzbahn tot het nieuwe materiaal van MAN beschikbaar is. In 1945 wordt de Kirnitzschtalbahn stil gelegd bij gebrek aan reservemateriaal en pas in 1952 wordt de dienstregeling hervat. Een ongeluk in 1969 is bijna de ondergang en in 1977 neemt men trams, tussen 1938 en 1944 gebouwd voor Erfurt, over van de Lockwitztalbahn. Nieuwe trams van het type B2-62 komen beschikbaar in 1984 en een eerste reconstructie van het traject gebeurt tussen 1985 en 1990 en daarna nog in 2003-2004.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kirnitzschtal - Kirnitzschtalbahn
Als vertrekpunt hebben we gekozen voor de tramhalte van de Kirnitzschtalbahn aan de Ostrauer Mühle. Nu een camping maar in 1661 is hier een watermolen gebouwd door Balthasar Witscherling, die een houtzagerij begint. In 1794 zet Johann Christian Zschachlitz (1707-1757) er een maalmolen bij. Vanaf 1909 wordt er enkel nog hout vermalen voor het vervaardigen van linoleum, bestemd voor de fabriek in Kohlmühle in het Sebnitzbachtal. Deze productie wordt nog even voortgezet na de brand en opbouw in 1950. Het herbergen van wandelaars en kampeerders komt op, wat uitgroeit tot de eerste Camping in de DDR in 1979. De watermolen wordt waterkrachtcentrale en voorziet vanaf 1994 met een 30 kW turbine de camping van stroom. Aan de westzijde van de camping steken we bij de brug de Kirnitzsch over en wandelen achter de camping de helling op in het bos en slaan naar rechts af de routemarkering van de Malerweg volgend tot we op een onverhard pad komen. Hier buigen we naar links af. Op dit kruispunt van wegen is er een aftakking naar Bad Schandau. Wij gaan meteen naar rechts over de Liebenweg en houden de richting naar de Schrammsteine aan naar de Falkenstein met zijn opvallende vorm, die als een ronde rots vrij in het landschap ligt. Vervolgens gaat de route richting Grosses Schrammtor en bereiken we na bijna 500 meter het pad dat onder aan de voet van de Schrammsteine door het Grosses Schrammtor ons doorgang verschaft naar de Schrammsteine. Hier banen we ons een weg door het zand en is er nauwelijks begroeiing.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Schrammsteine - Wildschützensteig
Vanaf het Grosse Schrammtor verloopt de Malerweg naar links over de Wildschützensteig, aangelegd in 1890 over steile stenen treden en smalle stalen ladders, tot op de Schrammsteine met fraai uitzicht op de verschillende rotsformaties. Nu gaat de route verder over de Schrammsteinweg en Jägersteig, opnieuw over stalen steile trappen, die om goed opletten en concentratie vragen. Zo komen we aan het Breite Kluft uitzichtpunt, waar een vlakke rotsformatie opnieuw een prachtig panorama biedt op de Schrammsteine. De Malerweg volgen we van hier nog zo’n kleine 2 kilometer om dan naar links de wandeling voort te zetten in de richting van de Dom. Het pad slingert nog een stuk langs de rotswanden om dan af te dalen van Kleine Dom over een groot aantal treden langs de Carolafelser. Door het mulle zand van de Sandlochweg komen we aan de splitsing met de Zeughausweg, die we vervolgen. Hier verloopt de Malerweg onderlangs de Affensteine over een brede gemakkelijke onverharde weg. Voorbij de rotsformatie van de Blossstock buigt de weg naar links en komt uit in het Kirnitzschtal bij Beuthenfall. Er volgt en stuk van 600 meter over het drukke asfalt in de richting van de Lichtenhainer Wasserfall.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Panorama Schrammsteine
Hier bij Gasthof Lichtenhainer Wasserfall stroomt de Lichtenhainer Dorfbach met een waterval in het riviertje de Kirnitzsch. Het is Wilhelm Leberecht Götzinger (1758-1818), die al in 1804 in zijn reisgids “Schandau und seine Umgebungen“ deze waterval beschrijft. De van oorsprong kleine waterval, die over een 5 meter hoge zandsteenrots het Kirnitzschtal instroomt, is voor de toeristen niet spectaculair genoeg en zo wordt er in de beek in 1830 een stuw gebouwd met een klep, die handmatig kan worden opengetrokken voor een “echte” waterval. De eigenaar van Gasthof Lichtenhainer Wasserfall, dat in 1852 gebouwd is, heeft hiervoor het alleenrecht. Zijn het in de 19e eeuw de wandelgidsen, de lastdierverhuurders en dragers, die de toeristen naar deze attractie brengen, vanaf 1898 vervoert de Kirnitzschtalbahn honderdduizenden toeristen hiernaar het eindstation. De oude tarieven zijn nog aangebracht op het schuurtje. In 1994 is de kunstmatige waterval gerestaureerd en wordt de attractie akoestisch ondersteund.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kirnitzschtal - Gasthof Lichtenhainer Wasserfall omstreeks 1860
Voorbij de Lichtenhainer Wasserfall en Gasthof Lichtenhainer Wasserfall steken we op de parkeerplaats de stenen brug over van de Kirnitzsch. Het is een klim tot aan het waterbron Münzborn, waar we de Kuhstallstrasse aanhouden, die pas echt klimt rond de 337 meter hoge Neuer Wildenstein, waarop in de Middeleeuwen een roofridderburcht is geweest. Vandaag de dag zijn er enkel nog muurresten, trappen en rotstekeningen zichtbaar. Deze burcht heeft toebehoord aan het Böhmische adellijke geslacht van de Familie Berka von der Dubá en is in 1409 door Hinko II von Dubá gebouwd, die de burcht in 1410 overdraagt aan zijn zoon Heinrich von der Dubá, waarbij de Herrschaft Wildenstein gescheiden wordt van Hohnstein. De burcht wordt uitgebouwd maar door allerlei ruzies en vererving vervalt het geslacht Berka von der Dubá tot roofridders. Door hun rooftochten in Saksen en het bisschoppelijk gebied van Meissen en het gebied van de Lausitzer 6 Stedenbond wordt de Familie Berka von der Dubá gericht bestreden. Zo belegeren het Kurfürstentum Sachsen en Lausitzer 6 Stedenbond in 1425 de burcht Wildenstein, die in 1435 wordt ingenomen. Ondanks bemiddeling door Keizer Sigismund (1368-1437) breken de Berkas von der Dubá de afspraken en moeten in 1451 het veld ruimen en wordt de burcht ontruimd.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kuhstall - Aquarel van Carl Gregor Täubert (1778-1861)
Voorbij Neuer Wildenstein komen we aan de volgende grote toeristische attractie op de Malerweg: de Kuhstall, een imposante rotspoort, die 11 meter hoog, 17 meter breed en 24 meter diep is. Dit natuurfenomeen dankt zijn naam wellicht aan het feit dat hier tijdens de 30-jarige oorlog het vee verstopt is voor rovende Zweedse soldaten. Ook vermoedt men dat de bewoners van de roofridderburcht Neuer Wildenstein hier het vee van hun rooftochten hebben ondergebracht. In de vroege 19e eeuw wordt de Kuhstall door de landschapsschilders van de Duitse Romantiek één van de belangrijkste uitstapjes aan de Malerweg en is zo een van de meest geschilderde taferelen van de Sächsische Schweiz. Julius August Walter von Goethe (1789-1830) bezoekt in 1819 deze plek en vertelt over de vriendelijke bediening in de uitspanning, die later wordt uitgebouwd tot Gasthaus Am Kuhstall. Onder de rotspoort van de Kuhstall door komen we aan het uitzicht over het Wildensteiner Wald.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kuhstall - De Nasse Schlucht
Vanaf de Kuhstall en Neuer Wildenstein gaat de wandelroute van de Malerweg een nieuwe afdaling in de Nasse Schlucht naar beneden. Onder in de kloof buigt het pad naar links en verloopt verder over de Haussteig door de mooie Ferkelschlüchte naar links tot bijna onder in het Kirnitzschtal. Opletten dat je de route van de Malerweg naar rechts voor je aan de Felsenmühle komt niet mist! Deze Felsenmühle staat aan de Kirnitzsch en is nog als houtzagerij in gebruik. De watermolen is in 1663 door Christoph Storm gebouwd om het hout van de grote stormschade in 1660 te verwerken, maar wordt pas voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1745. Die oude watermolen, die dan dienst doet als graanmolen en houtzagerij voor de boeren uit Ottendorf, wordt in 1872 afgebroken bij de aanleg van de nieuwe weg door het Kirnitztal en verplaatst naar de andere oever van de Kirnitzsch als houtzagerij met een vermogen van 40 PK. De Felsenmühle is dan een van de krachtigste watermolens in het Kirnitzschtal. Het voormalige woonhuis van de molenaar op de andere oever is nu als Pension en Gasthaus Felsenmühle.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kirnitzschtal - Ets Neumannmühle omstreeks begin 19e eeuw
De route van de Malerweg gaat net voor de Felsmühle naar rechts en verloopt na de houtzagerij direct op de zuidoever van de Kirnitzsch stroomopwaarts over de Flössersteig. Dit pad vindt zijn oorsprong in het vlotten van boomstammen op de Kirnitzsch vanaf de Middeleeuwen tot in de 20e eeuw, maar vooral in de periode tussen 1839 en 1880. Dit vlotten is met de bosbouw een belangrijke bron van inkomsten in het Elbsandsteingebirge en in het lastig toegankelijke Kirnitzschtal. Door het stuwen van het riviertje kunnen over een afstand van 25 kilometer tot aan de Elbe in Bad Schandau vanuit het achterland van de Sächsische Schweiz grote hoeveelheden hout tijd- en kostensparend getransporteerd worden. Op de Elbe wordt dan dit hout dan per schip vervoerd als brandhout naar Dresden en vanaf de 18e eeuw naar de porseleinfabrieken van Meissen. Aan het einde van de 19e eeuw raakt het vlotten in onbruik door de aanleg van een weg in het Kirnitzschtal, waardoor het vervoer over de weg makkelijker wordt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kirnitzschtal - Neumannmühle
Aan het einde van de Flössersteig komen we bij de Neumannmühle. Deze watermolen ligt aan de Kirnitzsch, waar de bergbeek Grosse Zschand in de Kirnitzsch uitstroomt. Al in de 14e eeuw is hier een kleine houtzagerij op waterkracht en het is de enige watermolen in het Kirnitzschtal, die gezien de bouw bijna nog in oorspronkelijke staat verkeert. Het oudste deel van de Neumannmühle is een zaagmolen met slechts één zaagblad en minstens 450 jaar oud. Sinds 1791 is de watermolen volgens de familiekroniek ononderbroken in bezit geweest van de Familie Neumann. Omstreeks 1871 wordt in de Neumannmühle een houtmalerij aangebouwd, waar hout wordt vermalen tot houtpulp, een grondstof voor de papierfabrieken in het Sebnitztal. Zo’n 300 kilo houtpulp wordt per dag geproduceerd en dit is gedaan tot 1945. De houtzagerij, die met het verticale zaagblad in 12 uur ongeveer 65 tot 69 planken van 3 meter lengte kan zagen, blijft in bedrijf tot 1957. Daarna raakt de molen in verval, maar vanaf 1990 vinden grote restauratie werkzaamheden plaats aan gebouw en technische installatie. Met het oprichten van de Verein Schauanlage Neumannmühle in 1996 komt het onder monumentenzorg en wordt het een museum. Tegenover de watermolen vinden we Gasthaus Neumannmühle waar wandelaars kunnen overnachten.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kirnitzschtal - Buschmühle 1790
Na de Neumannmühle is het nog slechts een paar honderd meter naar de Buschmühle, waar het eindpunt van deze etappe ligt. Ook deze Buschmühle is van de vele watermolens, die in het Kirnitzschtal gebouwd zijn langs de Kirnitzsch. Het zijn voornamelijk houtzagerijen en houtpulpmolens. De Buschmühle is de laatste molen die we op onze dagwandeling van de Malerweg zullen aandoen en waar we intrek nemen in Gasthaus Buschmühle.

Aansluitend traject
Buschmühle- Räumichtmühle - Altes Zeughaus- Grosser Winterberg - Schmilka

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN:

- Topokaart 1:25 000, Wanderkarte Nationalparkregion Sächsische Schweiz mit Malerweg, Leporello Publicpress, ISBN 978-3-89920-451-3, € 4,95
- Topokaart 1:30 000, Wandelkaart 761 Elbsandsteingebirge-NP Sächsische Schweiz, Kompass, ISBN 9783854913689, € 9,95
- Topokaart 1:30 000, Das Wanderkartenset zum Malerweg, Sachsen Kartographie GmbH Dresden, ISBN 978-3-932281, € 6,50

GIDSEN:

- Rother Wanderführer, Elbsandsteingebirge, Die schönsten Touren in der Sächsischen Schweiz, 51 Touren , Franz Hasse, ISBN 978-3-7633-4191-7, € 13,30
- Fernwanderweg Malerweg, Wanderführer und Karte 1:35 000, Verlag Esterbauer, ISBN-13 9783850005142, € 13,90
- Der Malerweg: Wanderführer und Karte, Berg- & Naturverlag Rölke, ISBN: 978-3-934514-19-5, € 18,90





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 01-09-2011 door C.P.J. Aerssens