DER EIFELSTEIG - DAG 8
Traject: Alendorf - Mirbach - Nohner Mühle 19 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
Alendorf - Kalvarienberg

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Alendorf
Ongeveer 19 km
Dit dagtraject start met de kruisweg over de Kalvarienberg. Vanaf het hoogste punt hebben we een panoramisch uitzicht over de Kalkeifel. Weer beneden verloopt de route door het brede Lampertsbachtal, dat door de kalkrijke bodem een unieke flora heeft. Voorbij het monument waar op 4 april 2009 officieel de route van de Eifelsteig in gebruik is genomen wandelen we door het kleine Mirbachtal naar Mirbach met zijn in Wilhelminische stijl gebouwde Erlöserkapelle. Door het Oberbusch en over wijdse hoogvlakten, langs steengroeven, kleine beekdalen en door het dal van de Ahbach bereiken we na de Dreimühlen Wasserfall de Nohner Mühle.

ROUTEBESCHRIJVING

We vertrekken vanuit Alendorf, gelegen op de waterscheiding tussen de bronnen van de Ahr en Kyll temidden van drie met jeneverbesstruiken begroeide kalkhellingen: de Kalvarienberg (524 m), de Eierberg (548 m) en de Hammersberg (524 m). In de Romeinse tijd loopt hierlangs een Heirbaan vanuit Jünkerath via Esch, Alendorf en Waldorf naar Blankenheim en is er een Romeinse nederzetting. Vanaf het jaar 400 wordt dit gebied door de Franken bewoond. Het zijn akkerbouwers, die zich hier vestigen vanwege de vruchtbare grond van de "Alendorfer Kalkmulde". In een oorkonde uit 1271 wordt het dorp vermeld als Aldhindorph en in 1277 als Aldendorp. Mogelijk betekent deze naam “Altes Dorf” (oud dorp) of “Dorp van Aldo”, een afkorting van Aldebrando, een oude Duitse voornaam.

In 1253 draagt de Abdij van Malmedy het patronaat over Alendorf over aan het klooster in Frauenkron. Vanaf 1277 is Gerlach van Dollendorf en Kronenburg patronaatsheer, daarna in 1289 de abdij van Steinfeld en na 1317 de Johanniterorde. Alendorf is een van de oudste parochies van het dekenaat Blankenheim en wordt in de eerste parochielijst uit de 13e eeuw als Aldendorp vermeld. In het midden van de 14e eeuw wordt Alendorf bij de Heerlijkheid Jünkerath gevoegd. Vervolgens komt het dorp in 1498 in bezit van Graaf Johann I von Blankenheim en blijft tot aan de Franse Revolutie in 1794 in het bezit van de Graven van Blankenheim. Vanuit Alendorf emigreren inwoners naar Noord-Amerika. Zo hebben Amerikaanse families met namen als Molitor, Lenz, Vogelsberg en Hecker hun wortels in het kleine Eifeldorp. Ze vestigen zich in de staten Illenois, Wisconsin en Ohio, waar het grootste deel van de bevolking uit Duitse kolonisten bestaat en daar van de akkerbouw leven.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Alendorf - Kalvarienberg met panoramisch uitzicht
Net buiten Alendorf is een parkeerplaats en hier pakken we de markering van de Eifelsteig op bij het bedevaartskerkje St. Agatha met het ernaast gelegen klein oorlogskerkhof waar een 70-tal Duitse soldaten zijn begraven, die tijdens de zware beschietingen in de winter van 1944-1945 aan de Ahr het leven hebben gelaten. Voor ons ligt de Kalvarienberg, die oprijst in het landschap en waarop het kruis op het hoogste punt duidelijk zichtbaar aanwezig is. Het is Graaf Salentin Ernst von Blankenheim (1644-1694) die als vrome vorst met te weinig geld voor een pelgrimsreis naar het Heilige Land hier op deze plek een kruisweg opstelt met een zevental zandstenen kruiswegstaties, die naar de top van deze uitzichtberg loopt. De 524 meter hoge Kalvarienberg is zo een plek, waar de hemel dichtbij is, niet alleen tijdens de processies in de Goede Week. Hier immers heeft het Naturpark Nordeifel ook een spectaculaire "Eifel-Blicke" opgesteld met een panoramisch uitzicht tot wel 20 kilometer bij helder zicht.

Als we de helling van de Kalvarienberg afdalen om de Eifelsteig te vervolgen, voert de route ons tussen de vele slanke jeneverbesstruiken door naar de Lampertsbach. Het gebied van de Lampertsbachtal is bekend om zijn unieke hellingen met deze jeneverbesstruiken, hier Wacholder genoemd. Deze conifeer is een altijd groene boom of struik, die in het wild groeit op de vlakten van Europa, de takken spreiden zich soms fier recht omhoog maar ook vaak grillig in alle richtingen. De boom heeft een roodbruine bast en het sap uit de boom vormt een dikke harslaag op de stam en takken. Jeneverbessenstruiken hebben gele mannelijke bloemen en groene vrouwelijke op aparte planten. De blaadjes zijn naaldvormig. De bessen zijn geen echte bessen maar zijn eigenlijk de blauwzwarte, zachte schalen van de sparappels, die bij de jeneverbes zacht en vlezig zijn. Deze bessen zijn pas rijp na twee jaar en bevatten ook medicinale stoffen, die o.a. gebruikt worden in massageolie voor of tegen reuma en spierpijn. Meer bekend is hun culinair gebruik in zuurkool en als grondstof tijdens de bereiding van jenever en gin.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Alendorf - Op weg in het romantische Lampertbachstal
We volgen de Lampertsbach stroom opwaarts. Het dal van de Lampertsbach ligt in een tamelijk beschut en warm gedeelte en dit wordt nog versterkt door de beschermende heuvels rondom. Het gebied heeft een kalkrijke bodem, droge naast natte gebieden en de invloed van veel of weinig zon is duidelijk merkbaar. Het belangrijkste echter is het beheer van gronden. Sommige stukken worden al honderden jaren door schapen begraasd waardoor verruiging of bosvorming wordt tegengegaan. Deze agrarische werkwijze en het beheer dragen bij aan het in stand houden van dit unieke natuurgebied. Aan weerszijden van de Lampertsbach liggen uitgestrekte vochtige graslanden, waar in juni duizenden bloemen bloeien. De flanken van het dal bestaan uit droge krijthellinggraslanden beplant met grove dennen. De vochtige hellinggedeelten zijn begroeid met beukenbos. De ondergroei van deze kalkbeukenbossen is rijk aan allerlei bijzondere planten: zoals het longkruid, het boswalstro en de gele anemoon. In de lucht boven dit dal zweven regelmatig roofvogels: zoals de buizerd en rode wouw.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Lampertsbachtal - Plaquette opening Eifelsteig 4 april 2009
De route van de Eifelsteig verloopt eerst aan de linkerzijde van de beek, die meanderend haar weg zoekt in dit romantische dal. Een routeaanduiding brengt ons via doorwaadbare plaats met een bruggetje over de Lampertsbach langs de bosrand tot aan de plek waar een rotsblok met plaquette duidelijk maakt dat hier op 4 april 2009 de Eifelsteig op de grens van Nordrhein-Westfalen en Rheinland-Pfalz officieel in gebruik is gesteld. Even verderop, op de plek waar de Mirbach samenvloeit met de Lampertsbach wandelen we naar rechts en verlaten het brede dal en volgen de Mirbach al klimmend stroom opwaarts door het stille dal. Zo bereiken we de eerst huizen van het kleine Eifeldorpje Mirbach met zijn imponerende Erlöserkapelle.

De naam Mirbach wordt voor het eerst vermeld als Keizer Lodewijk de Vrome op 8 november 816 in een oorkonde een bosperceel aan de Abdij van Prüm in de Eifel schenkt. In het "Liber aureus" van de Abdij van Prüm is dit neergeschreven: "inde ad merbach finit", wat zoveel bekent als: ”dat aan de Merbach ophoudt”. Deze kleine beek, die in de Ahr uitmondt, ontspringt uit een van de talrijke kratermeren en heeft als oude namen: Merbach of Meyrbach, die later verbasteren tot Mirbach. Ook een afleiding van de oude Keltische naam mar, me of mir voor "stromende beek" is denkbaar. Mirbach is ook de bakermat van een oeroud adellijk geslacht uit het Rijnland met die naam. In de tweede helft van de 13e eeuw duikt voor het eerst de naam Theodoricus, Heer van Mirbach op in een oorkonde. Dit oude adelijke geslacht maakt ook deel uit van de Rheinische Ritterschaft, opgericht op 21 januari 1837 in het toenmalige koninkrijk Pruisen, maar heeft in de 19e eeuw nog weinig binding met het dorpje Mirbach.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mirbach - Erlöserkapelle
Toch is het de Protestant Ernst Freiherr von Mirbach, nazaat van de Familie Mirbach, kamerheer en vriend van Keizer Wilhelm II, die op zoek naar zijn familiewortels op een heuvel in de buurt van het kleine Mirbach een namaak kasteelruine uit 1901, één van de merkwaardigste kunsthistorische objecten in de Eifel, en in 1902 de imposante Katholieke Erlöserkapelle laat bouwen. Aanleiding voor dit kerkgebouw is de dood van een dochter en de voltooiing van de Verlosserkerk in Jeruzalem 1898. Het wordt een merkwaardig bouwwerk in Neo-Romaanse en Oud-Duitse stijl naar eigen idee en gerealiseerd door de Berlijns architect Max Spitta (1841-1902) en Franz Schwechten (1841-1927), de bouwmeester van de Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche in Berlin. Het geld wordt bijeen gebracht door de familie Mirbach, leden van het Evangelisch Kirchliche Hilfsverein en de Evangelische Kirchenbauverein in Berlin, maar ook het Duitse keizerpaar. De bouw begint op 9 april 1902 en ingewijd door Vicarisgeneraal Reuss uit Trier op 25 september 1903. Keizer Wilhelm II brengt er op 20 oktober 1906 een bezoek.

Toch is de bouw van de Erlöserkapelle van Mirbach niet onomstreden. Ze wordt meer gezien als een gedenkplek van de familie Mirbach, omdat het dorp geen behoefte heeft aan een gebedshuis en niet de financiële middelen heeft het gebouw te onderhouden. Zo blijft de kerk ook na WOI eigendom van Freiherr Ernst von Mirbach en draagt hij zorg voor het onderhoud en de financiën. Maar bij gebrek aan geldelijke middelen raakt de kerk in verval. In 1956 schenkt de familie Mirbach de kerk aan de gemeente en deze wordt door Landkreis, Land en bisdom tussen 1956 en 1959 en daarna nog eens in1974-1975 ingrijpend gerestaureerd. Door een massief eikenportaal betreden we de kerk. In het interieur vallen de pronkvolle mozaïeken op van August Oetken (1868-1951), die al eerder met de architect Max Spitta heeft samengewerkt. Het zijn voor die tijd de top kunstenaars van het Duitse Keizerrijk van Wilhelm II (1890-1918) die voor de bouw verantwoordelijk zijn. Dat geldt ook voor het mooie beeldhouwwerk van Rudolf Bauer.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Erlöserkapelle Mirbach - Mozaïek met de 4 aartsengelen van August Oetken (1868-1951)
Vanaf de Erlöserkirche dalen we over de trappen af naar de Mirbach en volgen de route een klein stukje langs de beek. Naar links gaat het onder de L26 door om dan meteen weer naar links een veldweg in te slaan, die ons omhoog leidt tussen de akkers en weilanden door. Vanhier hebben we een prachtig zicht op de Erlöserkapelle van Mirbach, die gelegen op een heuveltje duidelijk boven Mirbach uitsteekt. Gestadig stijgen we de markering volgend tot aan de bosrand en slaan linksaf. Op een kruising van halfverharde paden bij een wegwijzer kiezen we voor de richting Leudersdorf-Kerpen. Hier volgen de het bospad dat eerst nog licht stijgt om dan geleidelijk weer te dalen. Het pad zoekt slingert met ruime bochten zijn weg door het Oberbusch. We steken de Michelsbach en de Etzelbach over en eerst een scherpe bocht naar rechts om de heuvelrug. Dan is het oppassen. Met de bocht naar links verlaten we het bospad en krijgen we zicht op een open stuk weiland. Voor ons doemt een Schutzhütte op, waar de Junggesellenverein van Leudersdorf in de zomermaanden hun feesten vieren.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Op pad in het Oberbusch
We dalen licht vanaf de hut om dan naar rechts over de Weiherbach het weidegebied ten zuiden van Leudersdorf te betreden. Een veldweg volgen we tot een T-splitsing, waar we naar rechts in de richting van een communicatiemast wandelen. Hier aangekomen gaat de route naar links langs de bosrand. We steken het dennenbos door en over het asfaltweggetje gaat de route verder tussen de weilanden door tot de K69, die we oversteken. Een klein stukje verder doen we dit opnieuw bij de L10 en lopen door tot aan het hekwerk van de waterleiding. Hier opnieuw naar links langs de bosrand tot we aan onze rechterzijde een steengroeve krijgen. Steeds rechtdoor tot we even verderop naar links inslaan tot bijna aan de bovenloop van de Mühlenbach. Na een paar honderd meter naar rechts tot we het asfalt van de K70 bereiken bij Paulushof.

Op de K70 wandelen we ongeveer 7 meter naar links om dan over de Mühlenbach rechtsaf de oever van dit kleine beekje te volgen in oostelijke richting tot aan de grote steengroeve. We gaan over een brug van de voormalige spoorlijn naar rechts en blijven parallel aan de fietsroute de veldweg volgen. Zo komen we in het Ahbachtal met het riviertje de Ahbach, die hier het centrale deel van de oostelijke Hillesheimer Kalkmulde met gesteende uit de Midden-Devoon doorsnijdt. De hellingen zijn begroeid met beukenbos met veel parelgras erin. In het Ahbachtal vinden wij een rijke kalkflora met langs de beek onder meer blauwe en gele monnikskap. Andere bijzondere planten in dit dal zijn klein wintergroen, brave Hendrik, elsbes, rode kamperfoelie, bleek bosvogeltje, stofzaad, knikkend nagelkruid, alpenbes, steenbraam en prachtklokje.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ahbachtal
De Ahbach volgend staan we plotseling bij de Nohner of Dreimühlener Wasserfall, in de volksmond ook wel "Drömmeler Spröetz" genoemd. Deze kalksteenwaterval wordt in 1938 als natuurmonument aangewezen. De waterval is ontstaan uit drie sterk carbonaathoudende bronbeken van de Ahbach. Ze bevatten circa 200 milligram calcium per liter. Het water heeft een temperatuur van 8° C. Deze drie bronbeekjes hebben sinds het einde van de Laatste IJstijd (circa 10.000 jaar geleden) een 300 meter lange en 100 meter brede kalkband afgezet. Hier bovenop ligt de ruïne Dreimühlen. Als in 1912 de spoorweg tussen Lissendorf aan de Kyll en Dümpelfeld aan de Ahr gebouwd wordt, worden de drie bronbeekjes tot één grote stroom samengevoegd. Hierbij wordt het water onder het baantracé door geleidt en hierdoor groeit het kalklichaam niet meer over een breed front, maar slechts in één smalle vooruitstekende punt, die langzaam steeds verder het dal van de Ahbach ingroeit. De kalkneus is nu reeds negen meter in het Ahbachdal geschoven en bereikt op de plek waar het water naar onder valt een hoogte van circa 5 meter. Toch wordt gevreesd dat de waterval in haar huidige vorm haar langste tijd gehad heeft omdat er in de vooruitspringende punt een brede scheur te zien is. Echt erg zou dat overigens niet zijn, want ieder jaar opnieuw groeit de waterval weer verder uit.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ahbachtal - Dreimülen Wasserfall
Het gesteente in de buurt van deze Dreimühlener waterval maakt deel uit van de Cürten-Formatie van het Bovenste Midden-Devoon. Onder de 13 meter dikke kalklaag, die bestaat uit lagen met veel Brachiopoden en die de marmerwand ten westen van de waterval vormt, ligt mergel. Boven op de mergel verzamelt zich het water dat door spleten en holtes in de kalk- en dolomietgesteentes van het badkuipvormige middendeel van de Hillesheimer Mulde naar dit punt stroomt. Het Ahbachtal snijdt deze aquifer (watervoerende laag) aan en het water treedt aan de voet van de marmerwand uit krachtige bronnen naar buiten. Met name in het mos zet de kalk zich af. Dit komt omdat er in het bronwater een hoog gehalte aan CO2 aanwezig is hetgeen zorgt voor het vrijkomen van de kalk en ook het snelle uitvallen van de kalk bij het stromen over het mos en allerlei planten verklaart. Het CO2 is hierin terecht gekomen vanuit het vulkaangebied nabij Hillesheim en Gerolstein. Tussen het verharde mos ontstaan holle ruimtes en daarboven groeit de kalkpunt met 12 tot 13 centimeter per jaar, waarbij er jaarlijks meer dan 4,4 ton kalk wordt afgezet.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ahbachtal - Nohner Mühle
We volgen het nu smalle pad dicht langs de oever van de beek, nu eens klimmend, dan weer dalend. Daar waar de Ahbach met een ruime bocht om de beboste helling maakt, nemen wij de routemarkering van de Eifelsteig naar rechts om dan even verderop weer bij de beek uit te komen. Vanhier lopen we door naar de Nohner Mühle, het eindpunt van onze dagwandeling. Deze historische banmolen ligt aan de bovenloop van de Ahbach en is omgeven door hoog oprijzende kalkmergelrotsen. Het kleine restaurant waarin oorspronkelijk de molen is geweest, biedt gelegenheid om na te genieten van dit prachtige traject van de Eifelsteig door een aantal romantische beekdalen.

DAG 9
Traject: Nohner Mühle - Niederehe - Kerpen - Berndorf - Hillesheim 14 Km

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- Wanderkarte Eifelverein 1:25 000, NR. 5 Kall - Kommern - Mechernich - Nettersheim
- Wanderkarte Eifelverein 1:25 000, NR.16 Urlaubsregion Hillesheim

GIDSEN:

- Wanderführer Eifelsteig, Hans-Peter Schmitz, Teil 1: Aachen - Blankenheim, ISBN 978-3-921805-565
- Eifelsteig Wanderführer, Christiane Rüffer-Lukowicz, Jochen Rüffer, ISBN 978-3-761622-094
- EifelSteig Schöneres Wandern Pocket, Ulrike Pollert, Wolfgang Todt, ISBN 978-3-934342-286





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 28-10-2009 door C.P.J. Aerssens