TOUR DU BOULONNAIS - GR128
Traject St. Tricat - Forêt de Guînes - Licques 21 km


Routemarkering GR128 en GRP Tour du Boulonnais

De Boulonnais is de streek die het achterland van de Côte d'Opale vormt en ligt tussen de kustplaatsen Boulogne-sur-Mer en Calais. Het bestaat grotendeels uit het “Parc Naturel Regional des Caps et Marais d'Opale". Het landschap is sterk heuvelend en groen, waarin zich enkele grote bossen bevinden, zoals het Forêt de Guînes, het Forêt de Boulogne en het Forêt de Desvres. Naast de vele lokale wandelroutes loopt door dit gebied de GR128, de Frans-Vlaanderenroute. Deze 175 km lange wandelroute loopt bijna helemaal op Frans grondgebied en verbindt Wissant met zijn Victoriaanse sfeer aan de Côte d'Opale met Kemmel in het West-Vlaamse Heuvelland. Vanhier gaat de GR 128 dwars door het "historische" Vlaanderen tot in de buurt van Aken. De andere route is de GRP “Tour du Boulonnais” die voor een groot gedeelte ook de GR128 volgt maar in de buurt van Licques door het Forêt de Desvres en het Forêt de Boulogne richting de kust boven Boulogne-sur-Mer afbuigt. Deze route volgt de buitengrenzen van de Boulonnais.

Het “Parc Naturel Regional des Caps et Marais d'Opale" vormt het hart van het gebied tussen Boulogne-sur-Mer, Calais en St. Omer. De grens wordt enerzijds gevormd door de 51 kilometer kustlijn met bijna verlaten stranden, met duinen, estuaria en kliffen, zoals de beroemde Cap Gris-Nez en Cap Blanc-Nez. Aan de oostkant vinden we moerassen, rijk van verschillende honderdtallen soorten van vogels, waaronder zeezwaluw, gekuifde fuut, visarend, waterhoen en grote aalscholver. Hiertussen ligt een mozaïek van volkomen nieuwe, ongewone landschappen, waar coulisselandschap, moeras, vlakten, dalen en heuvels tot 200 meter elkaar afwisselen. De wandelaar kan er genieten van een verrassend landschap met unieke vergezichten. Zo heeft de Boulonnais een prachtig landschap, dat veel gelijkenis vertoont met de Ardennen (de kust even buiten beschouwing gelaten), waar de rust niet wordt verstoord door overbevolkte toeristische centra en het uitzicht nergens wordt belemmerd door zaken die er niet thuishoren.


ROUTEBESCHRIJVING

Het traject van de GR128 en de GRP “Tour du Boulonnais” dat we onder de wandelschoenen nemen, begint in St. Tricat, een dorpje gelegen onder de rook van Calais en op slechts een paar kilometer van het grote spoorwegcomplex, waar de TGV wordt beladen om vervolgens vanaf hier door de kanaaltunnel naar Engeland te vertrekken. Het dorp heeft een rijk historisch verleden: stond tot aan de Middeleeuwen onder Romeinse overheersing om daarna in de 16e eeuw bezet te worden door de Engelsen. We starten onze wandeling in de Rue de l’Église bij de kerk. De toren van de kerk in St. Tricat is een overblijfsel van het voormalige klooster van de Premonstratenzers, een orde die in 1121 het levenslicht zag in het Noord-Franse Prémontré, en stamt uit de 12e eeuw. Het schip is in de 17e eeuw aangepast. We lopen westwaarts tot aan de D246, gaan even naar links en vervolgens de Chemin de Leulène in, een oude Romeinse weg die ons naar het gehucht Leulingue brengt. We staan nu binnen zichtafstand van de TGV. Het pad voert ons opnieuw naar links en verloopt van de spoorbaan vandaan in zuidoostelijke richting. Het landschap is open en we hebben zicht naar rechts op het dorp Hames-Boucres.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Guînes - Spoorbaan TGV Parijs - Londen
We lopen door tot aan de D231 bij de laatste huizen van Hames-Boucres, steken over om even verderop rechts aanhoudend de D244, de doorgaande weg van Guînes naar Wissant te kruisen. Het voetpad brengt ons langs L’Ermitage tussen de velden door naar de D231. Het is de verbindingsweg van Guînes met Marquise. Hier is het even opletten geblazen, omdat door de aanleg van de TGV-lijn het oorspronkelijke traject van de GR128 moest worden aangepast. We moeten eerst onder de spoorbaan door om daarna meteen linksaf over de halfverharde weg richting Forêt de Guînes te lopen. De rood-witte routemarkering laat ons direct achter de eerst bomen langs de halfverharde weg door het bos onze wandeling vervolgen. Het Forêt de Guînes is in een groot aantal rechthoekige percelen ingedeeld en de GR128 volgt de perceelafscheidingen. Het gaat tussen de percelen 3,4 en 8,9 door tot aan de D127, opnieuw een secundaire weg vanuit Guînes nu naar Fiennes. We slaan hier af naar links om even voor het viaduct over de TGV-lijn naar rechts te gaan. Op dit punt hebben we in noordoostelijke richting zicht op Guînes.

Guînes is een oud stadje waarvan de geschiedenis terug gaat tot in de tijd van de Noormannen. In 1351 werd de stad ingenomen door de Engelsen, die het behielden tot 1558. Hertog François de Guise bevrijdde het graafschap in 1558. Rond 1579 vestigden zich in Guînes Hugenoten uit de Nederlanden en die bleven er tot 1663. Pas eind 16de eeuw volgde de verfransing en heerste er voorspoed door de bloeiende handel.Op een verhoging midden in het dorp, waar eertijds het kasteel stond, zien we nu de “Tour de l’Horloge” (1763) gebouwd door Pascal Lefebvre. Het onderste deel was gevangenis tot 1794, nu is er het museum ondergebracht. Vanaf dit viaduct hebben we naar rechts over de uitgestrekte landbouwgronden ook zicht op plek die Camp du Drap d’Or wordt genoemd. Hier had in 1520 de bekende ontmoeting plaats tussen François I en Hendrik VIII. De koningen van Frankrijk en Engeland komen van 7 tot 24 juni 1520 op het platteland tussen Ardres en Guînes samen. Hun gesprek vindt in een luxe tentenkamp, vandaar de naam Camp du Drap d’Or, met toernooien en feesten. Deze ontmoeting heeft betrekking op de handhaving van het Europese evenwicht. François I wil de steun van Hendrik VIII winnen in zijn houding naar Duitse Keizerrijk waar Keizer Karel V een jaar eerder tot keizer was gekozen. Maar de toenadering van Hendrik VIII met Keizer Karel V twee weken later, wiste de hele winst uit die François I dacht uit deze samenkomst te halen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Guînes - Forêt Domaniale de Guînes
De rood-witte route van de GR128 voert ons een weinig omlaag door perceel 12 om dan de Laie des Poulets d’Inde over te steken en dan weer omhoog te lopen naar de Laie du Fond de Justice. Als we oversteken bereiken we na goed 600 meter een verharde weg. Rechts van ons is het Maison Forestière de Campagne en komen we op een parkeerplaats. Hier staat een monumentale zuil in marmer uit de streek. Dit monument werd opgericht op de landingsplaats van de ballonvaarders, de Franse werktuigkundige Jean Pierre Blanchard (1753 – 1809) en Amerikaanse arts en natuurkundige dr. John Jeffries (1744 – 1819), die op 7 januari 1785 uit Dover vertrokken en de overtocht over het kanaal realiseerden. Op die dag waren de weersomstandigheden voor de overtocht uitstekend. Vanuit Dover stegen zij op om precies 1 uur ’s middags. Terwijl ze boven het Kanaal waren, begon de ballon vervaarlijk te dalen. Alle zandballast was reeds overboord gezet en de waterspiegel kwam vervaarlijk dichtbij. Toen werden als laatste redmiddel alle losse voorwerpen, delen van de versieringsornamenten van de gondel en zelfs hun klederen over boord gezet. Op slechts enkele meters boven de golven joeg een plotselinge windstoot de ballon naar boven en de Franse kust werd gepasseerd tussen Cap Griz-Nez en Cap Blanc-Nez. De landing in het bos van Guînes werd met een simpele kunstgreep uitgevoerd: Jeffries greep in het voorbijkomen van een flinke boom één van de takken, waarna Blanchard de kleppen opentrok. De ballonvaart zelf had twee uur en drie kwartier geduurd. Op die plek werd later een monument opgericht ter ere aan deze historische vlucht. De twee reizigers werden uitvoerig in Calais gehuldigd en in audiëntie bij Lodewijk XVI ontvangen, waarbij de koning Blanchard beloonde met een gift van 12.000 Livres plus een jaarrente van 1200 Livres. Ook Jeffries werd nauw betrokken bij de festiviteiten.

Forêt de Guînes - Monument ballonvaart Jean Pierre Blanchard en John Jeffries
Voorbij het monument voor de beide ballonvaarders vervolgt de Tour du Boulonnais over de Laie de Campagne tot waar we de bosrand bereiken en over de spoorbaan van de TGV zicht krijgen op het gehucht Campagnes-les-Guînes. Even de bosrand naar rechts volgen en door perceel 40 doorsteken naar de bijna 3 kilometer lange brandgang Laie du Rietz aux Anglais. We lopen door tot aan de verharde weg, de Route Forestière des Chasses Marées. Oversteken en dwars door perceel 46 in zuidwestelijke richting tot de volgende brede brandgang: Grande Laie, linksaf. Evenverderop naar rechts en nu begint het pad flink te stijgen, goed 50 meter moeten we aan hoogte winnen. We laten de percelen 71 en 72 links liggen en als we de bosrand bereiken gaat het naar rechts onder de hoogspnningsmasten door en bereiken de boerderij Le Puits du Sars, dan naar Le Mat aan de Mont de Guînes. Hier volgen we naar links de heuvelrug met zicht op Hermelinghen. Na een kilometer gaat het naar links tot aan de D248 en het Bois des Butors. Hier volgen we de bosrand in zuidelijke richting, lopen door en laten de 186 meter hoge Le Ventus d’Alembon rechts liggen. Het is de hoogste heuveltop van de Boulonnais en voor iedere fietser een lastige en steile klim.

Sanghen - Mont de Sanghen
Het voetpad voert ons voorbij de boerderij La Taonnerie, gelegen op een langgerekte steile glooiing in het landschap. Vanaf hier hebben we een goed zicht op het in het dal liggende Alembon met zijn kapel Ste. Anne. Het heeft een koor uit de 15de eeuw, wapenschild uit 1764 en een doopvont uit de 15de eeuw. Even verderop komen we langs Mont de la Taonnerie, sinds enkele jaren de plek waar in de zomermaanden motorcross wedstrijden worden gehouden. Het is op deze plek dat de GRP Tour du Boulonnais zich afsplitst van de GR128 en naar het zuiden afbuigt in de richting van Sanghen. De GR128 blijft relatief hoog lopen (boven 150 m) om na een beboste klif onder Mont Belbert af te dalen in de vallei waar het dorpje Licquis ligt, het eindpunt van ons traject. De voormalige abdijkerk is reeds van verre zichtbaar door zijn indrukwekkende massa..

Licques, bekend door zijn kalkoenen. Ieder jaar wordt hier op 11 November een jaarlijks kalkoenenfeest gehouden, om de Jezuïeten te eren die hier in de 16e eeuw als eersten kalkoenen hebben gehouden. Hoogtepunt is het traditionele “kalkoenen defilé”. De kalkoenen leggen dan, begeleid door de plaatselijke muziekband een afstand van 1 km af door de hoofdstraat. We komen op het Place de General de Gaulle, waar de regionale veemarkt wordt gehouden. Hier staat ook het monument van de gevallenen in de beide wereldoorlogen, tegenover de voormalige abdijkerk van Licques, gesticht in 1075. Van de abdijkerk uit 1711 is alleen het schip overgebleven. Het beschermd meubilair bestaat uit een hoofdaltaar uit Italiaans marmer, doopvont 12de eeuw, koorlezenaar, biechtstoel en orgel uit de 18de eeuw. Het interieur is sober, maar opvallend is de verzameling zilveren en gouden kerkelijk vaatwerk en monstransen, uitgestald in een verlichte vitrinekast. De pastorie en het gemeentehuis-met-school (typisch voor de kleine dorpen in Artois) zijn in twee abdijpaviljoen uit 1771 ondergebracht. Opvallend is naast het gemeentehuis het borstbeeld van de plaatselijke volksvertegenwoordiger Henri Collette (1922-1998).

© L.A.W.V.VIA-VIA
Licquis - Mairie met buste Henri Collette
Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- TopoKaart IGN 1:25 000, 2103ET Calais
- TopoKaart IGN 1:25 000, 2204E Lumbres

GIDSEN

- Topogids GR128, Frans-Vlaanderenroute Wissant - Kemmel.
- Topo-guide réf. 128, GR 128 - Les Flandre et le littoral Franco-Belge.
- Topo-guide réf. 620, Tours dans Le Pas-de-Calais.
- Topo-guide réf.PN10, Le Parc Naturel Regional des Caps et Marais d'Opale à pied.

<

Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 07-03-2005 door C.P.J. Aerssens