RONDWANDELING VALLEI VAN DE AMBLČVE

Traject Houssonloge - Harzé - Amblčve - Lorcé 19 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
Amblčve in de buurt van Ferme de Quarreux

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Houssonloge
Ongeveer 19 km.
Uitgangspunt van deze stevige rondwandeling van 19 kilometer is Houssonloge aan de N616. Te bereiken vanaf de autosnelweg E25 via de afslag bij kilometerpaal 28, afrit Harzé en Lorcé. Vanuit Houssonloge gaat het via Harzé door het Bois Winhistč naar Col de Stokeu, vanwaar we door het Bois d’Aywaille afdalen naar de Amblčve. Hier verloopt de route voor een deel direct langs de oever van deze Ardennenstroom. Bij Naze volgt een klim door het bos naar Lorcé. Door het Bois des Fagnes bereiken we een tunnel onder de autosnelweg E25 en over charmante weggetjes komen we in het buurtschap Paradis uit. Even verderop zijn we weer in Houssonloge.

ROUTEBESCHRIJVING

Uitgangspunt van deze stevige rondwandeling van 19 kilometer is Houssonloge aan de N616. Verder loopt de route voor een deel direct langs de oever van de Amblčve. We bereiken Houssonloge vanaf de autosnelweg E25 via de afslag bij kilometerpaal 28. Hier wordt Harzé en Lorcé aangegeven. Houssonloge en Harzé liggen ten westen van deze E25. We rijden over de N616 door tot aan de kapel van Houssonloge, gebouwd in 1925 in landelijke stenen van een rode kleur en volgens de vurige wens van Edgar de Potter d'Indoye. De kapel staat op een heuveltje welk de vallei overziet. We parkeren bij dit kerkje, trekken de wandelschoenen aan en doen de rugzak aan. Onderons ligt een grote rotonde, het vertrekpunt van vandaag.

We lopen richting Harzé, maar verlaten meteen de Rue de Lorcé en de N30 om door de rustige Rue du Rixhon op pad te gaan. Meteen al komen we voorbij enkele wijnstokken, die allemaal het bordje dragen van hun sponsor. Een merkwaardig fenomeen. Het kleine asfaltweggetje steekt even verderop de N30 over om daarna als Warmonfosse af te dalen langs de bosrand en door de weilanden naar een nieuwe buitenwijk van Harzé. We passeren een school, waar de kindertjes enigszins verbaasd opkijken als we langslopen en hun aandacht van de les halen. Voorbij het plaatselijk voetbalveld komen we in de Rue du Pré du Lhoneux. Het gaat naar rechts en op de kruising naar links en zo bereiken we de eerste oude huizen van Harzé. De weg loopt omhoog het dorp in. Wij kiezen voor de route onderlangs, voorbij aan de oude gerestaureerde watermolen aan de Rue du Moulin aan de Ruisseau de Wayai.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Harzé - Rue du Moulin aan de Ruisseau de Wayai
We zijn nu in Harzé. Het ontstaan van Harzé gaat terug tot in de Middeleeuwen waar al een verdedigingswerk was gevestigd in het gehucht Fond de la Ville. In 1064 heette Harzé "Harenzey", daarna in 1150 "Hariseis", daarna in 1332 Harseez, in de 15e eeuw Harsée en Harzé vanaf de 18e eeuw. De naam komt van "huis van Arantius" oftewel "Harinsiacum" (maison de Harinso). De Heerlijkheid van Harzé tezamen met die van Aywaille, Remouchamps en Monjardin vormden een enclave van het Groothertogdom Luxemburg, temidden van het Prinsdom Stavelot-Malmédy, waarbij ze oorspronkelijk hoorde. Dit grondgebied, aan het eind van het Oude Regime, was anders dan toen Harzé een eigen gemeente was. Harzé bezat het zuiden van Aywaille en strekte zich uit tot aan de Amblčve. De grote Herenfamilies van Harzé waren: de la Marck (wild zwijn van de Ardennen), de Ligne, de Lynden, de Suys. Als gevolg van de fusies van de gemeenten werd Harzé bij Aywaille gevoegd.

Links van onze route hebben we zicht op de Sint Jacobskerk. Deze kerk is gebouwd tussen 1876 en 1878 en aan Notre-Dame en Sint Jacob de Grote gewijd. Zij werd geďnspireerd op de Romaanse stijl van de oude kapel die stond bij het kasteel, in 1131 al vermeld en in 1878 afgebroken. De huidige kerk is echter aanzienlijk groter. We volgen de rood-witte markering van de GR-AE, de Grand Randonée van de Ardennen naar de Eifel. Als deze GR tussen enkele huizen door naar rechts afbuigt, moeten we meteen aan een stevige klim beginnen om Harzé achter ons te laten. Omkijkend hebben we een prachtig zicht op het Château de Harzé. Harzé wordt volledig gedomineerd door deze nog zeer authentieke kasteelboerderij uit de 17e eeuw. Met de bouw van het kasteel van Harzé werd in het begin van de 14e eeuw gestart door de familie Clermont. Later werd het eigendom van de machtige Van der Marcks. In de 17e eeuw krijgt het kasteel van Harzé zijn huidige bouw.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Harzé - Château de Harzé
Het Château de Harzé is een hoog gebouw, opgetrokken in grijze natuursteen, met één of twee muuropeningen en een bordes en een balkon. Een sterke vierkante donjon steekt aan de linkerkant vooruit en het minder hoge gedeelte bevindt zich aan de rechterkant. Op de binnenplaats kan je de Maaslandse renaissancestijl bewonderen met zijn arcades en Toscaanse zuilen. Zijn huidige vormt dankt het kasteel aan de Graaf Ernest de Suys-de Linden (wapenschild boven de toegangspoort dateert uit 1647). De toegangspoort van de erebinnenplaats dateert uit 1753 en werd in gebruik genomen door de Baron Ferdinand-Henri-Joseph de Rahier, terwijl de noorder toegang met zijn twee torens het werk was van Edgar de Potter d'Indoye. De Federatie voor Toerisme van de Provincie Luik is sinds 1973 de eigenaar en heeft het verbouwd tot congrescentrum. Het Interieur, zoals van de Gravenzaal, is indrukwekkend evenals de fraaie schouw en de gepolijste hardstenen trappen. De door water aangedreven molen in de boerderij is een reconstructie. Het maalderij- en bakkerijmuseum bevindt zich in het gebouw.

De steile klim volgt de rand van het bos en boven aangekomen krijgen we asfalt onder de voeten. We passeren een veldkruis en een bord dat aangeeft dat we ons aan de rand van het Bois du Moulin bevinden. Zo bereiken we het landelijk gehucht Pavillonchamps, dat tegen de helling is gebouwd en waar de kippen nog ongestoord over de weg lopen. Op de T-splitsing buigt de route naar rechts om vervolgens na goed 100 meter links opnieuw aan een klim te beginnen. Hier verlaten we de GR-AE. Bij de rustbank even naar rechts om dan meteen rechtuit het bospad te kiezen. Het brede bospad loopt geleidelijk omhoog in noordoostelijke richting door het Bois de Winhistč tot bijna aan de E25. Goed 200 meter naar links ligt de Col de Stokeu (347 m), waar de autosnelweg E25 moeten oversteken.

Vanhier gaat het naar de vallei van de Amblčve. Het asfalt voert ons aan een kikkerpoel voorbij en daar waar de weg een scherpe bocht naar rechts maakt, nemen we de onverharde weg, die ons door het Bois Carré naar Arbres Napoléon brengt. Hier staan een aantal grote, oude beukenbomen gegroepeerd midden in het Bois d’Aywaille. Was Napoléon ooit hier? Op dit kruispunt van bospaden ontmoeten we een ouder echtpaar dat beladen met vers geplukte bospaddestoelen huiswaarts keert. Wij kiezen voor het pad naar links en bereiken na ongeveer een kilometer een open plek in het bos. Een flink weiland met er tegenover een nieuwe hut. Voor ons een uitstekende rustplaats. Jammer dat we op de grote stenen moeten plaats nemen en er geen bankje staat om even de benen te strekken.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Amblčve - bruggetje over de Risseau de la Belle Fohalle
De rustpauze doet ons goed en er wordt gesproken over het aantal kilometers dat we intussen hebben afgelegd. De meningen lopen uiteen, uiteindelijk wordt gekozen voor “Aerssens”-kilometers, die volgens de kenners net even iets meer zijn dan 1000 meter. Als we opbreken, lopen we rechts langs de hut het bospad af dat eerst voorbij gaat aan de open plek in het bos, die op de topografische kaart vermeld staat als Bčhé. Er volgt vanhier een steile afdaling van iets meer dan 100 meter door het bos over een met keien bezaaid pad. Oppassen voor de enkels! Zo bereiken we de oever van de Amblčve iets ten zuiden van Ferme de Quarreux. We steken de brug niet over, maar blijven aan de westkant lopen, de rivier stroomopwaarts volgend.

De Amblčve, vaak ook de rivier 'Des Aulnes' genoemd, heeft haar bron in het Oosten van België, in Heppendach, is 71 km lang en stroomt in de Ourthe bij Douxflamme. Nog dagelijks slijt deze rivier zijn bedding, maar de grote rotsblokken liggen onbeweeglijk in de stroom van het water, terwijl het zachtere leisteen juist door de erosie geslepen wordt. Hier in deze streek doen veel verhalen de ronde. Zo zou volgens de legende de molenaar van de Fonds de Quarreux, Hubert Chefneux genaamd, een mooie windmolen beloofd zijn, als deze zijn ziel aan de duivel zou geven.... Maar de echtgenote van de molenaar die bezorgd was om de ziel van haar man, verstopte zich in de molen met een medaille van Notre-Dame van Dieupart in haar handen. De molenwieken wilden opeens niet meer draaien. Gek van woede, maakte Satan toen de molen kapot. De enorme blokken steen vielen één voor één vanaf de berg in het water van de Amblčve en tot op heden liggen ze er onbewogen.

Het is een mooie wandeling, die ons langs de oever leidt. De rood-witte markering geeft aan dat we de GR578 volgen die hier in de Amblčvevallei van Quarreux tot vlak bij Lorcé loopt. Af en toe dendert er aan de overzijde een trein door de vallei, de spoorlijn immers volgt de bedding op korte afstand. Wij houden het pad aan dat pal langs de Amblčve loopt. Zo lopen we door tot aan de stuw bij Ferme de Fagne Naze. Even worden we van het water afgeleid om daarna op hoogte de Amblčve weer te kunnen volgen. Na een kilometer zien we links van ons de brug over de Amblčve bij Naze. Vanhier gaat de N616 naar Lorcé. Ook wij moeten naar Lorcé, maar kiezen voor de onverharde weg door het bos. Zo hoeven we niet eerst af te dalen naar het asfalt om vervolgens aan de klim naar beginnen, die ons tot in het dorp brengt. Onze route blijft gestaag stijgen en via Hé de Naze bereiken we door de weilanden de eerste huizen van Lorcé.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Naze - bospad door Hé de Naze naar Lorcé
Op de kruising aangekomen nemen we eerst even de tijd voor een rustpauze. De snelle klimmers waren al eerder in Lorcé, terwijl de achterblijvers in hun eigen tempo later arriveerden. Daarna gaan we naar rechts en volgen de doorgaande weg de N616. Voorbij het gedenkteken voor de gevallenen in de beide wereldoorlogen slaan we links af de Rue la Bruyčre in. Zo verlaten we Lorcé en volgen we de doorgaande weg naar Houssonloge. Het gaat langzaam omhoog en lopen door tot voorbij de flauwe bocht naar rechts. Als we op de kruising het bospad naar links nemen, komen we in het Bois des Fagnes. Het halfverharde pad gaat over in een zompig bospad. Het gaat westwaarts tot bijna aan de autosnelweg E25. Het pad maakt een kleine omweg naar links om via een tunnel onder de snelweg door aan de andere zijde te komen, waar we rustig onze wandeling vervolgen.

Als we na een kilometer het bos achter ons laten, hebben we een panoramisch uitzicht op het heuvelachtig landschap voor ons. Links van ons ligt onder aan het hellingbos Trou de Bosson. De oude woningen van Trou de Bosson zijn verbouwd tot vakantieoptrekjes. Vanuit het bos over charmante weggetjes komen we in Paradis uit. Ook hier vakantiewoningen en het Ferme-Château du Paradis, gebouwd in 1656. Het heeft een dominante plek in het landschap. Wapenschilden boven de toegangspoort dragen de jaartallen 1685 en 1766, maar het gebouw is ouder. Indien men de legendes voor waar aanneemt, moeten we geloven dat de tovenaar Bellem hier zijn eerste intreden als dienaar en schaapsherder maakte. Het boerderij-kasteelcomplex draagt de kenmerken van een recente restauratie. Vanhieruit is het nog een paar honderd meter naar ons vertrekpunt van deze wandeling, het kerkje van Houssonloge. We zien het voor ons, hoog gelegen aan de N616 en rood afstekend in de schrale middagzon. Nog even klimmen dus.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

KAARTEN:

- TopoKaart NGI 1:25 000, 49 / 7-8 Harzé - La Gleize
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer "Via-Via"





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 17-11-2004 door C.P.J. Aerssens